G - 9- het dorp. en tientallen onontplofte de projectielen bij de huizen. Ze zijn in zoveel mogeli jk ter Men kon zich indenken hoe de mensen te moede waren toen zij teruggekeerd hun woningen verbrand, in puin geschoten of leeggeplunderd vonden. In het geheel waren 26 huizen door beschieting of verbranding totaal verwoest en verder nog een honderdtal die meer of minder hadden geleden. Bij deze laatste waren er die slechts glas of dakpannenschade hadden, maar er waren er ook nog onder die een voltreffer hadden gekregen. Diegenen wier woning was verwoest vonden meestal bij familieleden een onderdak. Enkele getroffen gezinnen konden een leegstaand huis betrekken. Anderen richtten zich zo goed en zo kwaad als het ging in een overeind gebleven keuken of schuurtje in. De pastoor en de kapelaan die tot de zwaarst getroffenen der gemeente behoorden namen hun intrek in een burgerwoning in de Dorpstraat op de hoek van de Wilhelminastraat was men toen reeds bezig koeien en - -J waren losgebroken In de tuin van de landbouwer Hilair van J het Sporen van dode of gewonde soldaten waren verder Het was trouwens ook niet in deze streek geweest dat de De algemene terugkomst van mannen zowel als van vrouwen en kinderen vond plaats op Zaterdag 25 Mei. Toen de eerste bewoners die dag terugkeerden zagen ze de gemeente vol doortrekkende Duitse troepen. Deze doortocht geschiedde van het oosten naar het westen en duurde zonder onderbreking twee tot drie uur. De voertuigen en kanonnen waren met paarden bespannen, de infanteristen hadden rijwielen. Zoveel militairen had de plaats nog niet bij elkaar gezien ook niet in het drukst van de terugtocht der Fransen. Men moest soms een kwartier wach ten voor er gelegenheid was vlug even de straat over te steken. In de polders aan weerszijden van de dijk paarden op te vangen die tijdens de beschieting uit de weide en nu in het vrije veld rondliepen 1JXJ.a Acker (Axel) en op het erf van de Heer Richard Bauwens "(Passluis) lag graf van een Duits militair. - - niet meer te zien. overtocht over het kanaal was geforceerd. Wel vond men zowel in de Canisvliet- als in de Autrichenpolder zeer veel granaattrechters granaten. Er lagen ook enkele van t' de maand Augustus 1940 door Dditse soldaten opgeruimd of plaatse tot explosie gebracht. In de buurt van de kerk was veel schade aangericht. De torenspits was gevallen; de kerk zelf totaal leeggebrand. Het vuur van de kerk had zich meegedeeld aan de pastorie en ook deze was een prooi der vlammen geworden. Alleen de muren van beide gebouwen stonden nog overeind. Alle huizen in de omgeving waren zwaar beschadigd door het opblazen van de toren enkele ook door granaattreffers. In de zgn. Nieuwe Wijk lagen drie huizen in puin, sommige andere waren door kanonvuur beschadigd. Vanaf de Vissensverkorting tot Sas van Gent waren de meeste huizen verbrand. Verder was de huizenrij aan de Oostdam onder de ge meente Sas van Gent, geheel en al door brand vernield. V - De terugkomst op 25 Mei Doordat de belgen hun stellingen langs het kanaal hadden moeten opgeven en zich in westelijke richting hadden teruggetrokken kon de bevolking op Zater dag 25 Mei terugkeren. De avond tevoren was de mannelijke bevolking reeds hier geweest en het was de bedoeling dat deze mannen de nacht in de gemeente zouden doorbrengen want het gerucht had zich verspreid dat vanuit Eekloj een stroom van vluchtelingen naderde die waarschijnlijk te Westdorpe een onderdak zou zoeken. Deze mensen zijn echter niet verschenen. Maar ook de Westdorpse mannen durfden nog niet te blijven; vanuit het westen vlogen granaten over

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van de Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent | 1971 | | pagina 9