De schrijver
101
10 November
De strijd wordt steeds heviger, geweldige kanonnades worden over en weer geleverd. Het is
hier een leven dat hooren en zien vergaat.20
6 November.
Betrekkelijk stil. Alleen veel vliegers te zien. Zes vliegers trachten steeds boven de linies van
de Duitschers te komen, doch als ze er boven of in den omtrek komen worden zij hevig
beschoten door afweergeschut. Weer komen ze terug en maken een bocht over Assenede,
langs en over onze fabriek, zoo terug naar de zuidoost kant van Selzaete, doch steeds met
hetzelfde resultaat niets te kunnen uitvoeren en geven hun beproeving op.
7 en 8 November. Gewone drukte, kanongeschut met afwisseling van machinegeweervuur.
Vliegers in actie, dag en nacht, doch dat zijn wij gewoon.
9 November, hetzelfde lieve leventje. Berichten uit Duitschland dat de keizer en de
kroonprins zijn afgetreden. Alles voert de roode vlag. Soldaten en de vloot, alles is in opstand.
De revolutie wordt ontketend, de matrozen zijn aan het muiten geslagen. Reeds beschieten zij
Hamburg, daar het garnizoen hetwelk daar ligt, de regeering nog trouw is gebleven, doch na
een uur geeft dit zich over en plant de roode vlag op de toren. De soldaten weigeren de
bevelen van hun meerderen op te volgen. Geheele regimenten met roode vlaggen en banieren
trekken door de straten en eischen het einde van de krijg en brood. Het is alzoo met het groote
Duitsche rijk gedaan, voor het zwaard en door het zwaard vernietigd.
Wat Oostenrijk betreft, dit is geheel verdeeld. Hongarije behoort niet meer bij Oostenrijk.
Al de andere staatjes vroeger behoorende bij Oostenrijk, zijn thans op zichzelf.
Comité dat hier weer ijlings samengesteld is om voor al die menschen te zorgen en onderdak
te bieden. De meeste van hen verblijven in de glasfabriek, fosfaatfabriek, in de openbare
school en bij burgers of magazijnen. Het is weer een droevige stoet en steeds maar regenen,
hetwelk de menschen nog meer ontmoedigt en afmat. Alle beddengoed dat die menschen
vervoeren is alles doornat geregend. Daarbij komt dat men meer oude menschen en vrouwen
ziet sukkelen met hun have en goed. Hun mannen zijn er bijna niet bij te zien daar deze
meerendeels door de Duitschers zijn weggevoerd uit vrees voor met de vijand mee te zullen
vechten. Daardoor ziet men niet anders dan oude menschen met vrouwen en kinderen,
lammen, blinden, zieken, kreupelen, het is een treurige, dubbel treurige stoet. Al die
menschen die angstvallig naar een onderkomen zoeken terwijl hetgeen zij achterlaten
omvergeschoten, gestolen of verwoest wordt.
Vele van deze menschen hebben ook nog familie achtergelaten waarover zij natuurlijk de
meeste angst hebben. Naar hun zeggen zijn er nog vele bewoners in de kelders gebleven of
hebben zich verstopt om toch maar niet weg te moeten.
In Duitschland keer alles om. De bevolking wilden Keizer weg hebben, als ook de Kroonprins
want deze staan in de weg voor de vredesbesprekingen, daar de geallieerden niet met dezen
willen onderhandelen. De revolutie staat daar voor de deur. Armoede, honger en doodslag
staat het binnenland te wachten.
2" Hier eindigt het geschreven dagboek