V-6
I.
voor de Schelde
langs de St.Jansteensenweg, tot aan het gewezen geslechte havenfort, voorts
langs de grote Ahsdaalseweg tot aan de Ferdinandusdyk en langs deze voorbij de
herberg he Drie Schouwen, bewoond door de weduwe Wiemersch, tot op het punt,
waar de dus genoemde oude linieweg, lopende door de polders van bewesten en
beoosten "Bly" eindigt.
Vandaar voorbij het voormalig fort der Zwartenhoek, den zeedijk volgende en het
nieuwe kanaal van Temeuzen, in een rechte lijn kruisende en verder langs de
genoemde zeedijk tot op het punt van deze dijk, liggende tussen de polder
Nieuw Vogelschor en de polder Papeschorre, zodanig dat het dorp en de haven van
Philippine geheel in het terrein van toezicht wordt opgenomen.
Van bovengemelde punt de zeedijk van de polder Nieuw Vogelschor en verder die
van de polder Oud Vogelschor volgende, tot op de zuidwestelijke hoek van laatst
genoemde zeedijk; voorts dwars over het oude Sasse Gat en over de Braakman tot
aan het veer van de gemeente Biervliet.
Vervolgens Biervliet kort langs de huizen omgaande en hetzelve op de linker
hand latende liggen, op de dijk aar. het einde van dit dorp en deze dijk volgende,
zodat de Grote en Kleine Zoutepolders op de rechterhand en een gedeelte van de
Geertruidepolder op de linkerhand blijft en ook de Helenapolder ter rechter- en
de Oranjepolder ter linkerzijde wordt gelaten, tot aan de korenmolen by de
Oranjepol der.
Voorts de Ameliapolder ter linkerzijde latende, langs de Nieuwlandse dijk tot
aan de Zachariasdijkpolder, langs de weg van het Molentje tot aan de schuur van
de hofstede van Francis Verdijk;
Vandaar langs de Stratendijk tot op de Steenovendijk en deze rechtuit volgende
tot aan de Kaas- en Brooddyk en deze rechtuit volgende tot aan de paal van de
stedelijke belastingen en de tolpaal van Oostburg; de sloot ter linkerzijde van
de straatweg van Oostburg naar Sluis volgende, tot op de dijk bij de herberg, ge
naamd de hitten en deze dijk volgende ter rechterzijde van het huis, genaamd de
Rijkskeet, of magazijn van de polders en langs de waterkant de buitendijk volgende
tot aan de Diomedepolder en langs dezelfde dijk op de haven van het
Re tranchement
De voorlopige regeling van de linie van toezicht wordt bij K.B, van 6 juli 1855
enigszins gewijzigd.
Bij K.B, van 12 juni 1839 wordt de vestiging van kantoren en heerbanen van de
in- en uitgaande rechten en accijnzen vastgesteld.
Invoer aan de landzijde aan de bovenrivier
1/ Kantoren van expeditie voor het inkomen in het ryk langs de rivieren,
zijnde tegelijk kantoren van laatste visitatie bij het uitgaan van de
Schelde te Bath; voor het kanaal van Neuzen te Sas van Gent; voor de
vaart van Brugge te Sluis,
2/ Kantoren van betaling voor de invoer langs de rivieren
te Bath en Neuzen; voor de vaart van Brugge te Sluis; voor het kanaal
van Neuzen te Sas van Gent en Neuzen,
5/ Kantoren van expeditie voor het inkomen in het Rijk aan de landzijde,
tegelijkertijd kantoren van laatste visitatie bij het uitgaan, te Hulst,
Koewacht, Overslag, Sas van Gent, Biervliet, IJzendijke, Aardenburg en
Sluis.
4/ Kantoren van betaling bij het binnenkomen aan de landzijde (Art. 42 Alg, Wet),
te Hulst, Axel, Koewacht, Overslag, Sas van Gent, Biervliet, IJzendijke,
Aardenburg en Sluis,
II. Kantoren van in- en uitvoer aan de landzijde, voor de accijnsgoederen (Art,
37-66 der Alg.Wet) te Bath, Hulst, Sas van Gent en Sluis.
1/ Kantoren voor doorvoergoederen te Bath, Sas van Gent en Sluis (alleen
voor doorvoer te water)
2/ Kantoren van aangifte en betaling van de invoer van goederen, bestemd
voor de dagelijkse behoeften der grensbewoners, alsmede uitvoer van de
opbrengsten van de grond, gelegen binnen een afstand van 5*500 ellen
van de grens, te Graauw en Hontenisse,