geregistreerd. Dat was de gepasseerde notariële akte van de publieke veiling van een maand eerder. Die akte werd vervolgens op 18 september door deurwaarder Johannes de Looze aan zowel Magdalena de Jonge, die niet in het Koraalstraatje woonde, als de officier van justitie van de rechtbank betekend en in kopie overhandigd. Wat aan het krantenbericht als eerste opvalt is: 1. het woonhuis aan het Koraalstraatje was niet verkocht, 2. de tuin met tuinhuis aan het Beddeweeg werd voor ƒ600 verkocht aan Cornelis Verloo, 3. het woon-en pakhuis met kwekerij De Fortuin aan het Beddeweeg werd voor ƒ910 verkocht aan Hendrik Smit, 4. het woon-en pakhuis met erf aan de Meelstraat werd voor ƒ301 aan Jacob Septer verkocht, 5. aandelen in de meestoof De Zon en 6. delen van de meestoof De Waereld werden voor ƒ1150 aan Arnoldus Geradts verkocht, 7. het aandeel in de meestoof te Stavenisse kwam voor ƒ355 in handen van Jacobus ten Haaf, 8. het bos- en korenland aan de Kloosterweg te Noordgouwe werd voor ƒ319,22 aan mr. Johan Schuurbeque Boeije verkocht, 9. het korenland het Versebevang in het Poortambacht werd voor ƒ1332,10 eigendom van Johannes Wilson, 10. het weiland het Brasweelbevang aan het Verbrande Hoefje onder Kerkwerve kwam voor 769,50 toe aan pachter Adriaan Capelle, 11. het koren- en weiland het Kempevoogdsbevang in Kapelle (in werkelijkheid Brijdorpe) ging voor ƒ275,73 naar Jan Bouman, 12. de tuin aan de Zuiddijk(se)straat in Brouwershaven werd ook niet verkocht, 13. de tienden in de gemeente Ouwerkerk en Kraijenburg, met die van de Raapschoof in Oosterland en die in het Eerste Blok in Kapelle (in werkelijkheid Looperskapelle), werden voor ƒ1401 verkocht aan jonkheer Nicolaas Steengracht van Oosterland. 14. de tienden in de blokken het Kijblok, het Zonneschijn, het Hoekje van den Dijk en de Blauwe Bloeme te Bruinisse kwamen voor ƒ751 in handen van jonkheer mr. Willem Adriaan de Jonge. 15. hierover werd in het krantenbericht niets gemeld. De totale opbrengst was ƒ8164,55 en dus lang niet genoeg om de schade voor de centrale directie van Schouwen te dekken. Duidelijk werd dat Magdalena de Jonge op 18 september 1823 in het huis Poststraat wijk C nummer 92 (nu Poststraat 35) woonde. Ze was tijdelijk in huis bij haar zwager Hendrik Mulock Houwer en moet daarna zijn vertrokken. Uit de processtukken van de rechtbank in Zierikzee blijkt dat de officier van justitie die pas 29 januari 1824 terugontving. Of intussen werd gewacht of Van der Halen ergens gearresteerd zou worden of uit zichzelf zou komen opdagen, werd niet duidelijk. Het hooggerechtshof in Den Haag De kamer van beschuldiging van het hooggerechtshof verwees de zaak intussen in januari 1824 door naar de hoogste instantie voor strafrechtspraak in Zeeland, 110 het hof van assisen in Middel burg (voorloper van het provin ciaal gerechtshof). De kamer be sliste over strafzaken, die door de rechtbanken waren voorgelegd Deze procedure werd gevolgd wanneer de raadkamer van de rechtbank na het onderzoek van de onderzoeksrechter oordeelde dat het gepleegde strafbare feit moest worden bestraft met een peine effective ou infamente' (een wezenlijke straf, waarbij de eer van de verdachte wordt aan getast). De rechtbank in Zierikzee liet op 13 februari opnieuw een bevel tot gevangenneming van Albertus Willem van der Halen uitgaan. De kamer van beschuldiging van Daarna sins hii meteen i oststraat. Ook daar was niemand thuis. voorzag ze ookvaó SdsS ba<S™es"' dd<= teer e„ Het hof van assisen in Middelburg 7 Mi<?ddbur8 K verachten om KwoS 111 Poststraat 35

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2018 | | pagina 57