2945 F 339 aan raadsvergadering daar alleen de Wat de meisjesschool betreft is in het gemeentearchief zeer weinig te vinden. Gelukkig hebben de annalen van de Zusters van Roosendaal uitkomst geboden. Het is opvallend, hoe weinig meisjes de openbare school bezoeken. Geen wonder, dat er in die tijd over de jongensschool dit is de openbare school) en de meisjesschool gesproken wordt. De R.K. school, die bijna 40 jaar geleden gesticht is, bevindt zich in die tijd nog steeds op de Westkade in het z.g. Oude Klooster. De toeloop van meisjes zowel van Rooms Katholieke als van Protestantse zijde is zo groot geworden, dat pastoor Verhoeven op 8 januari 1896 de gemeente verzoekt een zusterhuis met school te mogen bouwen. De bewaar- en lagere school zal 42 meter verwijderd zijn van de toenmalige R.K. begraafplaats. Spoedig wordt de vergunning verleend en op 27 mei 1897 wordt het klooster, de kapel en de school ingezegend. Hoofd van school in die tijd is Sr. Gerardine van der Aa. Lauwere zeer hoog zijn rechten als Edelachtbare Heeren, Met den verschuldigden eerbied, doch gepaste vrijheid meent ondergeteekende voor de eer der school aan wier hoofd hij staat verplicht te zijn op te komen tegen de uitlating van 't Raadslid den Edelachtbaren Heer P.Hamerlynck in de laatste raadsvergade ring. Daar deze uitlating in de volle geschiedde, meent ondergeteekende dat daar en plaats is om protest uit te brengen. Ik protesteer ten le Tegen de woorden van den Edelachtbaren Heer Hamerlynck, welke naar den vorm eene aanklacht inhouden tegen de openbare lagere school, doch welke naar waarheid eene grove beleedigigng zijn, welke naar het hoofd geslingerd wordt van alle ouders van schoolgaande kinderen. Zijn woorden bevatten immers niet minder dan de beschuldiging, dat de opvoeders in Sas van Gent zoo slecht hun taak opvatten, dat ze de kinderen niet wijzen op de allereerste vormen der beleefdheid. En daar naar onze vaste overtuiging dit in elk gezin door de ouders moet geschieden, zien wij in dit gezegde eene grove beleediging aan 't adres dier ouders Ik protesteer ten 2e Tegen het ontaktvol optreden van een raadslid, dat terwijl men bezig is 't punt instructie voor onderwijzers te behandelen, in welke instructie natuurlijk ook voorkomt, hoe hij te handelen heeft, welke meent zich over 't onderwijs te moeten beklagen, op een wijze optreedt geheel in Na enkele rustige onderwijsjaren belanden we in het jaar 1906. Op de 10e februari staat als derde punt op de agenda van de raadsvergadering de behandeling van de instructie voor het onderwijzend personeel. Het raadslid P. Hamerlynck meent een opmerking over de instructie te moeten maken, die bij het hoofd der school niet in goede aarde valt. De heer Hamerlynck merkt op, dat in de instructie niet vermeld wordt, dat de onderwijzers de leerlingen ook beleefdheidsvormen moeten leren, iets wat zijns inziens zeer gewenst is. Burgemeester Wauters antwoordt, dat de instructie daar de plaats niet voor is het zou wel in het leerplan moeten staan. Hij belooft er met het hoofd der school over te spreken. Ook deze opmerking wordt door de heer de opgenomen. Hij voelt zich aangetast in hoofdonderwi j zer Op 14 februari reeds schrijft de heer de Lauwere een brief 't Edelachtbare Bestuur der Gemeente Sas van Gent.

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van de Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent | 1994 | | pagina 45