fl
L-344
Huize Doom, de plaats wudr de Duitse Keizer Wilhelm tot aan zijn dood in
ballingschap verbleef.
ro*wt 1S£6, het jaar waarin me-
JL vrouw Neeteson Doom verimiu
voor Brussel, duren de bezoekjes
aan die Priuzessin Canno voort.
„Huize Doom was een statig ge~
alles vertelde over bomen en planten
en ook vroeg of wij Duits op school
leerden...”
In haar jeugdherinneringen besteedt
mevrouw Neeteson uitgebreid aan
dacht aan het huwelijk tussen Wil
helm en Hemüne. Doom staat al da
gen voor de trouwpartij op zïi kop:
bij de boekhandels liggen de etalages
vol met boeken en foto’s van keizer
en aanstaande keizerin, de hotels zit
ten overvol met buitenlandse gasten.
Horden journalisten en fotografen
komen op het huwelijk af. Mevrouw
Neeteson: „Halve nacht® lagen we
door de ramen naar bulten te kijken.
Er ging dan ook geen dag voorbij of
wij spraken wel over de keizer en zijn
aanstaande vrouw".
ïrïyi herzaïBeriiag is, zoals het eau dame betaamt, nog Sevendig. Doom in de
Jlwjaren twintig: seine Majest&t der Kaiser nn< der KSnig Wilhem der
swsite von Deutschland and Fransen. Een verbamien vorst, „Elke ochtend”,
s^gt mevrouw A. F. Neeteson, „tassen acht uur en kwart over acht kwam de
veldwachter Van Doom in burgerpak op de fiets om de weg te verkennen die
de keizer die dag wilde wandelen. Meesta! was hij gekleed in een grijs pak,
een groene jas en een cape om zijn ongelukkige arm te verbergen. Trouw
voor hem uit liepen altijd twee takshondjes. Het gedfeibbel van die beestjes
was grappig om te zien...”
Het is 1918, het einde van de eerste
wereldoorlog, als generaal Groener
ketter Wilhelm II namens de Duitse
strijdkrachten de ’gehoorzaamheid’
opzegt. Op 10 november van datzelf
de jaar wijkt Wilhelm (1859-1941) uit
naar Nederland, waar hij eerst korte
tijd verblijft op het, kasteel Ameron-
gen om dan definitief zijn intrek te
nemen- in Huize Doorn. Een statig
landgoed van zo’n 46 hectare com
pleet met poortgebouw dat de Duitse
keizer al voor de wereldoorlog koopt
van de baronesse Van Heemstra,
Tegenover Huize Doom ligt het
christelijk instituut voor opvoeding
en onderwijs van jonge meisjes, villa
fthodensteln, waar zegge en schrijve-
acht meisjes uit binnen- en buiten
land op hun toekomst worden voor
bereid. Daaronder: Anna Francois®
Neeteson trit Bas van Gent, in die da
gen veertien jaar oud. Op villa Rhc-
denstein volgt sjj vier jaar onder
richt: van 1322 tot 1926. De herinne
ring aan vervlogen tijden: „De keizer
ging elke dag uit wandelen met twee
heren van zijn hofhouding. Een hoed
op,-vaak een stok aan zijn arm. Ik heb
hem nooit van zijn tocht zien terug
komen, tegen die tijd. zaten wij al
weer op school,..’’
Z~1P een mooie dag dient zich bij de
V#directrice van villa Rhodenstein
een hofdame van keizerin Hermlne
aan, Wilhelms tweede wouw. Hermi-
ne heeft bij haar huwelijk met de kei
zer (zijn eerste vrouw Augusta Victo
ria sterft in ’22 in Doorn) ai vijf klnde-
ren, van wie prinses Caroline (roep
naam Carmo) de leeftijd heeft van de
leerlingen van het meisjesinternaat
Mevrouw Neeteson: „Vandaar het
bezoek van die Frau Hoficath aan ón
ze directrice. Keizering Hermine
vond dat haar dochter, net zo'n bak
vis als wij, omgang moest hebben
met kinderen van haai’ eigen leef
tijd”.
En zo gebeurt het dat Anna Neeteson
en een dochtertje van de destijds be
kende toneelspeler Louis de Bree
worden uitverkoren voor een bezoek
aan de keizerlijks woning. „Voor de
school was dat natuurlijk een hele
eer. Senuwachtig waren we eigenlijk
niet, we hadden vooraf, al tegen el
kaar gezégd: we krijgen'er vast-thee
mét koekjes. Toch was dat eerste be
zoek niét leuk, maar eerlijk gezegd,
stijf. Maar de thee met cake brak de
spanning; bovendien hadden we el
kaar voor een blik van uitwisse
ling...”
Pas bij het tweede bezoek aan Huize
Doom laat keizer Wilhelm zich zien.
„Wilhelm, een hele ijdele man, maak
te een buitengewoon charmante in
druk. Hij maakte met ons een warsde
ling door bet park, waarbij hy van
bouw. De rook- au conversatieka-
sèqct was het meest gebruikt® ver
trek. Het zag uit op het mausoleum
dat óp veraoek van de keizer eenvou
dig was iiitgevoerd. Ook de werkka
mer van de keizer was eenvoudig in
gericht: er stond een lessenaar niet
daarvoor een paardezadel dat hoger
en lager kon worden afgesteld. Wil
helm had als hobby houthakken,
maar ook mocht hij graag hoefijzers
boven de deuren van tamers en ver-
trekken aanbrengen. Het huis was
verder bekleed met wandkleden van.
Frans gobelin, Perzische wandkle
den en mesihaïs uit het keizerlijk pa
leis in Potadam, het stond er vrese
lijk vol...”
Tot de Tweede Wereldoorlog blijft
mevrouw Neeteson met Caroline cor
responderen. Daarna verliezen zij el
kaar uit het oog. Het duurt tot 1974
eer mevrouw Neeteson huize Doom
terugziet. Het huis Is dan inmiddels
al jaren ingericht als museum. Na.
haar bezoek schrijft zij in haar dag
boek: „Bij het binnentreden in de hal
merkt men al direct een voornaam
heid, onderdrukt door een onbe
woonde sfeer. Huize Doom, evenals
je op mij een grote indruk hebt ge
maakt voor de oorlog door grootheid
en respect, maak je nu een indruk
van gevallen grootheid...”
Peter Oggël