SïSS—«S |ZrJ?en„°eSchefc,e. Voo, Martnus leende di,
SltÏsteTchter Maria
uit Utrecht. Helena en Maria overleefden ook deze twee e:chtgeno in
De enige zoon, mr. Cornelis Stavenisse (1Ó4C1-1Ó87)«u »jn s&
Leiden terug naar Zierikzee. Ht, werd in 166 ta lsac vocaat. In IböO, 1
het overlijden van zijn vader, werd Cornells lid van de £^^r;lde Eerder fvas
36
Cornelia bleef kinderloos. Het echtpaar woonde in het huis van Cornelis' ouders
aan de Oude Haven.
Tragiek
De familie Stavenisse en andere regentenfamilies waren erop gericht hun belangen
te consolideren. Daarvoor was een goede uitgangspositie voor de kinderen
belangrijk. Hoezeer daarvoor cle basis werd gelegd in de familie Stavenisse, het is
uitgelopen op een mislukking. Mr. Cornelis Stavenisse werd bij de omwenteling
in 1672, waardoor een einde kwam aan het eerste stadhouderloze tijdperk, uit
zijn ambten ontheven. Na zijn overlijden, in 1687, werd zijn boedel verzegeld en
verklaarde de weduwe die niet te aanvaarden, wat wijst op financieel wanbeheer.
Even dramatisch verliep het met zijn gelijknamige neef, mr. Cornelis Stavenisse
(1621-1681), zoon van Jan Stavenisse, de oudere broer van mr. Marinus Stavenisse.
Ook deze Cornelis werd in 1672 uit zijn ambten ontzet. Hij was op dat moment
raad en had de hoge positie bereikt van gecommitteerde raad namens Zierikzee.
Gecommitteerde Raden waren het dagelijks bestuur van de Staten van Zeeland.
Eerder was hij onder meer schepen en burgemeester. Mr. Cornelis Stavenisse had
zich onmogelijk gemaakt bij zijn medebestuurders door hen uit te schelden en werd
ervan beschuldigd alleen op zijn eigen belang uit te zijn.
Als gevolg van het afzetten van beide Stavenisses verscheen er geen lid meer van
deze familie op het Zierikzeese regeringstoneel. De zoon van de laatstgenoemde
mr. Cornelis Stavenisse, eveneens mr. Cornelis Stavenisse (1664-1739), trouwde
weliswaar een dochter van een Zierikzees regent, maar een belangrijke openbare
functie was niet voor hem weggelegd.
Mogelijk was het de weerzin tegen de
behandeling van zijn vader en oom
die ervoor heeft gezorgd dat hij dit
niet ambieerde. Wellicht waren ook
andere aspecten in het geding. Toen
hij in 1693 tot het weinig aantrekkelijk
ambt van armmeester werd benoemd,
bedankte hij. Dit werd beschouwd
als een belediging, waarop de vroed
schap besloot dat wie zoiets deed zijn
poorterschap verloor, alsmede het
lidmaatschap van de schutterij. Dat
maakte een einde aan elke aspiratie.
RD. de Vos, gemeentearchivaris en sa
mensteller van het niet genoeg te prij
zen boek over de vroedschap van Zie
rikzee, vermoedt dat hier opzet in het
spel was. Door hem te benoemen tot
armmeester werd de weigering uitge
lokt waardoor de raad of de meerder
heid daarvan mr. Cornelis Stavenisse
buiten de regering kon houden. Daar
mee was de tragiek compleet.
De nazaten van Cornelis Willem
Simonse Stavenisse hadden, in
37
Plattegrond van
Zierikzee door
Johannes Jans-
sonins, 1657,
(GASD, THA
0201
mÊm==B
OBYT AN' N (J .ATATS flVA 53
23 MAYJÖ4P
Mr. Cornelis Stavenisse (1595-1649), secretaris en
raadpensionaris van Zeeland, GASD THA 1423)