eeuwse skeletcollecties uit Holland
en Zeeland, om zo een beter beeld
te krijgen van de lichamelijke ge
steldheid van de middeleeuwer en
de eventuele gevolgen van verste
delijking en commercialisatie daar
op. Dit type onderzoek, osteo-
archeologie, is niet ongewoon in
Nederland, maar er hebben helaas
nog te weinig grote vergelijkende
onderzoeken plaatsgevonden, waar
door de resultaten niet vaak geïn
corporeerd worden in omvangrijke
historische studies.
In mijn promotieonderzoek heb
ik drie skeletcollecties vergeleken,
waaronder menselijke begravingen
aangetroffen in het verdronken dorp
Klaaskinderkerke op Schouwen-
Duivenland. Na de watersnoodramp
van 1953 werden op de voormalige
plek van Klaaskinderkerke (tus
sen Scharendijke en de haven Den
Osse) menselijke skeletten en resten
van een kerk aangetroffen die als
gevolg van de overstromingen aan
het oppervlak waren komen te lig
gen In 1959 werd besloten om de begraafplaats op te graven om verdere schade
te voorkomen. Hoewel het water al veel graven had verstoord konden toch 54
complete skeletindividuen worden geborgen. In dit artikel zal ik eerst een korte in
troductie geven over osteoarcheologie en hoe dit vakgebied kan bijdragen aan het
beantwoorden van historische vragen. Daarna ga ik in op de belangrijkste resulta
ten uit mijn proefschrift en besteed ik speciale aandacht aan skeletten, opgegraven
in Klaaskinderkerke.2
De gevolgen van middeleeuwse ontwikkeling onder de loep
Osteoarcheologie wordt gedefinieerd als de contextuele analyse van menselijke
skeletresten uit een archeologische context. Dit vakgebied heeft als doel de levens
van mensen uit het verleden te bestuderen door de biologische gegevens, zoals
geslacht, leeftijd, lichaamslengte en pathologie, te integreren met de culturele,
sociale en economische aspecten van de leefomgeving van de individuen. Op
deze manier is het mogelijk om in kaart te brengen wat de gevolgen waren van de
sociaaleconomische ontwikkelingen voor de middeleeuwse mens. In dit onderzoek
is gekeken naar drie specifieke thema's: ziekte, dieet en activiteit.
Om dit onderzoek te kunnen uitvoeren zijn drie verschillende skeletcollecties
geanalyseerd, die door hun datering en context een representatief beeld kunnen
geven van de lichamelijke gevolgen van de ontwikkelingen in de late middeleeuwen.
De bewoners van ruraal (platteland) Blokhuizen, gemeente Hollandse Kroon in
Noord-Holland (1000-1200), dienen als beginpunt, omdat er in deze periode nog
8
geen sprake was van commercialisering en/of verstedelijking. Er is helaas weinig
bekend over Blokhuizen.
Waarschijnlijk hield dit kleine boerendorpje op het veen zich voornamelijk bezig
met akkerbouw en in mindere mate met veeteelt. De skeletten zijn in 1983 opge
graven door de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland nadat mense
lijke botten waren aangetroffen tijdens landbouwwerkzaamheden. In totaal zijn 119
individuen van deze vindplaats onderzocht. De tweede skeletcollectie die voor dit
onderzoek is bestudeerd, is opgegraven in het voormalige dorp Klaaskinderkerke
op Schouwen-Duiveland in
Zeeland. Nadat in 1953 als
gevolg van overstromingen
skeletresten waren bloot ko
men te liggen, werd in 1959
besloten de vindplaats op te
graven. Tijdens de opgraving,
uitgevoerd door de Rijksdienst
voor het Oudheidkundig Bo
demonderzoek, werden ske
letten en overblijfselen van
een kerk aangetroffen. Helaas
waren door de overstromin
gen vele graven verstoord,
slechts 54 ervan konden com
pleet worden opgegraven. Dit
zijn de graven die zijn opge
nomen in dit onderzoek. Daar
deze rurale collectie dateert
9
Blokhulzan
KJaaaklndorkorko
Onderzoeksgebied in Holland en Zeeland en de
locaties van de skeletcollecties. In Holland is gekeken
naar Blokhuizen (1000-1200) en Alkmaar (1448
1572), en in Zeeland zijn de skeletten van Klaas
kinderkerke (1286-1570) onderzocht
Bovenaanzicht van de opgraving in Alkmaar in 2010. Hier is goed te zien dat de individuen met hun
hoofd naar het westen en voeten naar het oosten zijn begraven, zoals gebruikelijk is bij christelijke in-
humaties. Aan de donkere grond rondom het individu is duidelijk te zien dat het kistbegravingen zijn
De Grote Kerk en de kerk met stadswal van het Minder
broedersklooster in Alkmaar. Tekening uit circa 1860
naar de situatie van circa 1570, (collectie Regionaal
Archief Alkmaar)