«weleer eene hooge en vrije heerlijkheid, hebbende hoog, middelbaar
en laag regtsgebied, gelegen m Staats*Vlaanderen bij en aan het Sas van
Geads, verdween tengevolge van de watervloeden in de 15e eeuw
grotendeels onder de golven en wat nog droog was gebleven ging ten
onder toen Prim Maurits in 1586 de landerijen rondom Axel liet
inunderen.
Op octrooi van Albert en Isabella van Oostenrijk van 15 maart 1617
werden de gronden van Westdorpe; «na honderd dertig jaren met de
zee gemeen te zijn geweest», ingedijkt door het kapittel van de
O.L. Vrouwekerk te Antwerpen. Ter erkenning van het door de
Oostenrijkse mogendheden gunstig verkregen octrooi noemden zij de
nieuw ingedijkte polder «Autridienpolder», welke naam tot heden toe
in stand is gebleven.
Ook de naam van de huidige «Kapittelstraat» herinnert aan het voor-
nosnde kapittel, dat na de indijking de gronden met veel voorrechten
van de aartshertogen ten geschenke had gekregen.
In 1626 ging de heerlijkheid Westdorpe met alle daaraan verbonden
rechten over op Franciscos pinghens, koordeken van de kathedrale
kerk van Antwerpen. Vanwege Philips III, korting van Spanje, werd op
de 5e augustus 1626 te Brussel een oorkonde opgemaakt waaruit blijkt,
dat kanunnik Frandscus Dinghens de heerlijkheid had gekocht voor
1200,GO. Hij werd hiermede de eerste heer van Westdorpe.
Franciscus Dinghens werd geboren te Keulen, Hij werd erkend als
kanunnik van het Kapittel van de btthedrate Kerk van O.L. Vrouw te
Antwerpen op 10 juH 1608.
Op 4 april 1614 benoemd tot «meier» van het kapittel, kreeg hij
opdracht om te zorgen voor het beheer vw de poldergoederen. Op
9 maart 1624 werd hij ctafeoriers van het kapittel. Op 18 October 1630
volgde zijn benoeming tot «provisor van de kerk van Sint Andries
(dorp ten westen van Axel)
G 11
