verwierf subsidie van Economische Zaken voor haar nieuwbouw op een nieuw bedrijventerrein in de Zuidhoek. In dezelfde tijd was het provinciebestuur erg bezorgd over Tholen met zijn grote arbeidsuitstoot uit de landbouw en brainstormde men in Middelburg over mogelijkheden voor industrie op Tholen. Over Schouwen-Duiveland werd echter heel anders gedacht: 'Gezien de ligging moeten vooral plaatselijke initiatieven tot vestiging van bedrijven leiden, want aantrekking van elders zal vaak bezwaren ondervinden.' Die woorden kwamen uit de koker van het Economisch-Technologisch Instituut (ETI) Zeeland, een poot van het provinciale apparaat die tevens onder het ministerie van Economische Zaken viel. Voor Schouwen was deze visie dus ongunstig: bij twee overheidslagen stond het anno 1952 niet als erg interessant aangeschreven en ook niet als hulpbehoevend. Dat veranderde allemaal na de ramp en ook het ETI-Zeeland betrok Schouwen- Duiveland sindsdien in zijn ontwikkelingsstrategie. In de late jaren vijftig werd Zeeland aangewezen als probleemregio en vervolgens wees het ETI vijf gemeenten aan als ontwikkelingskern waar het rijk de industrialisatie kon gaan concentreren. Dat werden Sint-Maartensdijk, Zierikzee, Goes, Hulst en Breskens. De laatste twee werden later min of meer geconcentreerd in de aanwijzing van Terneuzen, waarbij Hulst en Breskens afvielen. Noord-Zeeland, getroffen door de ramp, kwam met twee van de vier ontwikkelingskernen goed uit de bus. Dat was, aldus mijn collega Harmen van der Werf in het standaardwerk Zeeland 1950-1965, in feite een concessie van Economische Zaken, namelijk aan het provinciebestuur dat dus het getroffen Noord-Zeeland goedgezind was. De premie- en prijsreductieregeling Bevordering Industrialisatie Ontwikkelingskernen werd op 20 april 1959 van kracht en was werkzaam tot eind 1964. In I960 vestigde zich in Zierikzee bijvoorbeeld het herenconfectiebedrijf Superdam BV. Belangrijker was de komst van de dieselmotorenfabriek Smit-Bolnes, een combinatie van L. Smit en Zoon uit Kinderdijk en NV Machinefabriek Bolnes uit Krimpen aan de Lek. Ze kozen voor Zierikzee als vestigingsplaats vanwege de stimuleringsregeling van het rijk, maar ook vanwege de ligging aan open vaarwater en omdat er geen problemen werden verwacht met de werving van arbeidskrachten. De producten die Smit-Bolnes ging maken, dieselmotoren voor de aandrijving van zandpompen en voor de voortstuwing van baggerschepen, konden ook het best over water worden vervoerd. De gemeente stelde zich bovendien garant voor een lening van anderhalf miljoen gulden aan Smit-Bolnes, terwijl het rijk toeliet dat er extra huizen werden gebouwd. Smit-Bolnes had nog wel moeite met de omscholing van landarbeiders, maar door de betrokken werknemers met een bus naar Krimpen te sturen om het vak te leren, werd het probleem van het vakmanschap netjes opgelost. Dat er landarbeiders werden omgeschoold, wijst ons erop dat de concurrentie tussen stad en platteland op het gebied van de werkgelegenheid was opgelost: het waren de jaren van de brommer, de auto zou niet lang op zich laten wachten, en zo werd het werken in een andere plaats dan de woonplek een normaal gegeven. 130 Literatuur 131 Bouman, P.J., Geschiedenis van den Zeeuwschen landbouw en van de Zeeuwsche landbouw- Maatschappij 1843-1943Wageningen 1946. Broeke, W. van den, Economie, in: J. Zwemer en P. Brusse Cred.), Geschiedenis van Zeeland 1850 2000, Zwolle Utrecht 2014, 45-89. Brusse, P. en W. van den Broeke, Provincie in de periferie. De economische geschiedenis van Zeeland 1800-2000, Utrecht 2005. Cramer, H., J.M.T. Hefting en M.G. Westerhof, Schouwen-Duiveland, in: W. Banning Handboek Pastorale Sociologie. Deel 1, 109-140. Male, I.C. van der, Een nog te publiceren onderzoek van de Zierikzeese geschiedenis 1 "'95-1875. Priester, P., Geschiedenis van de Zeeuwse landbouw circa 1600-1910, 't Goy, gemeente Houten, 1998. Werf, H. van der, De werkgroep Deltazaken en de industrialisatie van Zeeland, in: J.P Zwemer (red Zeeland 1950-1965, Vlissingen 2005, 301-159. Zwemer, j., Onrust en Welvaart. Hel platteland van de Zeeuwse eilanden in het tijdvak van de Perste Wereldoorlog. 1910-1922, Vlissingen 2011.

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2018 | | pagina 67