2420
F 238
panden
de
zuidzijde van
aan
gebouwd rond
de
zijn gebouwd rond 1647 en droegen
andere
Onder
was
dat
tegen
een aanduiding
in 1657.
een woning genaamd
"De Roos"
een pand van Manteau van
"Den
of
eindigde
gebouwd
dubbele
"twee
zou ik zijn
komen wat
1652 door de
brouwerij en
dit pand als
Keren we terug naar de Markt.
Aan de noordzijde van de Markt tussen het Rosmolenstraatje en
de Noordstraat stond een tweetal huizen, respectievelijk genaamd
"De Oostindische Sloep" en "De Stek" of "De Sterre"beide waar
schijnlijk gebouwd op het einde van de 17e eeuw.
Naast
1650.
"De Trouw"
Vervolgens een pand waarvan
van een naam gevonden heb, te weten
Tenslotte nog
namelijk Alexander Feris.
De panden, twee onder een kap,
het huis "Het Gekroonde Hart"
van de 18e eeuw werd dit pand ook enige tijd
ik slechts eenmaal
"Ceule"
twee huizen die zijn gebouwd door een oude bekende
We gaan verder richting Ooststraat.
In de noordoosthoek van de Markt nog een tweetal panden, genaamd
"Het Sweerelds Loon" en daarachter "Den Bonte Osse". Op de noor
delijke hoek van de Ooststraat van de Markt stond het pand "De
Kat". Dit pand behoorde in 1645 toe aan de bekende ingenieur
en fortificatie-meester Pieter Manteau van Dalem, die het in
dat jaar waarschijnlijk ook had laten bouwen.
Manteau van Dalem was op zijn gebied een bijzonder kundig man.
Naar ik gelezen heb was hij echter ook een bijzonder lichtgeraakt
en driftig mens. In dat licht bezien zou ik zijn reactie wel
eens willen horen als hij te weten zou komen wat er thans van
zijn pand is geworden.
Naast het pand "De Kat" stond eveneens
Dalem. De naam van het pand was s-Hertogenbosch" of
Bosch". Van 1718 tot 1732 heette het huis "Den Bonten Hond".
Daarnaast een woning genaamd "Den Dubbelen Arend" en tenslotte
achter de brouwerij "De Roos" het pand "De Drie Cooplieden".
Noordelijk van het kerkgebouw lag het Rosmolenstraatje, genoemd
naar de rosmolen, die daar tot het begin van de 18e eeuw in ge
bruik was. Het Rosmolenstraatje eindigde tegen de achterzijde
van de huizen van de Rozemarijnstraatwaarover straks meer.
Vanaf het einde van het Rosmolenstraatje, westwaarts, lag het
afkomstig van het 17e eeuwse
in deze omgeving stond. Dit
de wallen. Later zijn daar
Aan het einde van
Quartier" bij de wallen
staande huijsjes" - twee onder
die van 1765 tot 1785 als stads-
de Noordstraat stond de herberg "De
was zij reeds in de 17e eeuw bekend en
deze eeuw was "De Zwaan" een begrip. Mijn
Goethem, die in de Franse tijd een tijdlang
Gent en later ontvanger geweest is, is aan
eeuw enkele tientallen jaren eigenaar en
De Swaen" geweest.
die daar
Rosmolenstraatje eindigde
van de Rozemarijnstraat
van het Rosmolenstraatje,
Deze naam
Wiltschut"
westwaarts
de z.g. dubbele barakken.
of het "Dubbeld
den anderen
een kap zouden we nu zeggen,
waag in gebruik waren.
Aan de andere zijde van
Swaen". Onder deze naam
nog in het begin van
voorvader Pieter van
"Maire" van Sas van
het eind van de 18e
tevens herbergier in
Volledigheidshalve dienen ook de
de Ooststraat vermeld te worden.
Vanaf de Westkaay is dat allereerst de omstreeks
toenmalige burgemeester Pieter de Wint gebouwde
woning die de naam "Den Toelast" kreeg. Later is
herberg in gebruik geweest.
"Den Toelast"
In het begin
genoemd,
een
de
was
de
het
WiIdschutstraatje
pand "De of Het
straatje
barakken
de dubbele barakken
stonden "twee aan
kap zouden we
A
n