F - 40 HET ONDERWIJS IN SAS VAN GENT 1 kloosters mannen aan de Kruistochten vrije en al spoedig sommige steden scholen van rekenen en Het recht om deze scholen te stichten had onze gewesten de Een van de weldaden van Karei de Grote ia geweest, dat hy kerken, en scholen heeft gesticht. Oorspronkeiyk werd slechts onderwijs gegeven aan de adel en de geesteiykheid. Al heel gauw gelastte Karei zyn wereldiyke ambtenaren hun zonen (over doch ters wordt niet gesproken) naar school te sturen om de letters te leren. Het doel van de scholen was i de invoering van het Christendom te bevorderen. De Christenen moesten de gewyde geschriften en de korkelyke gebeden kunnen lezen. Er moest dus leesonderwys gegeven worden. Dit onderwys stond in dienst van de Kerk en hield geen rekening met de eisen, die het practlsche leven* aan de mensen stelde. Dit veranderde tydens en na de Kruistochten. De lyfeigenen of horigen waren door deelname geworden. Ze begonnen zich toe te leggen op ambacht en handel deed het gemis aan algemene kennis zich voelen. We zien dan, dat er naast de kerkeiyke scholen in verryzen, waar naast lezen in de volkstaal ook de beginselen aardrykskunde onderwezen wordt, alleen de graaf. Zo heeft de beroemde graaf Floris V in eerste stadsscholen gesticht. Na de uitvinding van de boekdrukkunst, toen de boeken binnen ieders bereik gebracht werden, begon het onderwys zich uit te breiden. Vooral Karel V en Filips II hebben het schoolbezoek aangemoedigd. Tydens de tachtigjarige oorlog ging het onderwys sterk achteruit. Door de woelige en onzekere tyd kwam er een gebrek aan onderwyzers. Veel predikanten waren gedwongen de taak van de onderwyzer over te nemen en het onderwys beperkte zich tot het leren van de Heidelbergse catechismus, do Tien Geboden en vele andere gebeden. (Dit volgens het besluit van de Dordse Synode 1574.) Weer was godsdienst het hoofdvak. Hst toezicht op de scholen berustte by de predikanten en ouderlingen. Ze moesten niet alleen de school bezoeken, maar ook toezicht houden op het gedrag van de onderwyzer. Hot schoolgebouw was meestal een bedompt vertrek, waar orde en tucht met harde middelen, zoals plak en roede, gehandhaafd werden. Toch heerste er in do school van die dagen een oorverdovend lawaai. De kinderen moesten alles uit het hoofd opdreunen. Dit was zo erg, dat de mensen liever naast do smid woonden, dan naast de school.

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van de Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent | 1974 | | pagina 15