Op 3 maart ging het bootsvolk van het schip omdat het de volgende dag zondag Sextroh verzekerde hun dat de wilden blijven indien er met^doo^d w^. Se^h vei^ Admiraliteit zou betalen en hij an ers ui g kwam Boot aan boord met een betalen, maar dat mocht niet ba en p sextroh alle bemanningsleden officier die voor de equ,page van 1iet seh'P s'hut vuren> waarop aan boord verordonneerde. Sex roh °P df jea aan de ra's werden S SS wedden boa--Sgg. £*£^3 een fort geplaatst te worden, nv hut weer geiost. Twee mannen maart alle nieuw aan boord geb^ Voor twaalf pesos per W6rdT nS overhield. Het schip lag tot ^ÏÏIe8^, vofr onmiddellijk scfkp^assati^een november werd in de havenmon me u_P november volgde een nieuwe aanval uitgevoerd op buitenlan se sc i p schepen werd geschoten, aanval, nu met kapitein Cras, waarbi, op f;Xe«en het Het schip had op dezelfde dag Justus Boot schip, dat op dat moment voor er pc februari 1782 werd opnieuw en de Beverwijk. Van 24 Catharina Jacoba in 's SsdlenÏDe fen^ning het 8ebr^kV*^ hebben gestoolen geroofd, of terquader trouwe ontvreemd, direct of '"direch en^t te wee^n dat t^doo. an^ere de rel gewoon heeft meegem»LTen kreeg®,!* „ieuJe TteSmg OosSde He, we,d gelïclen me, huiden, hondendcwin.ig.balen cacatShoJderd balen Koffie en voor grote ontevredenheid van debemannmg, afgedicht en het schip 70 verlaten. Een snelle, maar wel erg stormachtige overtocht van de Atlantische Oceaan volgde. Het schip kreeg veel water te verwerken, verloor twee onderzeilspieren en werd zowel op 24 mei als op 2 juni door een Engels konvooi en marineschepen onderzocht. De papieren wekten geen argwaan en op 6 juni ankerde het schip op de rede van Texel. Nadat met lichters een deel van de lading was gelost, werd over cle banken van Pampus gevaren en legde het schip op 20 juni 1782 aan in de haven van Amsterdam, waar de bemanning op 8 juli een verklaring over de schade aflegde bij notaris Willem Decker. Op 25 juli werd ditzelfde nogmaals gedaan bij notaris Job Vis in Zierikzee. Intussen was de Republiek al anderhalf jaar in oorlog met Engeland. Op 20 december 1780 had Engeland Nederland de oorlog verklaard. Dat betekende een gigantische klap voor de koopvaardij, want gezien de numerieke overmacht van de Royal Navy op de Noordzee was het simpelweg onverantwoord het zeegat te kiezen. Onzekere tijden brengen echter ook altijd kansen, in dit geval via de commissie- of kaapvaart. Met het oog op de algehele terugval van inkomsten uit de koopvaardij en om van premieregelingen in de commissievaart te profiteren aistte de firma Heshuijsen De Jonge in de zomer van 1781 de Hoop uit. De veertigkoppige bemanning van deze logger werd gecommandeerd door kapitein Jean Cassin en hij bezat veertien stuks geschut van divers kaliber. De reders waren echter niet tevreden over de zeilkwaliteiten van het schip en kochten in december 1781 een door Duinkerker kapers buitgenomen Engels schip dat Goede Verwagting werd genoemd. Deze met achttien stuks geschut en tachtig man equipage bewapende brik was door zijn gekoperde scheepshuid sneller en wendbaarder, er werden dan ook diverse Engelse 71 Gevecht tussen het hoekerschip Vrouw Mactelyna en het Engelse fregat Diamond voor de haven van Curasao, 1782, prent van Carel Frederik Bendorp naar een tekening van PM. la Cave, (Rijksmuseum, RP-P-OB-85.236)

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2018 | | pagina 37