4v
m533S££Sk£§£
fro.t 1
X J/^U M .,«&*-•
*,c£,-*r.<j l'r •"c
k. /-a~f L
X» 1V- y
„£J.-d.. r
A 7 fc/ /- V- /fe$e"«-A «rm (%-»*
üR-jiU^.^ ;'r.n./u+ t* xv
I v/' Z vw t/AoB: X/r-
m. u. ?w. J°
'7 V j
/I ft- -
V *5
y
de orangisten in 1787 de macht overnamen werd hij gedwongen naar Antwerpe
vluchten mTar na 1794 zou hij opnieuw deel uitmaken van de mag.straat
Ijsselsleijn weigerde het door De Kater geëiste restbedrag vad 558.18.12 Pond
SüSSSS^A Willen, sext,oh de kapitein.
dat het de bedoeling moet zijn geweest op de Middellandse z,ee ie
66
de reis ten minste dichtbij de Straat van Gibraltar of de Noord-Afrikaanse kust
kwam. Of de bestemming gewijzigd werd is niet bekend, maar het schip vertrok
in ieder geval naar Sint Eustatius. De Neptunis had naast Sextroh in 1779 zeker de
volgende bemanningsleden aan boord: Pieter Jacobs als stuurman, Roelof Barendse
als bootsman, Jacob Nanning als kok en Jan Feik, Jan Baptist Janse en Gabriël
Gabriëlsen als matrozen.
De Neptunis kwam op 9 september 1779 retour vanuit Sint Eustatius naar Zierikzee.
Het schip verkeerde in goede staat en was geladen met suiker, koffie, tabak en
huiden. Door stormachtig weer was de bemanning gedwongen op 10 november
te Oostende binnen te lopen. De geleden schade werd daar op 11 november
opgenomen en bij de notaris opgetekend. Voorzien van loodsen werd het schip
op 25 november om één uur 's nachts met een 'bramzeilskoelte' (windkracht 3)
naar Zierikzee gezeild met een west-zuid-westelijke wind. Omstreeks drie uur ging
het dusdanig harder waaien dat het groot marszeil aan stukken scheurde en de
boot van het schip afgeslagen werd. Om één uur 's middags bevond het schip zich
voor Zierikzee, maar omdat het niet wilde oploeven sloeg het voorschip tegen
het oostelijke hoofd en het schip kwam vervolgens op een zandplaat terecht. De
bemanning deed er alles aan het schip te redden. Hulp vanuit de stad zorgde
ervoor dat het schip 'gelukkig in het Vlot is gebragt, en buiten gevaar aan het
hoofd gelegd en vastgemaakt'. Met het binnenlopen werd schade veroorzaakt aan
de kluiverboom, de stengen waren gebroken en enige planken van het voorschip
waren losgeraakt. Ook waren de tuikabel en enkele paarden(lijnen) kapot. De
reders zullen opgelucht zijn geweest dat deze bijna-scheepsramp in het zicht van de
haven alsnog goed afliep, maar de schade deed natuurlijk wel de winst opdrogen.
Aangezien Sextroh zelf als getuige bij de notaris mocht opdagen zonder dat er
aparte verklaringen werden ondertekend, mag er van uitgegaan worden dat hem in
deze niets aan te rekenen viel en de loodsen onvoorzichtig te werk waren gegaan.
Of Sextroh hierna nog een korte reis maakte, mogelijk voor een andere reder, is
niet bekend, maar onwaarschijnlijk is het niet, want pas eind juli 1780 zou hij weer
namens Heshuijsen De Jonge gaan varen, ditmaal met de Vrouwe Catharina
Jacoba. Dat schip vertrok op 28 juli 1780 met dertig bemanningsleden en geladen
met stukgoed van Zierikzee naar Sint Eustatius via Curasao. In verband met het
later dat jaar uitbreken van de Vierde Engelse Oorlog werd de eindbestemming niet
meer aangedaan.
De reis verliep voorspoedig, want al na 59 dagen zeilen arriveerde Sextroh op 26
september te Curasao, vanwaar hij op 21 oktober een brief schreef aan bevrachter
Aart van den Broeke (schout van Burgh op Schouwen) waarin hij liet weten dat
hij het meel verkocht had voor 19 duiten (8 cent) het pond. Hij vreesde echter dat
de verkoop slecht zou eindigen omdat met Zierikzeese ponden was gerekend en
er op Curasao alleen met zwaardere Amsterdamse ponden werd gemeten. Sextroh
beloofde dan ook er alles aan te doen om te voorkomen dat het meel gewogen
werd, en anders zou hij proberen de koper drie procent korting te geven. Ook de
verkoop van vlees, wijn en brandewijn vlotte niet, of moest zelfs onder de kostprijs
geschieden. Sextroh liet weten dat kapitein Barend Akkerdaas op 14 oktober was
gearriveerd vanuit Essequebo en Demerary en Sextroh wilde de retourvracht voor
Zierikzee met hem meegeven, omdat hij de eerste schipper was die terugging naai
de Republiek.5 Hij verwachtte immers dat Akkerdaas veel eerder in Zierikzee zou
zijn dan hijzelf, en daar zou hij helemaal gelijk in krijgen, want de Vierde Engelse
Oorlog hield hem vast in West-Indië.
67
/-ft CT&i-'i^ flêva
ri.
<9<-<? *4 <- (r r -^1
>c y A /j
V - {Jci
c i-
V,
.7
A ~r -
jy, -L t* J A f
-S-xs^? 77;.
Brief vanjohan
Willem Sextrob aan
'Aart van den Broeke,
schout van Burgl op
Schouwen tot Zierik-
zee', getekend op Cu
rasao, 6 januari 1781,
(fotoJ. Francke, mei
2016, We National
Archives, Kew, HCA,
30 inv.nr. 354)