F—142
DE
VAN DE VELDWACHTER.
mrt.'86 R.Slock
"BIJVERDIENSTEN"
Bij herhaling werden strafmaatregelen in het vooruitzicht gesteld. Zo zie je
maar, verlikkers zijn er altijd geweest, maar ook de kunst om iemand met een
kluitje in het riet te sturen heeft altijd bestaan, al betrof het zelfs de
Commissaris des Konings.
Maar dat had tot gevolg dat de commissaris op 26 januari d.a.v. opdracht gaf,
"om den veldwachter Uwer gemeente van mijnentwege ernstig te onderhouden over
zijne ongeoorloofde handelwijze ten aanzien van het ontvangen van fooijen,
ofschoon hem dit verboden was."
In 1860 was de burgemeester van Sas van Gent van mening, dat het aannemen van
fooien aan de veldwachter, ook zonder dat zijn salaris werd verhoogd of hem
een andere tegemoetkoming werd verstrekt, kon worden verboden. Hij meende dat
niet alleen, maar hij handelde er ook naar.
Maar daar was hij er niet mee, want op 15 januari 1861 schreef de Commissaris
des Konings hem onder meer "Volgens een dezer dagen bij mij ingekomen berigt,
zou die beambte echter, bij gelegenheid van den Nieuwjaarsdag, evenals vroeger,
almanakken rondgebragt en daarvan fooijen aangenomen hebben"
De burgervader kreeg opdracht dat te onderzoeken en daarover te berichten.
Dat onderzoek liet niet lang op zich wachten en het resultaat werd reeds op
21 januari 1861 meegedeeld. Meneer Kerckhaert, die toen burgemeester was, liet
de commissaris weten dat de "rondbrenging van almanakken en het ontvangen van
fooijen door den veldwachter, buiten mijne kennis heeft plaats .gevonden" en
daarmee uit.