2922
F 316
meer in
"wegens zijn hooge jaaren en
De gemeente wil Deprez een
f 50,-. Aangezien er op de
het onderwijs is voorzien,
jaarsalaris voor een nieuwe
koster en voorzanger van
door de Franse bezetters in beslag genomen. De onderwijzerswo-
ning, diende tot woonplaats van de ingenieur en het schoollokaal
wordt als werkplaats gebruikt. De plaats, waar de heer Deprez de
Sasse jeugd tijdens de Franse bezettingsjaren heeft onderwezen
is niet bekend. Dat hij onderwijs heeft gegeven weten we uit het
feit, dat hij van de Franse bezetters een jaarsalaris van 100
Franse francs ontvangt.
Na het terugtrekken der Fransen moest niet alleen de handel,
maar ook het onderwijs weer op gang komen.
Op 2 juli 1816 bericht de Commissaris Generaal van oorlog
aan de gemeente, dat met ingang van 24 mei 1816 aan de stad is
afgestaan 's Rijkshuis met annex locaal en moestuin gelegen aan
de zuidwestzijde deeser plaats om daarvan gebruik te maken voor
een schoolonderwijzer". Denis Deprez, die nog wel beschikbaar is
als onderwijzer, wordt door het gemeentebestuur niet
staat geacht dit ambt te bekleden
door verzwakking des lichaams".
jaarlijks pensioen toekennen
begroting een
blijft er nog
onderwijzer. Pieter
Hervormde Gemeente,
"wegens ergerlijk gedrag"
vervolgens met zijn gezin
van
post van f 150,- voor
f 100.- over als
de Moor, de koster en voorzanger van de
die voor 1795 les gaf in de Franse taal is
door de Kerkeraad ontslagen en
met zijn gezin naar Utrecht vertrokken. Aan de
schoolopziener wordt gevraagd zo spoedig mogelijk een oproep te
plaatsen en de dag van het vergelijkend examen vast te stellen.
In October 1816 verschijnt de oproep in de Middelburgsche
Courant. Van de sollicitanten wordt gevraagd, dat zij minstens
de derde rang en een bewijs van goed zedelijk gedrag kunnen
overleggen Er wordt hun een schoon locaal, een vrije woning met
een fraaie moestuin in het vooruitzicht gesteld, plus een salaris
van f 100,- per jaar.Indien de sollicitant de nodige kwaliteiten
bezit, kan hij bij de Hervormde Gemeente als koster en voorzanger
aangesteld worden, eveneens tegen 100,- per jaar.
Het examen wordt vastgesteld op 20 november 1816.Slechts
vier sollicitanten reageren op de oproep. Twee leden van het
gemeentebestuur zullen als gecommitteerden het examen bijwonen.
De opgave voor het rekenen luidt aldus:
Zeker iemand heeft in het voorjaar een jong vercken gekogt
voor 6 gulden en geeft voor weijden- voeden en mesten tot
aen den slagttijd vijfthien guldens. Als nu de imposten
(belastingen) en slaghten te saemen 4 guldens bedraegen hoe
zwaer moet dan zijn vercken geslagt zijnde wegen als hij
het pond zal hebben voor 2 stuivers en 8 penningen?
De vier sollicitanten krijgen ook een taalles te corrigeren. Maar
geen van de vier wordt geschikt bevonden aan de gemeenteschool
benoemd te worden. De beste van het viertal is Arij van Velzen
uit Krabbendijke. Het stukje Nederlandse taal corrigeren lukte
echter niet en ook de oplossing van het rekenprobleem bracht hij
niet tot een goed einde.
De gemeente verzoekt dan ook de onderwijzersplaats vacant
te houden tot het volgende voorjaar en een hoger salaris te mogen
bieden om zo een onderwijzer van de tweede rang te kunnen
aantrekken. De inwoners worden misnoegd over het lange uitblijven
van een nieuwe schoolonderwijzer. De gemeente vraagt de
schoolopziener dan ook een onderwijzer te benoemen zonder
vergelijkend examen. En eindelijk op 13 februari 1818 komt Gerrit
de Bel uit Heemstede, waar hij onderwijzer is, naar Sas van Gent.