Het jaar 2004 in Canisvliet
Door Franklin Tombeur
Natuur
Activiteiten
107
Het afgelopen jaar zijn artikels gepubliceerd over het broeden van de Kievit in Canisvliet in
het landelijke tijdschrift het Vogeljaar en over het broeden van de Grauwe Gans in Canisvliet
in het regionale tijdschrift De Steltkluut.
Uiteraard is er weer een jaarapport gepubliceerd waarin ook aandacht wordt gevraagd voor de
restanten van het Fort St.Antonius en St.Pieter en de landsdijk die deze forten met elkaar
verbindt. Canisvliet is immers voormalig inundatiegebied en is onlosmakelijk verbonden met
de Tachtigjarige Oorlog en zijn vestingbouw. Het jaarrapport is beschikbaar in de bibliotheek.
Die verruiging kan meerdere oorzaken hebben. Planten zijn meestal goede indicatoren van
wat er zich vaak onzichtbaar afspeelt. Zeegroene Rus en Pitrus wijzen vaak op stagnerend
(zuur) regenwater. Bramen wijzen vaak op depositie van stikstof vanuit de lucht. Distels en
brandnetels, op bodemverstoring door betreden, bemesten, storten, spuiten, en dergelijke.
Uiteraard reageren ook vogels op wijzigende omstandigheden. In feite wordt dit reeds bij
gehouden sinds 1954, het jaar waarin Johan van den Steen begon met zijn waarnemingen te
registreren. Over die wijzigingen kan je lezen in “Canisvliet een halve eeuw later” op de
Canisvlietpagina van onze website. Om een en ander nog beter te kunnen opvolgen is vanaf
2004 begonnen met het monitoren van dagvlinders en libellen op Canisvliet.
Het afgelopen jaar werden in Canisvliet bordjes geplaatst door terreinbeheerder
Staatsbosbeheer. Zo is dus voor de bezoekers duidelijk geworden waar je wel mag lopen en
waar het terrein “eigendom” is van wat groeit en bloeit. En dat is nog heel wat. Er valt nog
heel veel te beleven in Canisvliet. Merkwaardig toch hoe taai de natuur is.
Niet enkel taai maar ook springlevend. Al is er vaak sprake van verlies aan diversiteit, toch
past het leven zich steeds aan aan de wisselende omstandigheden. Zijn er nu minder
spaarzaam begroeide plekken of plekken met kort gras voor de Kievit en de Grutto, dan is de
verruiging van diezelfde gebieden het uitverkoren plekje geworden voor Grauwe Ganzen.
Het ganse grasland tussen Passluis en de kreek was tot voor een jaar of zeven in gebruik als
landbouwgebied en de bodem is er behoorlijk bewerkt, bespoten en bemest. De gevolgen
daarvan zoals verruiging zullen nog vele jaren zichtbaar zijn. Dankzij het inzetten van koeien
zet de verruiging niet echt door, anders zou zich hier een heus wilgenmoeras ontwikkelen.
Hoewel ook dat biotoop weer interessante vogels, vlinders, planten e.d. kan opleveren, pleiten
wij voor het behoud van een vochtig grasland. Van origine is Canisvliet immers een
buitendijkse schorre, zeg maar zilt grasland.
Wie langs de Vissersverkorting wandelt, kan er niet naast kijken. De aangeplante struiken en
bomen hebben op 7 jaar tijd een behoorlijke hoogte bereikt. Dat wordt een echt
zangvogelparadijs. In april - mei zeer geschikt voor een “vroege-vogels-wandeling”.