1.2 De financiering Princenhagc de bisschop de Nieuwe Kerk”, die geheel en al ter beschikking 1.3 De architect het echtpaar Cuypers 17 Het bisdom werkte in die dagen verrassend snel. Het kerkbestuur had op 5 november 1890 een brief geschreven met het verzoek tot machtiging voor de bouw van een nieuwe kerk, “wijl de bestaande te klein is. en ongeschikt om de Godsdienstoefeningen met behoorlijken eerbied te verrichten”. liet kerkbestuur "heeft de gegronde overtuiging in staat te zijn dezelve met contanten te kunnen betalen”. Met recht had men dat laatste onderstreept, want er waren inderdaad geldmiddelen aanwezig om een nieuwe kerk te kunnen bouwen. Van een collecte bij buurtparochies of lenen bij rijke katholieken is geen sprake. Waar het geld vandaan kwam, is niet met zekerheid te zeggen. Ongetwijfeld zal men een spaarpot hebben opgebouwd. Die is echter niet in de boeken te vinden. W el was er al lang (zeker vanal 1850) ieder j aar een "batig slot”, een batig saldo op de jaarrekening, wat soms in de honderden guldens liep, op een totaal van niet meer dan 1.500,00 En er waren de legaten van J.B. de Meyer en zijn vrouw Joanna Maria de Letter, die in 1862 35.000.00 èn een huis met paardenstal en erf aan de Westkade - het ‘oude klooster’ - aan de paro chie vermaakten. In 1879 liet Maria Coleta Lammens f 4000,00 na aan de parochie, terwijl in 1888 pastoor Buys 500.00 legateerde en in hetzelfde jaar kwam er ook nog 1200,00 van de weduwe Van de Bulck-dTIert. Tenslotte schonk Paulus van Oers, deken van Princenhagc en hier pastoor van 1864 tot 1871, op 19 september 1890 als erfgenaam van Lucia Comelis 10.000,00 welk bedrag op last van “solied rentegevend” gemaakt moest worden. Dit vormde de zogenaamde “Bizondere Kas over stond van de pastoor. Daar is in het parochiearchicf geen letter óver te vinden. W el deed Blankers verslag over de financiële stand van zaken aan de bisschop zelf, zodat wij toch na kunnen gaan waarmee de kerk betaald is. Die "Bizondere Kas” hield een bedrag van ruim 57.000,00 in. niet minder, maar vooral ook niet meer. Daarmee moest de kerk gebouwd worden. Dat was ook te merken bij de aanbesteding. Joseph Theodoras Joannes Cuypers werd op 10 juni 1861 te Roermond geboren als zoon van de beroemde architect dr. Pierre J.H. Cuypers. In 1864 verhuisde het gezin naar Amsterdam. Jos Cuypers volgde de H.B.S. te Rolduc en ging daarna studeren aan de Polytechnische School in Delft, waar hij het diploma bouwkundig en civiel ingenieur behaalde. In 1885 trad hij in dienst bij zijn vader, voor wie hij bestekken uitwerkte. Hij trouwde in 1889 met Delphinc M.C.A. Povel. Hij overleed op 20 januari 1949 te Meersen. De kerk van Sas van Gent was één van de eerste ontwerpen in de "kerkelijke architectencarrière”van Cuypers. Het ontwerp was bestek 14. Er zouden nog vele kerken volgen. We noemen er enkele: St. Bavo, Haarlem; II. Laurentius, Ginneken; H. Quirinus te Halsteren; koepelkerken in Dongen. Bussum en Beverwijk. Zijn belangrijkste profane werk is de Effectenbeurs in Amsterdam (1909-1912). In april 1931 werd onder zijn leiding begonnen aan de restauratie van de basiliek in Hulst. len tijde van de bouw van de kerk van Sas van Gent woonde Cuypers in Amsterdam, Tesselscha- destraat 13. Hij werkte tot 1900 op het bureau van zijn vader. Vanuit Amsterdam leidde hij de werken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van de Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent | 2005 | | pagina 19