v-in collega regenten." Nader onderzoek naar de huisvesting van de gedeputeeiden van de Staten van Zeeland naar de Staten-Generaal of andere instellingen buiten Zeeland is zeker ook gewenst. De Orde van de Heilige Michaël De Republiek verleende geen ridderorden en kende geen verheffing in de adelstand. Dat konden buitenlandse vorsten wel doen. Ze gebruikten dit als middelen om personen aan zich te binden. De opname in de Orde van de Heilige Michael dooi de Franse koning Lodewijk XIV, die Stavenisses tijdens zijn Haagse jaren te beuit viel was dan zeker ook een bijzondere gebeurtenis. De orde gewijd aan de schutspatroon van Frankrijk, de aartsengel Michael, was op 1 april 1469 door de Franse koning Lodewijk XI gesticht. Voor de koning was de orde een middel om de hoogste adel in zijn rijk aan zich te binden. Lodewi,k XI wilde de Orde van de Heilige Michaël zo exclusief mogelijk houden: met cle koning meegerekend telde deze zesendertig ridders. Maar zijn opvolgers lieten zich weinig aan de bepalingen aangaande het aantal ridders gelegen liggen, zodat de orce tegen het einde van de zestiende eeuw naar schatting zevenhonderd ridders telde en daarmee veel van zijn oorspronkelijke prestige was kwijtgeraakt. Iets wat nog werd versterkt doordat op den duur ook personen van onedele geboorte weiden opgenomen. Toen Lodewijk XIV de orcle in l66l reorganiseerde en het aantal ridders terugbracht tot honderd, was deze zijn plaats als belangrijkste riclderoide van het koninkrijk allang kwijtgeraakt. Die werd inmiddels ingenomen door de in december 1578 door Hendrik III gestichte Orde van de Heilige Geest. In 1791 werden de orden van het koninkrijk Frankrijk afgeschaft. Na de val van het Napoleontische bewind werden zij in november 1816 opnieuw ingesteld. Maai de oude koninklijke ridderorden was slechts een kort leven beschoren: met de revolutie van 1830 verdwenen zij definitief. Frankrijk en de Republiek: een ongebruikelijk bondgenootschap In 1609 speelden Franse bemiddelaars een belangrijke rol bij de totstandkoming van het Twaalfjarig Bestand, de wapenstilstand tussen de Spaanse koning Filips III en de aartshertogen Albrecht en Isabella, die de Zuidelijke Nederlanden bestuurden enerzijds, en de Republiek der Verenigde Nederlanden anderzijds. Het zou het begin betekenen van een bondgenootschap dat ruim een halve eeuw standhield. Dat de Franse Tex christianissimus' en de protestantse Republiek elkaar vonden is minder vreemd dan dat op het eerste gezicht lijkt. Koning en Republiek deelden een gemeenschappelijke vijand: het oppermachtige Habsburgse rijk waar de zon nooit onder ging. Ingeklemd in een verstikkende worggreep tussen het Spaanse koninkrijk, de Habsburgse bezittingen in Italië en de Nederlanden en het dooi Habsburgers geregeerde Duitse keizerrijk, vormde het Habsburgse imperium voor het Frankrijk van de zestiende en zeventiende eeuw een dodelijke bedieiging. En tegen diezelfde Habsburgse wereldmacht bevocht de Republiek in de Tachtigjarige Oorlog haar onafhankelijkheid. Maar evenmin hoeft het verwondering te wekken dat aan de Frans-Nedeilanclse alliantie die vaak goed en hartelijk was, maar bij tijd en wijle ook stroef en moeizaam, in de loop van de jaren 60 van de zeventiende eeuw definitief een einde kwam. En dat de legers van Lodewijk XTV tijdens de Guerre de Hollande 1678) de Republiek vrijwel geheel onder de voet liepen, waardoor het jaar 167- in het collectieve geheugen te boek staat als het Rampjaar, waarin het volk 1 edeloos, 54 de regering radeloos en het land reddeloos' waren. Immers met het sluiten van de Vrede van Münster in 1648 en de Vrede van de Pyreneeën in 1659 had Spanje zijn hegemonie in Europa verloren. En met het wegvallen van de Habsburgse dreiging kregen de tegengestelde belangen van Lodewijk XIV en de Republiek de overhand. Vanaf 1667 waren beide landen gezworen vijanden en vormden de zuidelijke Nederlanden decennialang vrijwel bij voortduring het belangrijkste strijdtoneel in Europa. Nederlandse ridders in de Orde van de Heilige Michaël In de Frans-Neclerlandse betrekkingen speelde de Orde van de Heilige Michaël een belangrijke rol: de koning poogde vooraanstaande inwoners van de Republiek voor zich te winnen door ze in zijn orde op te nemen. Al in 1604 sprak Paul Choart, heer van Buzenval, ambassadeur in Den Haag, van 'une maladie épidemique de ce pays, qui est de vouloir avoir des titles de chevalerie'.36 In de jaren daarna nam deze zucht naar titels, eerbewijzen en vereringen geenszins af. In de vergaderingen van de Staten-Generaal en de afzonderlijke gewesten was het een thema dat bij herha ling op de agenda terugkeerde. Men besefte maar al te goed dat 'daarmede al sulke personen niet weynig hen en verbinden aan dengenen, die hen deselve Eer-titulen confereren'." Op instigatie van de Staten van Zeeland besloten de Staten-Generaal zelfs om allen die 'uijtten naem ende wegen de Generaliteijt in ambassade, com missie ofte eenige andere deputatie ofte besendinge soo binnen als buij- tens lants' zouden gaan, uitdrukkelijk te verbieden om dergelijke vereringen aan te nemen op straffe van ontslag en strafvervol ging." En in 1653 bepaal den de Hoog Mogende Heren dat de tekst van de resolutie uit 1651 in het vervolg zou worden op genomen in de instructies die werden meegeven aan naar het buitenland ver trekkende gezanten. Hoe dat ook zij, Lode wijk XIII en Lodewijk XIV speelden geraffineerd in op de Nederlandse 'ma ladie épidemique' door met de grootst mogelijke vrijgevigheid de Orde van de Heilige Michaël te ver lenen. Van zeker 72 inwo- Ferdinand liol (1616-1680), portret van Micbiel Adriaenszoon neis van de Republiek is de Rnyter (1607-1676) als luitenant-admiraal dragende de ke- bekend dat Zij tussen I609 ten behorende bij de Orde van de Heilige Michaël, 1667, olieverf en 1672 in de orde wer- oji doek. 157 A-138 cm, (Rijksmuseum Amsterdam, SK-A-44) 55

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2018 | | pagina 29