F 14 JOURNAEL des nademiddags hebben de zoete tragel voorbij de Galgeronduijt door I van alle het voorgevallene zedert (gedurende) de beleegering te Sas van Gent in den jaere 1747. dito, omtrent de avond onderrigt zijnde, dat de Franssen agter het hooghuijs boven het fort St. Antoon begosten te wercken, hebbe den capteijn de*la Vaux derwaerts gezonden, om den commandant van die troupes af te vraegen, tot vat eijnde zulks geschiede, dog hebbe geen voldoend antwoord bekoomen. (het fort St. Antoon of Antonie, was een achthoekige sterre- schans, omringd door een gracht, een bedekte weg met glacis en voorgracht. Het lag ten zuiden van Sas van Gent langs het kanaal tegenover de Stuiver, aan het eind van de in 1787 be dijkte en naar dit fort genoemde St. Antoniepolder) denzelfden dito, 's nagts krijgersraad gehouwen en voorgeslaegen om den Eversdam te doen doorsteeken, ’t welke door denzelve eenpaerig goedgekeurd zijnde, is door de ingenieur Berg en den sous-lieutenant Vermeulen, met 22 bedekkers en 54 pionniers derwaerts gezonden om dit te executeeren, zijnde uitgezonden (marcheert) om 12 uuren, en aldaar gewerkt tot 4 uuren des morgens, wanneer den majoor d’Osi- mont de officier van de commando liet waerschouwen haer te retiree- ren, alsoo de Franssen reets in de polder alwaeren nn naar 't veer van ’t Sas marcheerden, waarop den ingenieur met.16 pionniers hier Maandag den 17 april zijn de Franssen uijt Gent gemarcheert naar de Riemer heijde; hebben balken in de sluijs aan de Gentsche vaert ge- leijd en ons het water benoomen, voorts detachementen gezonden na Asseneede, Selsaeten, Suijtdorpen en de Overslagh, en zijn gedefi- leert agter de innundatie van Sas van Gent en langs den Pieters- dijk (bij Philippine), hebbende de daer aanstonds postgevat langs den zeedijk tot het zoogenaamde Mosselhuijsje; hebben aanstonds op deeze aankoomende berigten de geheele sluijs voor het bastion Gene- raliteijt doen opzetten, waardoor de innundatie van de Poel en St. Albert polder 7 duim boven de peijl gewassen zijn 3. (Bolwerk Generaliteit moet een schrijffout zijn, want daar heeft nooit een sluis gelegen. Dat was het geval bij het daarnaast ge legen bolwerk Oranje). Dit "Journael" is opgenomen in de "Bijdragen tot de Oudheidkunde en Geschiedenis, inzonderheid van Zeeuwsch-Vlaanderen", deel IV, blz. 174-191, uitgegeven te Middelburg bij J.C. W. Altorffer, 1859. In het gemeente-archief van Sas van Gent berust een met de hand geschre ven afschrift van dat "Journael" waarvan het origineel vroeger in be zit is geweest van Dr. J. Ab Utrecht Dresselhuis. Bij een verkoop is het gekocht door de archivaris van Zeeland. Dit "Journael" verscheen eerder in de Stem van Oud Terneuzen in 1967, onder redactie van onze Vice-Voorzitter Rob Slock. Hierbij wordt afgedrukt een tekening van de belegering, die berust in het gemeente archief van Sas van Gent en tevens een afdruk van een ets. eenige pionniers 1^ voet doen doorgraven om de innundatie van St. Albertuspolder te vermeerderen; omtrent den 3 uuren hoorde men uit Philippine canonneren, 't welk tot den laaten avond continueerende, en met de volgende dag weeder begost. denzelfden dito, hebbe aanstonds twee expressen gezonden, ommie hier van kennisse te geeven aan den luitenant generaal (p) de la Rocque, en eene aen de heeren staeten van Zeelandt, meede een expresse aen de vorst van Waldeck, omme hiervan kennisse te geeven, welke laaste mijn 's anderen daags door de draeger wierd weeder gebraght, omdat hij niet door konde geraeken. (de la Roque commandant van Hulst).

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van de Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent | 1969 | | pagina 4