De Ned. Herv. Kerk te Sas van Gent
GESCHIEDENIS VAN HAAR STICHTING.
Provinciale Zeeuwse Courant van TS mei 1949
K-4
was.
gekomen,
Tegelijk met dé toestemming
i)Og
voor
zou
okshoofd moest
hun
Onbewust
heden, die
te
kerk
alle provinciën
lancl, en 3e, -
guide
in
Eigenlijk' was dit te
totale opbrengst
30.000 gulden,
personen milde giften, o.a. de Prins
een bedrag van 1000 gulden en ’n
kerkglas, dat met het Prinselijk
wapen versierd was. De Staten-
Generaal gaven een in blatiwe.
hardsteen uugehouwen Statenwapen,
dat boven een uitgang moest wor
den aangebfacht.
Zodra het bouwen een aanvang
bad genomen, begon men geld nodig
te krijgen en moest men gaan lenen.
Met als onderpand de opbrengst
van de heffing op wijn en bier
ging dit vrij vlot on nam men in
1648 iii tut’aal 36.000 gulden op.
veel, want de
was geschut op
zodat men reeds
6000 gulden ongedekt had opgeno
men. Waarschijnlijk om dit alsnog
te regelen, stonden de Haten toe,
dat leu bale van het bouwfonds
gedurende 14 jaar en drie maanden,
van iedere reiziger één halve stui
ver mocht wórden geïnd.
GELEEND GELD,
Maar, de bouw heeft nog meer
gekost! Op 10 Maart 1649 stonden
de Staten weer een lening toe van
•1000 gulden. Tegelijkertijd schrijven
ze echter, dat „onze gecommitteer
den van tij; tot fijt wel moeten
oplatten, dat de geleende capitakn
meltertyt uyt het incomen van de
accijns op wijn en hier worden
afgelösf!” Er moet dus op de gel
den worden gepast!
Midden 1649 ontstonden er moei
lijkheden van andere aard. Wat de
metselaars gedurende de dag op-
buuwden, braken soldaten ‘s nachts
weer af! Hue zo iets heeft kunnen
bestaan is een raadsel maar het
blijkt zo erg te zijn geweest, dat
de bouw erdoor stagneerde en dat
tie Staten er de gouverneur der
vesting aver hebben moeten aan
schrijven!
September 1.649 was de kas wee?
leeg en moest weer 12.000 gulden
worden opgenomen. Weer werden
i de tappers de dupe., want er werd
bepaald, dat de acejjns op wijn van
5 op 6 gulden per c’.uthr.ofd
worden gébracht, en dat ze
prijs niet mochten verhogen.
NOG MEER GELD!
Een klein jaartje later, Juni 1650,
zat men weer aan de grond en ver
zocht men de Statenje. een subsi
die van 15.000 a 20.000 gulden ter
aflossing van de te hoog opgelopen
geleende gelden, 2e toestemming
tot het houden van een collecte in
en steden van het
vergunning om alsnog
12.000 gulden te mogen opnemen.
Het antwoord was ditmaal min
der welwillend. „Vermits de cort-
heyd van ’s Lands finantiën over
al, voorn aementlyck op 't compfoir
tot Sas" werd puilt 1 niet toege-
SCHULDEISERS.
In 1653 werd de zaak nijpend!
De schuldeisers begonnen lastig te
worden en om bij voorbaat persoon
lijk gedekt te zijn, verzochten pre
dikant en kerkeraad, dat hun per
soon en goederen onaangetast zou
den blijven ten aanzien van de
schulden door hén ten bate der
kerk gemaakt! Toch moet er een
oplossing zijn gevonden, want op
31 Juli van hetzelfde jaar wordt
de. voltooiing aanbesteed voor een
bedrag van 12.000 gulden.
De gehele verdere bouw en de
afbetaling der geleende gelden be
nevens de interest daarvan Is een
ware chaos en lijdensweg gewor
den, Telkens weer moesten de Sta
ten ingrijpen, om het ergste te
voorkomen. Lastige schuldeisers en
geldschieters moesten steeds weer
tevreden worden gesteld!
Toch is dé kerk voltooid gewor
den en op 29 Januari 1658 kon de
kerkeraad de Staten-Generaal be
richtten, dat de eerste predicate in
ds nieuwe ker.k wan gehouden! Ja
nen en jaren heeft men echter nog
met financiële moeilijkheden te kam
pen gehad. Deze alle te vermelden,
zou eentonig worden! Wei moet
nog worden verteld, dat bjj de be
legering door de Fransen in 1747
de kerk in brand werd geschoten
en veel schade opliep. Deze Is ech
ter weer hersteld. Het definitieve
einde kwam 3 Juli 1896 toen ten
gevolge van 'blikseminslag het ge
hele gebouw in vlammen opging en
niets kon worden gered. Wat eens
duizenden guldens had verslonden,
werd in enkele uren totaal ver
woest!
staan, punt 2 zonder meer geweigeru
en punt 3 Inzoverre, dat men verlof
kreeg tot lening van 6U00 gulden.
