G - 8. IV vertrapt 's werden leeg i meegenomen, III - Het verblijf te Zuiddorpe De Westdorpsche geëvacueerden zijn te Zuiddorpe met open armen ontvangen en hebben er de grootste hulpvaardigheid ondervonden. Ieder was daar bereid onderdak en hulp te verschaffen, al kon het ook niet anders of velen moesten hun verblijf in stal of schuur voor lief nemen en al dreigde er gebrek aan levensmiddelen, aangezien de bevolking te Zuiddorpe door de invasie meer dan verdubbeld was. Toch heeft niemand honger hoeven te lijden; brood en andere levensmiddelen konden van uit Koewacht worden aangevoerd. Ook heeft de evacuatie maar vijf dagen geduurd en gelukkig was het iedere dag heerlijk zacht voorjaars weer. Vestdorpe door zijn bevolking verlaten Zodra de bevolking de gemeente had verlaten drongen de Belgische soldaten de huizen binnen en begonnen te roven en te plunderen. Vooral de woning der neringdoenden moesten het ontgelden. Enkele winkels en café', gehaald; in andere werd bovendien datgene wat niet kon worden over de grond verspreid en vertrapt. Uit huizen van particulieren*werd ook veel ontvreemd, zoals kleren en eetwaren. Uit alles bleek dat het de plunde raars niet slechts was te doen geweest om zich voedsel of rookartikelen te verschaffen; er was gestolen om te stelen er was verwoest uit zucht om te verwoesten. Misschien ook heeft de bedoeling voorgezeten zoveel mogelijk grondig te vernielen om het niet in handen der Duitsers te laten vallen. De meeste plunderingen zijn geschied Dinsdag 21 Mei. Men was algemeen van opinie dat het de Belgen aan tijd had ontbroken om nog meer schade aan te richten. Op Dinsdagmorgen te 6 uur is ook de toren opgeblazen en daarna heeft men kerk en pastorie in brand gestoken. Op dezelfde dag zijn de huizen te Passluis verbrand. In de nacht van 22 op 23 Mei had de beschieting plaats door de artillerie waardoor verschillende woningen totaal werden vernield of zwaar beschadigd. De Belgische bondgenoten hebben in de gemeente dus wel diepe sporen maar helaas geen goede herinneringen achtergelaten. Op Dinsdagmorgen 21 Mei zagen de uitgewekenen de eerste Duitse troepen voor bij trekken. Hun bewapening leek veel op die der gemotoriseerde Franse afdelingen; ook hier pantserauto's en motorrijders voorop met daarachter tanks, artillerie en afweergeschut. Het viel echter op dat ze al dit materiaal in groter hoeveelheid bezaten. Voor zover ze tijd hadden zich met de burger bevolking te bemoeien waren ook deze militairen vriendelijk en voorkomend. In de nacht van 21 op 22 Mei werd Zuiddorpe vanuit westelijke richting (Bassevelde) door de Belgische artillerie beschoten. Er vielen granaten even buiten het dorp die gelukkig geen slachtoffers maakten maar de inwoners en de geëvacueerden wel een angstige nacht bezorgden. Tussen de gevluchte bevolking ontstond tijdelijk een opvallende verbroedering. Ieder wist zich hulpbehoeden niemand waande zich nog boven een ander verheven, allen verkeerden in dezelfde omstandigheden en gevoelden zich leden van éên grote familie. Het verblijf buiten de gemeente heeft geduurd van Maandagavond 20 tot Zaterdag 25 Mei. Wisten de geëvacueerden te Zuiddorpe reeds hoe het met hun woonplaats gesteld was Gedeeltelijk. Er waren namelijk lieden geweest die reeds Woensdag 22 Mei tot in hun dorp waren doorgedrongen. Sommigen hadden avonturen beleefd en waren eerst door .de belgen, daarna door de Duitsers enkele uren gevangen gehouden. Anderen kregen Donderdag 23 Mei door bemidde ling van de burgemeester van de Duitsers vergunning het vee te gaan verzorgen. Die personen hadden reeds het nieuws gebracht dat er huizen in puin geschoten of verbrand, dat andere beschadigd waren en dat er veel geplunderd was.

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van de Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent | 1971 | | pagina 8