akkoord was gesloten.12 hadden maandag 11 augustus 1783 de
De directeuren van de posterijen Admiraliteit Zeeland gedagvaard. Matthew
reders en de advocaar-fiscal vn g^^'^TSd, secfemris ven de Genen,]
Flynn schreef op 23 augustus een vroeg. Uit het antwoord van Todd
Post Office in Londen waaian h o nsta c ^middels in Middelburg werd
van 19 september 1783 worck de
office
for the service'. verwezen naar de resoluties van de Admiraliteitsraad
Maandag 8 september 1783 werd verzen paquet5oot met alle
van 28 april en 13 juni 1783- DeDo p y vrijgegeven. Het schip moest
derselven gereedschappen en Croisset die optrad namens Flynn) worden
?en«n D« wnLd=gZMk eclrrer nog nie, rond, wan. de kwestie o»er de
schadevergoeding van de °Pbre"|inJ^°"l3ernsTnog genegen om met de eisers
De reders waren op woensdag 2 P voordat de Admiraliteitsraad uitspraak
van de pakketboot tot een akkoord te koi dat de Staten.
zou doen.13 Een standpunt dat steeds ^^tóeJa^^nogmaals bekrachtigd
Generaal inmiddels de resoluties van 28apn^n gouden aan de
hadden, waarbij de advocaat van egn onkostenpost opvoerde, gebaseerd
restitutie van het schip, waarbij hij g was al die tijd jn bewaring gebleven
op de proceskosten en de posten. Het s phad in mei 1783 aan Gillis
bij de Admiraliteit Zeeland. Van Lynden J voorgesteld een som
van ljsselsteijn, Joost IJzerman
van 3000 gulden aan de recA'r J ooi-sDronkelijke eigenaar Matthew Flynn zou
verder verweer de pakketboot aan P Dg keiharde opstelling van beide
restitueren. Dit voorstel was ec '8. doQr Van Lynden van Blitterswijk,
partijen zorgde ervoor dat, zelfsbe™dde g dichter tot elkaar te
zowel Flynn als Heshuijsen e^Jo g die van de ander geweest
komen.13 De motieven van de een waren tidpanten ih de rederij
want van Heshuijsen& De Jonge was het d van het proces
met deze zaak al zoveel geld zouden leggen bij de uitspraak
uitkomst zou bieden. Boeije stelde dat "de .Steni op 12 januari 1783 een
van de rechter en dat buiten ontstaan was.
resolutie was aangenomen waardoor de g onderling ook oneens. Flynn
Hierdoor waren de aandeelhoude,worden teruggegeven
had immers geëist dat de pakketboo le was Boeije
en was niet van dit standpunt af te k g BUtterswijk of die kon verzekeren dat
vroeg daarom aan Eeiste e e y daadwerkelijk bij zou blijven, omdat
als er een akkoord werd gesioten - gulden, en dit tweemaal
de schade anders weieens op zou 1cunnen 1lop^tot^ gyan
zoveel was als het akkoord zou kos g aandeelhouders van de rederij
de eisers tochikt. Tegen bete, ^^wefwillend tegenover de
S2?S^er«^-^ot,ten nan,ens de eisere, was dat „iet
76
zo vreemd. De Admiraliteitsraad liet op 15 december optekenen dat Schouten hen
ervan beschuldigde dat er bij hen 'eenige schijn van onbeschaamdheid zoude te
vinden zijn, terwijl in allen gevalle de qualificatie van notoire frivoliteit en absurditeit
in der tijd zal moeten blijken uit de decisie van den rechter'. De zaak van de
Zierikzeese reders stond er inderdaad niet goed voor, maar het verstrijken van de
tijd veroorzaakte uiteindelijk toch een keerpunt in de zaak. Op 29 december 1783
kwam de boodschap dat procureur Andreas Schouten plots was overleden. Zowel
de eisers als Van der Heiden lieten Sinclair namens de reders optekenen 'deze zaak
in state te stellen'. De zaak kwam daarna binnen de Admiraliteit Zeeland nooit meer
ter sprake.
Omtrent het opbrengen en vergoeden van de schade aan de pakketboot Dolphyn
werden door de Staten-Generaal op 20 februari, 28 april, 13 juni en 4 december
1783 en daarna nog op 20 maart 1784 resoluties aangenomen. Het Post-Office in
Engeland kon volgens die resoluties de geleden schade verhalen op de reders van
de kaper, mits het Admiraliteitscollege in Zeeland zou beslissen dat de neming
niet gerechtvaardigd was. Reden waarom de 'finale resolutie' door de Staten nog
niet was aangenomen. Op diezelfde dag, 20 maart 1784, was de Vrede van Parijs
gesloten tussen de Republiek en Groot-Brittannië, alleen was Zeeland buiten de
vredesonderhandelingen gehouden. Toen op 17 oktober van dat jaar de vrede
werd geratificeerd, stemden Zeeland, Friesland en Gelderland tegen. Voor Zeeland
betekende dit dat de kwestie van de Dolphyn definitief onder het tapijt van het
vredesverdrag geveegd werd, zoals dat in de historie wel vaker was gebeurd
met financiële eisen over scheepskapingen. Zo kwam er dan toch een soort
salomonsoordeel doordat de eigenaren hun schip terugkregen en de Zierikzeese
reders geen dure en verliesgevende schadevergoeding hoefden uit te keren voor
Sextrohs weinig diplomatieke prijsopbrengst.
Johan Willem Sextroh had met het buitnemen van de pakketboot zijn reders in
een buitengewoon lastig parket gebracht. Waarom had de kapitein jacht gemaakt
op een Engelse pakketboot, die als het niet door hemzelf was, dan toch in ieder
geval door een bemanningslid moet zijn herkend? Het moet tevoren duidelijk zijn
geweest dat dit tot een juridisch zeer gecompliceerde zaak kon leiden. Het antwoord
is even simpel als ontluisterend. Sextroh wilde helemaal geen kaperkapitein zijn,
noch oorlog voeren met de Engelsen. Door deze actie hoopte hij waarschijnlijk in
één keer in ongenade te vallen bij zijn reders, maar daarin vergiste hij zich deerlijk.
Spoedig na zijn terugkeer in Zierikzee op 30 oktober 1782 moest hij opnieuw op
kaïistocht van zijn rederij. Dat, zo moet hij besloten hebben, zou de laatste keer zijn
dat hij als kaperkapitein zou uitvaren.
'Ik zal geen kruijstogt meer doen', de laatste kaapvaartexpeditie
van Sextroh
Amper een week nadat Sextroh de Dolphyn had opgebracht, bevond hij zich
alweer op de Noordzee en kruiste ten westen van Denemarken. Tijdens deze reis
was het schip bewapend met achttien stuks vierponds geschut en tachtig man
equipage Van deze reis is een achttal bemanningsleden van de Goede Verwagting
bekend. Naast Sextroh waren er: tweede luitenant Jacobus Kastels, wapenmeester
Anthoni Courielle, opperconstabel Pieter Piekae (die klaarblijkelijk een andere
taak uitoefende dan de wapenmeester), bootsmansmaat Willem de Dijk, tweede
chiairgijn Leendert Zoete, tweede stuurman Gillis van der Os, eerste prijsmeester
Johan Ahnus Stok en Cornelis Boudewijnse, wiens functie niet bekend is.16 Het
77