3
F
3 -
behooren tot de ringsynagoge van
door een gemiddeld getal van 80 leerlingen
benevens een distributie-kantoor van de brievenposterij
die men er aantreft,
onder welke 620 communikanten,
vic. van Breda, dek. van
Vóór het jaar 1700 waren er geen R.K. te Sas van Gent (zie Kerkelijk
Placaetboek, D II, bl. 550), doch nadat sedert het begin der achttiende
eeuw, eenigen uit het naburige Vlaanderen zich aldaar met der woon
gevestigd hadden en dit getal, in korte jaren aanmerkelijk toegenomen
was, is er omstreeks het jaar 1720 eene kerkschuur gebouwd, waarin de
dienst door twee Paters uit het Minderbroeders - klooster te Gent werd
verrigt. Later heeft men hier echter eenen wereldlijken Pastoor bekomen,
zoodat de R.K. die men er ruim 810 telt,
eene par. vormen, behoorende tot het apost.
Hulst, welke door êenen Pastoor bediend wordt.
De 15 Israëliten,
Middelburg.
Men heeft hier eene school,
bezoght wordende,
Met vergunning van FILIPS II, Koning van Spanje, hebben de Gentenaars,
in het midden der zestiende eeuw, op hunne kosten eene vaart gegraven
naar de Honte, ten einde de gemeenschap met de zee, welke anders door
de Schelde, langs Dendermonde en Antwerpen, met veel moeite plaats had,
te verkorten, en om tevens meerdere veiligheid aan hunne scheepvaart te
verschaffen, wanneer de stad Antwerpen, zoo als meer dan eens het geval
was de zijde der Staten hield. Het water in dit, ruim drie uren lange
kanaal werd afgeleid uit de Leije, die binnen Gent, met de Schelde zamen-
vloeit, en daar in vervolg van tijd, ter plaatse, waar naderhand Sas
van Gent is gebouwd, voor de uitwatering dezer vaart eene sluis .of sas
is aangelegd, zoo heeft de sterkte, die naderhand tot dekking dezer
sluis gebouwd is, den naam van het SAS VAN GENT, hetwelk zoo veel betee-
kende als de sluis van Gent, gekregen, zijnde dat gedeelte, alwaar de
sterkte gebouwd was, om zijne hoogere ligging, het hooge Sas van Gent
genoemd, in tegenstelling van het lagere gedeelte, hetwelk den naam van
het lage Sas van Gent voerde. Van deze sterkte zijn thans geene sporen
meer voorhanden. Vermoedelijk heeft zij gestaan op de hoogte van het
huis en erve, thans bewoond door den Heer Oud-Burgemeester Willem Jan
Jacob van Franckenberg en Proschlitz.
De gemelde sluis of sas, als schutsluis gediend hebbende, is, in het jaar
1769, op 's Landskosten met nieuwe schutdeuren voorzien geworden.
In den beginne waren bij deze sluis, ten gerieve der schippers, eenige
woningen gebouwd, die van tijd tot tijd vermeerderden en bij den aanvang
der nederlandsche beroerten met Spanje, in de zestiende eeuw, de gedaante
van een open vlek verkregen, doch zonder eenige versterking. Die van Gent
echter, begrijpende dat het in hun belang was, om maatregelen te nemen,
ten einde ten allen tijde meester van deze vaart te blijven, legden al
daar eenige verdedigingswerken aan, waaronder twee schansen, welke tevens
nog als een middel van defensie voor hunne eigene stad verstrekken konden.
De stad Sas van Gent, in het Lat. AGGER GANDATENSIS, CATARACTA
GANDAVENSIS of SASSA - GANDAVUM, ligt 10 u. ZO van Middelburg, 3 u. Z
ten W van Goes, 2 u. Z.W. van Axel, 4 u« Z.W. van Hulst 2^ u. Z. van
Neuzen, 4 u. van Gent, met welke twee laatstgemelde steden zij, door
middel van het Kanaal van Neuzen, gemeenschap heeft.