GLOEIENDE plaat
In een algemene collecte schijnt
men echter nog al wat hebben ge
zien, want in Maart 1651 probeerde
men nog eens 'hiervoor toestemming
te krijgen. Het duurde tot Maart
1652 eer men antwoord kreeg, maar
dit was nu gunstig. Men mocht
gaan collecteren, als de verschil
lende provinciën dit wilden toe
staan. Deze toestemming werd ver
kregen en men wist ca. 4006 gul
den bijeen te krijgen. Dit was ech
ter' weer maar een druppel op een
gloeiende plaat, die begin .1652 al
weer verdampt bleek te zijn. Weer
werd er. bij de Staten-Generaal aan
geklopt, ditmaal om een „liberale
bijslagh tot verdere opbouw der
nieuwe kereke.” De heren Statenle
den zullen echler de kerkbouwers
van Sas van Gent vervelend ztfn
gaan vinden en stonden slechts 100
i'ljksdaalders toe. Met dit schimme
tje was natuurlijk niets te begin
nen en met een bewondcrenswaar-
dlge volharding en moeit verzoch
ten de Wassenaars reeds 2 dagen
later de Staten om een hogere bij
drage. Deze waren niet onwillig en
stonden ditmaal 200 gulden toe!!
Overvloed van financiële
moeilijkheden.
STICHTING EN ONDERGANG
Na een hardnekkige belegering
van vijf weken moesten op 5 Sep
tember 1044 de Spanjaarden de
Sterke vesting Sas van Gent aan
Frederik Hendrik overgeven. Di
rect na deze overgave werd de uit
oefening van de Katholieke Ere
dienst verboden en het bestaande
kerkje aan de Hervormden toegis-
wezen. Blikbaar is dit „capelleken”,
zoals het ook wel in de stukken
van die tijd wordf genoemd, al
vlug te klein geweest, om alle
kerkgangers - in hoofdzaak vele
honderden soldaten van het garni
zoen - -, te kunnen bevatten, want
np 3 Februari 1618 zond de kerke
raad reeds een verzoekschrift aan
de Staten-Generaal, om gelden te
verkrijgen voor de bouw van een
„nieuwer, grooter kereke". Reeds
4 dagen later nam dit lichaam het
bestuit „de. kerekeraad van het
Hooge ende Lage Zas van Gent
té aecordeeren ende toe te staan
totten bouw van een nieuwer,
grooter kereke, omdat, het kerek-
xen
van
van
toe te
bouw van een nieuwer,
kereke, omdat, het kerek-
op ,’t Zas veel te cleyn ende
onbequaem valt,”
DE HOUW,
van de vele moeilijk-'
ze nog zouden hebben
overwinnen voor en aleer de
tot stand zou zijn gekomen,
gaf de kerkeraad direct, nadat de
■toestemming binnen was gekomen,
opdracht met de bouw te beginnen.
Tegelijk met -dé toestemming was
ook het. récht ‘Verleend, dm gedu’
rende 15 jaar ten Jaste der tappers
van Sas van Gent en omliggende
forten en schansen van elk oks
hoofd wijn vijf gulden en van iede
re ton bier één gulden 25 cent ac
cijns te heffen. Volgens berekening
zóu de opbrengst hiervan in totaal
30.000 gulden bedragen en ook de
bouw der kerk ongeveer eenzelfde
bedrag vergep. De toekomst zou
echter anders leren!
Het begin was al weinig hoopge
vend! De Prins en de gecommit
teerden der Staten-Generaal wezen
persoonlijk de plaats aan, waar de
kerk moest komen. Dit punt Was
inderdaad gunstig gelegen, maar de
grond was erg ongel ijk en nog pas
geïnundeerd geweest. Ophoging,
egalisatie en funderingen kostten
zodoende reed® 4000 gulden meer
dan geraamd Was en men begon
pas!
EERSTE STEEN.
De voorbereidende werkzaamhe
den bljjken overigens vlot te zijn
verlopen, want reeds op 23 Juli
1648 werd door de kerkeraad de
eerste steen gelegd. Ter gelegcn-
iheld hleiwan schonken meerdere