op de Oude Haven A 372 (nu 11) en later op Havenpark D 412 (nu 18), en in 1938 volgt tandarts G.M. Poldermans in Poststraat C 92 (nu 35). Behalve in Zierikzee wordt nog korte tijd tandartspraktijk gedaan in Bruinisse door tandarts R. Hage, met een zitdag in 1938, (hoofdpraktijk in Goes) en de tandartsen mevrouw. A J. Bruynzeel-Franken (1940 1945), en H.K. Michaëlis (1953-1961), voorheen tandarts in Arnhem en Den Haag. In deze periode verandert er wel het een en ander in het tandartsenbezoek. De invoering van het Ziekenfondsbesluit in 1941 gaf aan dat vei plicht verzekerden recht hadden op tandheelkundige hulp. De gilden kenden al hun eigen fondsen of ziektekassen, die bij ziekte of overlijden uitkeerden. In de Frans-Bataafse tijd verdwenen die en in de daaropvolgende periode ontstond er een wildgroei van nieuwe ziekenfondsen, die soms heel verschillende oogmerken hadden a s winst of solidariteit. Enkele hadden hele mooie namen als Draagt Elkandeis Lasten of Onderling Hulpbetoon of Helpt Elkander. In 1914 werd in Zierikzee een doktersziekenfonds, uitgaande van de afdeling Schouwen-Duiveland1 van de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van ^ndheid oreencht en werden vergoedingen uitgekeerd voor medische behandelingen of medicijnen. Tandheelkunde kw^m daarbij niet of nauwelijks in beeld. In 1938 werd een nieuw dokters fonds opgericht in Renesse, met als naam: de Maatschappij Ziekenfonds Schouwen-Duivefandwaar veel mensen (zelfstandigen) vooral in vrijwillige verzekering lid van werden. Het beluit van 1941 gaf aan dat tandheelkunde moest SMïS volgens systematisch-racionele beginselen. Hiermee «erf tandheelkunde met eenvoudige middelen bedoeld: het wegnemen van pijn, het verwijderen van niet te behouden elementen, verrichten van mondreiniging instructie mondhvgiëne eenvoudige vullingen en het aanbrengen van gebitsprothesen. Als men maar regelmatig naar de tandarts ging (invoering zogenaamde s^ne""gk^r voor halfjaarlijks bezoek), waren de kosten voor de verzekerde veelal gering, dus een stimulering van het tandartsenbezoek inhield. Op 24 januari 1942 staat in de Zierikzeesche Nieuwsbode een advertentie .van het Algemeen Ziekenfonds Schouwen-Duiveland en de drie tandartsen uit Zierikzee met de mededeling dat voor verzekerden elke dag twee keer een uur spree uur wordt gehouden (zaterdags één keer) en alleen dan fondspatiënten worden behandeld, waarbij alle uren zijn aangegeven in de officieel gelden e wette ïj e tijd In juli 1947 gaat het Ziekenfonds met de drie in Zierikzee gevestig e an a "In ïvSoms, aap waarbii bepaald werf, dat vrijwillig verfekerfen dezdfde rechten op tandheelkundige hulp hebben als verplicht verzekerden. In 1947 werd de opleiding tot tandarts uitgebreid tot zes jaar en kreeg zij een universitaire sta s. De inundatie van 1944 en de watersnoodramp van 1953 zijn natuurlijk ook van oroteinvloed op de tandheelkundige behandeling, enerzijds z.jn veel mensen geëvacueerd anderzijds waren praktijkruimten niet beschikbaar Toen eene ander weer genormaliseerd was ging tandarts La Seur van 1945-1947 eerst prak ij doen (min of meer als zitdag) in zijn huis Canada (voorheen Edelweiss) aan het Duinwegje in Haamstede en later in hotel Bom. In 1953-1954 ging tandaits Van d 98 Velde in Haamstede werken (ook als zitdag te beschouwen), en ook in hotel Bom. De gebitstoestand van de jeugd was niet best. Verkeerde voedingsgewoonten, slechte mondhygiëne en door het niet regelmatig bezoek van ouders aan de tandarts moest voor kinderen een betere weg naar de tandarts gevonden worden. Dit leidde tot de oprichting van de Schooltandverzorgingsdienst, ook wel Jeugdtandverzorging genoemd, waarbij de tandarts met de Dental Car de scholen bezocht (1950-1985) en waar de plaatselijke tandartsen om beurten een halve of hele dag aan meewerkten. Voor de oprichting van zo'n dienst sloegen gemeenten, ziekenfonds (Schouwen- Duiveland) en tandartsen de handen ineen (1949). De heer Poldermans werd aangesteld als dirigerend tandarts. Zo halverwege de jaren vijftig en ook in de latere jaren was op Schouwen-Duiveland te weinig tandheelkundige menskracht aanwezig en werd de dienst draaiende gehouden met tandartsen van buiten het eiland (mevrouw K.H. Roskam-de Priester uit Vlissingen en de heren L. Vinkenborg uit Yerseke en G. van Riet uit Utrecht). Rond 1955, toen het aantal inwoners van het eiland ongeveer 22.000 bedroeg, waren er eigenlijk maar twee tandartsen op het eiland werkzaam en in die jaren trachtte de gemeente Westerschouwen een tandarts naar de Westhoek te krijgen. Zij bood aankomende tandartsen een vergoeding van drieduizend gulden per jaar voor een periode van drie jaar, waar uiteindelijk de vestiging van D.H. de Kup (1957-1997) uit GM. Poldermans Denial Car

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2018 | | pagina 51