De onderhandse aanbesteding 2.4 lijstje gemaakt 2.5 Bezuinigingen werd het zand mocht gehaald worden in Zelzalc; van 20 maar gemetseld zijn. Maar er er mocht gewone specie gebruikt worden en het hoofdaltaar was van gepolijst graniet; het stergewelf over het kruis - wat niet in het oorspronkelijke bestek stond! cementijzer kost vier gulden per m de kerk moet waterdicht en het metselwerk van de toren voltooid zijn op 1 oktober 1891 en de oplevering van het gehele werk op 1 mei 1892; De aanneemsom was nu 48.144,00, te betalen in 11 termijnen; De aannemer hoefde daarvoor, in tegenstelling tot het oude bestek, niet te leveren: een uurwerk, biechtstoelen, kasten in de sacristie, een zij-ingang aan de straatkant, de speciale bewerking van de altaartombe. een kluisdeur in dc sacristie; gebrandschilderde ramen, wel broeiglas. Er werd stevig bezuinigd door zaken uit te stellen! een heleboel werd De bovenstaande uitvoerige opsomming is van belang, omdat Pierre Cuypers, de vader van de architect en ook Jos Cuypers zelf een grote voorkeur hadden voor het gebruik van allerlei soorten baksteen. Zo komt het dat de acht pilaren niet in hardsteen zijn uitgevoerd, nog meer bezuinigd. In het contract dat op 6 maart 1891 gesloten werd tussen dc aannemer Comelis Mulders (hij werd dus winnaar!) en het kerkbestuur staan de bezuinigingen aangegeven. Wc noemen er enkele: dc fundering werd slechts 2 meter diep i.p.v. 2,20 meter; voor het aanvullen werd geen zuiver zand, maar zand van de vestingwallen gebruikt; de fundering van de toren werd 2 meter diep, de eerste laag van 30 cm beton. Het puin daarvoor kwam van de afbraak van muren op het terrein; er werd gewone scheldesteen gebruikt, zoals die in de handel te krijgen was in tegenstelling tot brikken en klinkers. Wel moesten dc gele stenen voor dc banden behouden blijven. “Dit metselwerk af te werken evenals de voorgevel van het Krankzinnigengesticht te Selzaete”; binnen de kerk werden dc muren met machinale Stekene Steen (Waes) opgetrokken; evenals de hoofdpijlers, pilasters, contcrforten, bogen... “met inwerking van banden in gele baksteen". Op 4 maart 1891 moet er een onderhandse aanbesteding geweest zijn, waarbij herberekend. Er werd een nieuwe begroting gemaakt, waarin onder andere een post “assurantie werklieden' van 613.00 werd opgevoerd en de winst voor de aannemer werd verhoogd. De tolaaltclling inclusief de winst voor de aannemer, maar exclusief het honorarium van de architect, bedroeg nu, in onderhandse aanbesteding 54.350.00. Er moest bezuinigd worden. Cuypers had al een lijstje gemaakt van mogelijke bezuinigingen; het meeste daarvan zullen we tegen komen in het contract. Er staat ook een postje van 17 vergaarbakken op die zouden kunnen vervallen, maar die later natuurlijk weer opgevoerd moesten worden. Dat doet toch merkwaardig aan. Dankzij stevige bezuinigingen kwam men zo uileindelijk, inclusief hel honorarium voor dc architect, op 52.350,00. Waarschijnlijk zag Blankers het op een gegeven moment niet meer zitten met deze architect, want op 3 maart 1891 schrijft hij aan bisschop Eeyten, dat op woensdag 4 maart Cuypers en Mulders naar Sas van Gent komen om al weer over de nieuwe kerk te onderhandelen. “Dc Heer Cuypers valt mij ontzettend legen. Op mijne aanvrage om een lijst der wijzingen (sic!) enz. vond ik een post die met mij niet besproken was. Hierover zal ik natuurlijk bij zijne overkomst spreken, en zoo mij dit niet zeer duidelijk gemaakt kan worden. rees ik nog voor den goeden afloop.” Later is het toch weer allemaal goed gekomen en had Blankers een uitstekende relatie met Cuypers.

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van de Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent | 2005 | | pagina 22