SigslfeSSSSSS
te,fde rter ^alssS£
gebruik om Lubeck,b'S^ Wordinburg waarbij iemand overleed en waarbi)
kooplieden werd kennelijk verwacht dat k<k
ïk, vermoedelijk hoopte Heyne dat zijn thuisstad
e' PaH T„ 7 Kun aclle 3 1368. Er zijn wel aanwijzingen dat de vitte
van'zierikzee werd opengesteld voor bevriende kooplieden die geen eigen vitte
26
hadden. Aangezien de Zierikzeeënaars in de handel tussen Vlaanderen en Enge
land al contacten hadden kunnen leggen met de Duitse kooplieden, was dit voor
hen een mogelijkheid. Voordat de kooplieden uit Zierikzee naar Schonen afreisden,
zal geregeld zijn geweest dat ze konden verblijven op de vitte van bevriende koop
lieden. Er was op deze manier waarschijnlijk sprake van een Zierikzeese gemeen
schap op Schonen zonder dat Zierikzee hiervoor bijzondere rechten, voorrechten
of privileges nodig had. De handel op Schonen vergde niet enkel kooplieden, de
haring moest ook verpakt en verwerkt worden, hier waren mensen voor nodig. Zo
nu en dan zullen zich problemen hebben voorgedaan tussen Zierikzeeënaars en
andere aanwezigen. Bij het oplossen van deze problemen was de grootste moeilijk
heid niet dat de Zierikzeeënaars zelf geen privileges hadden, ze konden zich be
roepen op Hanzerechten. De benoeming van de voogd liep opvallend genoeg ook
niet via de Oostzee, maar was een interne aangelegenheid. De graaf van Holland
benoemde iemand om zijn onderdanen te helpen. Deze voogd had geen bijzonder
mandaat. Zijn nut lag erin dat hij een aanspreekpunt was als er problemen met de
Zeeuwen en Hollanders waren. Hier is sprake van enige speculatie. Helaas hebben
we niet de bronnen om een scherp beeld te krijgen van de ontwikkeling van voog
den en vitten op Schonen. In het materiaal dat er is, is toch een aantal individuen te
ontwarren dat het beeld dat hierboven wordt geschetst, ondersteunt. Dit zijn koop
lieden uit Zierikzee die in verschillende periodes hun handel in het Oostzeegebied
dreven. Deze bronnen ge
ven ons een beeld hoe
de Zierikzeeënaars hun
zaken zo ver van huis be
dreven en hoe ze in ver
houding stonden tot de
andere kooplieden. Deze
figuren laten ook zien dat
de interactie niet statisch
was, maar dat zij een ont
wikkeling doormaakte.
Allereerst was daar Jan
de Hond Janszoon. Hij
komt herhaaldelijk voor
in de bronnen van de
veertiende eeuw en was
wellicht een sleutelfiguur
in de rol die Zierikzee in
het Oostzeegebied speel
de. Hij was een koop
man met een uitgebreid
netwerk. Naast de handel
op Schonen dook Jan de
Hond ook in Engeland
op. Van de Engelse ko
ning Edward III kreeg hij
toestemming wol van En
geland naar Vlaanderen
Koning Edward in te brengen. Middelburg
27
Wrnmwmê