1111
F-169
de Don
Kolonel Graaf Beyhaioff van
Gent kreeg een
tot paardenstal
i hooi en stro. Bij besluit van
vorst van 20 Juli 1814 nr
band niet de inundatie der landerijen rond
Sas van Gent. Hoge interventie is daaraan te
pas moeten komen om de zaak tot redelijke
oplossing te brengen. De overeenkomst daar
toe werd getekend óp 25 April 1785 door de
toenmalige commandeur van Sas, welke een
neef was van de Prins van Oranje.
Na het uitbreken van de Franse revolutie
duurde het ook weer niet lang of Sas van
Geut moest de gevolgen daarvan ondervinden.
Bij Capitulatie stelde Zeeland zich op 5 Fe
bruari 1795 voorlopig onder Frans bestuur.
Krachtens het Haagse verdrag van 16 Mei
werden de eilanden bij de Bataafse republiek
gevoegd, maar Staats-Vlaanderen was begre
pen in het gebied der 9 departementen, om
vattend het zuidelijk Nederland en delen van
de oude republiek, die krachtens de wet van
9 vendémiaire, an IV (1 October 1795) bij
Frankrijk werden ingelijfd. Staats-Vlaanderen
kwam te behoren bij het departement van de
Schelde en Sas van Gent kreeg een bezetting
die de kerken inrichtte tot paardenstal en
pakhuis van hooi en stro. Bij besluit van de
Souvereine vorst van 20 Juli 1814 nr 22,
werd Zeeuwsch-Vlaanderen opnieuw verenigd
met de provincie Zeeland. Sas van Gent is
toen door de Russen bevrijd van de Fransen.
Met ernst wordt dit feit genoemd in de ge
schiedenisboeken, maar in werkelijkheid is het
een eigenaardige geschiedenis geweest met die
„belegering”. De toenmalige Franse comman
dant van Sas van Gent had zijn hart verloren
aan een Nederlandse schone en was weinig
krijgslustig gestemd. Hij had aan Graaf Bcy-
haloff van de Don, die met zijn Kozakken
in Gent verbleef, doen weten dat de overgave
van Sas met weinig bloedvergieten kon gebeu
ren. De Kolonel zette daarop een krijgsplan
in elkaar en nodigde de Gentenaars uit de
inneming van Sas van Gent te komen bij
wonen. De vrije schippers van Gent waren er
als de kippen bij om wapens te eisen om aan
de belegering deel te nemen. Dit goede voor
beeld werd gevolgd door talrijke Gentenaars
uit de volksbuurten, omdat er aan werken niet
gedacht werd vanwege de naderende „feest
dag”. Omstreeks half negen 's morgens van
de 18e Februari 1814 vertrok dit zonderlinge
leger uit Gent om de ongeveer 2$o kozakken
te volgen die reeds eerder op weg waren ge
gaan.
De Russische ruiters trokken een tijdlang
om de vesting van waaruit zowaar nog enkele
kanonschoten werden gelost. Aan inundatie
had men met gedacht en veel moeite wilde
men zich blijkbaar niet getroosten, waarom al
spoedig de witte vlag gehesen werd ten teken
van overgave. Déze overgave schijnt nog eer
vol te zijn geweest, zodat de bevelhebber en
de officieren hun degen mochten behouden en
de manschappen met pak en zak de vesting
mochten uittrekken. Tot de oorlogsbuit be
hoorde een grote hoeveelheid wijn en jenever.