2935 F 329 en W. sturen met opgaaf b c dankt Burgemeester en Wethouders voor "de vele bewijzen van toegenegenheid en ondersteuning, welke hem gedurende den tijd, waarop hij hier als hoofdonderwijzer fungeerde mochten ten deel vallen leerlingen, die tien minuten na den aanvang van den schooltijd ter school komen. zij, die niet behoorlijk gereinigd zijn. zij, die bij herhaling zijn vermaand de orde in de school blijven verstoren Bij verwijdering voor meer dan twee schooltijden (dit is een hele dag) moet de onderwijzer bericht aan B. en W. sturen met opgaaf van redenen. Ook de gemeenteraad zorgt in die tijd voor de nodige onrust onder de ouders. Het schoolgeld wordt n.l. met ƒ0,07 per maand verhoogd. De opbrengst van deze verhoging vloeit niet in de gemeentekas, maar betekent een inkomensverbetering voor de onderwijzer. Enkele ouders met name van Aken- van Wijnen- van den een of meer schooltijden Er moet dus weer een nieuw hoofd benoemd worden. De gemeente is deze keer erg vlot met het aanstellen van een nieuwe hoofdonderwijzer. Op 15 april 1870 wordt Julius Schnebbelie met algemene stemmen tot hoofd benoemd. Reeds op 29 april schrijft het nieuw benoemde hoofd een brief aan B. en W. waarin hij meedeelt, dat hij Willem de Raadt wegens "verregaande onhebbe lijkheid, onverbiedelijkheid en luiheid" van school verwijderd heeft. Spoedig volgen ook klachten van ouders van R.K. zijde, zo klaagt bv de heer Kamoen over de onderwijzer, die door zijn orgelspel in de R.K.Kerk herhaaldelijk te laat op school komt, terwijl aan kinderen, die enkele seconden te laat komen de toegang tot de school wordt ontzegd. Ook de heer de Raadt trekt bij de schoolcommissie aan de bel. Deze vader verklaart, dat op 12 januari twee van zijn kinderen aan school stonden toen de klok 9 uren sloeg. De deur was echter gesloten en zijn kinderen mochten niet binnen. zs Middags ging hij (de vader) mee naar school en op zijn vraag, waarom zijn kinderen 's ochtends niet werden toegelaten, kreeg hij tot antwoord, dat ze 20 minuten te laat waren. De onderwijzer zette zijn klok gelijk met het spoor en niet met de kerkklok. Door deze willekeur van de onderwijzer begint de ene dag de school vóór 9 uur, de andere dag kwart over. De heer de Raadt vraagt zich af, wanneer aan deze toestand een einde komt. De kleine kinderen moeten soms in de felle kou staan wachten. Ook andere ouders klagen: het gebeurt, dat op een ochtend 6 leerlingen van school worden gestuurd. Ook staat de heer Schnebbelie onzin uit te kramen "als jullie mij zouden slaan, zal de gemeente mij wel helpen" of "het zijn hier allemaal schoften" En de klachtenregen houdt aan, zo erg zelfs, dat de schoolopzie ner de gemeente vraagt Schnebbelie aan te spreken over de vele klachten, die bij hem binnen komen over lichamelijke straffen. Op 23 mei 1873 vraagt de schoolopziener de heer Collot d'Escury inlichtingen over het willekeurig wegzenden van de leerlingen. Schnebbelie moet bij het gemeentebestuur op het matje komen. Hij verklaart, dat de klachten overdreven zijn. Op 17 juli 1873 ziet het gemeentebestuur zich genoodzaakt artikel 14 van het reglement voor de openbare school te wijzigen. Het artikel luidt voortaan als volgt: Door den hoofdonderwijzer worden voor verwi jderd a

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van de Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent | 1994 | | pagina 35