Antonius De Heide
en Wolter Van Doeveren
Overgenomen
Twee verdienstelijke Zeeuwen uit Philippine:
uit de "ST LAURENSKLOK"
van jaargang 50 m 1
door R. Audmarri, Ertveldr
De naam van het naburige Philippine (Gemeente Sas van
Gent), doet de lekkerbekken bij ons watertanden want Philippine
is synoniem van mosselen.
Deze vroegere zeehaven, gesticht in 1505 door Jan Lauwe-
rijn, Heer van Watervliet, moet al sedert lang voor zijn mosselen
bekend zijn. Antonius De Heide werd in 1646 in dit plaatsje
geboren en hij heeft aan de mossel een omvangrijke studie ge
wijd onder de titel Anatome mytulis Deze 81 blz. tellende
studie werd door een zekere van Almeloveen in het Nederlands
vertaald onder de titel Ontledinge des mossels en voorzien
van een 50-tal tekeningen zoals ze door de Heide in zijn oorspron
kelijk werk werden gemaakt.
De Heide heeft zich tijdens zijn leven niet uitsluitend met de
mosselkunde bezig gehouden. In 1667 vinden we hem als student
in de medecijnen te Leiden onder de naam Antonius Heidanus,
ZelandusNa zijn promotie vestigde hij zich als medicus te
Middelburg. Naast zijn drukke praktijk vond hij nog de tijd om
allerlei wetenschappelijke proeven te doen. Hij werd in zijn tijd
als een geleerd man beschouwd en de stagiairs stroomden dan
ook toe. Dr. Adr. Fokker schrijft over hem De Heide had leer
lingen, waarvoor hij o.a. de laryngotomie op dieren deed. Hij
observeerde de bloed- en melkbolletjes, deed vele chemische
proeven op bloed en etter en vele op medicamenten Zijn pu-
blikaties lieten dan ook niet op zich yvachten en hij gaf het licht
aan Algemeene en bijzondere werking der geneesmiddelen in
's Menschen Lichaam door een Wis-konstige Redeneringh volgens
de nieuwe gronden der geneeskunde, nader als oijt voor dezen
verklaart en met Print-Verbeeldingen vertoont(Uitg. Middelburg,
1677). Tegen de alom verspreide en geprezen uroscopie uit zijn
tijd nam hij stelling in Nieuw licht der apothekers, benevens
eenige ontleed-genees-en heelkundige waarnemingen, vergezeld
met een vertoog over de onzekerheid der piskijkerij, en de be
drieglijkheid der piskijkeren (Uitg. Amsterdam, 1682).
Niemand kon voorzien dat zijn leven plots zo'n tragische
wending zou nemen. Aan de grondslag hiervan lag een vrouw
Antoinette Bourignon uit Rijsel, die door haar geschriften tien
tallen mannen het hoofd op hol had gebracht en tot haar volge
lingen gemaakt. Deze extravagante vrouw was in haar prille jeugd