G - 6.
II
Het gerucht deed de ronde dat de plaats door de bevolking ontruimd zou moeten
worden. En werkelijk maandagmiddag 20 Mei kregen de bewoners van Passluis
aanzegging dat ze hun huizen en hofsteden moesten verlaten met het oog op het
springen der bruggen te Sas van Gent. De mensen vonden een onderkomen bij
familie en kennissen in de gemeente.
Te circa 7 uur in de namiddag van de 20ste Mei moeten we ons de toestand aldus
voorstellen
De bevolking werd in die dagen vermeerderd met vluchtelingen uit Brabant o.a.
uit Breda en Ginneken. Voor deze ongelukkiger was een huisvestingscomité op
gericht dat er voor zorgde dat de mensen op behoorlijke wijze werden onderge
bracht
De grote massa der terugtrekkende troepen was voorbijer 'was een zekere uiter
lijke rust ingetreden na het geronk en geratel der voorgaande tien dagen.
Wat nu en dan nog voorbij snorde was een kleine groep auto’s of een enkele
motorrijder; de resten der achterhoede. Doch de spanning was ten top gestegen,
werken deed niemand meer, er stond wat te gebeuren. Ieder ogenblik verwachtte
men het springen der Sasse bruggen en de komst der duitse troepen.
Hoewel het terugtrekken ordelijk geschiedde en men niet kon spreken van een
wilde vlucht, ging alles nu toch sneller en meer gejaagd dan bij de opmars.
Want in de twee of drie dagen dat de terugtocht zich voltrok passeerde er
veel meer materiaal en troepen dan in de voorafgaande zeven dagen. Ook de
Molenstraat voerde nu gen stroom van gemotoriseerde legereenheden aan.
Afdelingen infanterie te voet zag men slechts sporadisch. Tussen de Fransen
reden af en toe ook groepen Nederlandse soldaten op rijwielen of vrachtauto's,
's Middags 18 Mei volgden de Belgen. Het waren regimenten van het vijfde leger
corps onder generaal van den Bergen en klaarblijkelijk hadden zij als opdracht
de terugtocht der Fransen te dekken want ze legden loopgraven aan langs de
westelijke oever- van het kanaal en brachten daar achter hun artillerie in
stelling. Het liet zich dus aanzien dat Westdorpe frontstreek zou worden.
Doch die bewuste vrijdag van de 17de Mei werd het hoe langer hoe duidelijker
dat de terugtocht begonnen was. De volgende dag twijfelde niemand meer.
Was de doortocht der Fransen van 10 tot 17 Mei een opmars geweest, die zich
dus bewoog in de richting Passluis - Zwartenhoek, op Vrijdag 17 Mei begon de
terugtocht. Toen men de eerste vrachtauto’s in de richting Sas van Gent zag
voorbij snorren, meende men aanvankelijk dat ze nieuwe lading gingen halen.
Immers de bevolking was van de stand der oorlogsgebeurtenissen slecht op de
hoogte. Wel hadden de Hilversumse zender gemeld dat het gehele Nederlandse
leger met uitzondering van de stelling Zeeland had gecapituleerd, maar dit
bericht was officieel tegengesproken. De gemeentelijke omroeper was Dinsdag
avond 15 Mei per fiets door de gemeente gereden en had een telegram voorge
lezen afkomstig van de commandant van Zeeland Schout bij Nacht T. van der
Stadt, dat alle berichten omtrent de overgave van het veldleger en de vesting
Holland vals waren.
De ontruiming van de gemeente door de bevolking op maandagavond 20 mei 1940
Op Maandag 20 Mei te circa 7 uur kwam het bevel dat alle ingezetenen moesten
vertrekken. Het werd door de omroeper die weer per rijwiel door de gemeente
reed, bekend gemaakt en luidde aldus:
Door deze wordt onmiddellijke ontruiming der bevolking van de volgende
gemeenten en gehuchten bevolen: Zelzate, Assenede, Sas van Gent, West
dorpe, Autrichenpolder, Klein Gent, Zwartenhoek, Axelse Sassing.
De Militaire overheden zullen er over waken dat het huidige bevel voor
1Ï
n
H
tf