I' 3.12 De dakbedekking de transepten. 3.13 De haan op de spits 29 In 1987 werd het torenkruis en de haan door een gezamenlijke actie van Kiwanis, de firma Houtepen en het Parochiebestuur gerestaureerd. Het kruis op het priesterkoor werd pas op 23 januari 1892 aangevoerd. Het woog 22 kilo. Spiring heeft de plaatsing niet meer meegemaakt. 3.14 De ramen het priesterkoor en In november 1891 wordt begonnen met het leidekken van Vervolgens worden het schip en de dakruiters van leien voorzien. Op 11 november woedde er een orkaan, “waarin schrikwekkende windstoten, aan het werk is alles best afgeloopen, de toren en dakruiter hebben het stormexamen pront doorstaan’’. Spiring kan weer trots zijn. liet zangkoor is intussen van een vloer voorzien. De balken onder het zangkoor zijn bewerkt, schuin afgestoken. Op de dag van de storm wordt begonnen met het maken van de triforium-luiken. Op 16 november is niet alleen de dakruiter met leien gedekt, maar zijn ook de ijzerborden geschilderd en van uren en minuten voorzien. Op 2 december was het leidekken klaar met uitzondering van de torenspits, die op 31 december gereed kwam. Eind oktober 1891 wordt het torenkruis aangevoerd. Het weegt 249 kilo. Spiring heeft het als de zoveelste mijlpaal in zijn dagboek onderstreept. Het is niet bekend waar het gemaakt is, wellicht bij een plaatselijke smid Op 8 augustus had Cuypers een tekening gemaakt van het torenkruis, met daarbij de opdracht om die te “calqueren”, over te trekken op calqueerpapier en daarna een blauwdruk te maken voor de opzichter. In het parochiearchief is deze tekening niet bewaard gebleven. Het is misschien verklaarbaar, daar het kruis en de haan kant-en-klaar zijn aangevoerd. Cuypers heeft met grote potloodletters aangetekend: “Te zwak voor de grootte lengte. Werd later versterkt”. Opvallend is het levenslustige haantje, met de bek wijd open. Waarschijnlijk heeft Cuypers deze tekening ook voor andere kerken gebruikt. De gelijkenis met de haan van de Laurcntiuskcrk in Breda, die tien jaar later gebouwd is, is in ieder geval groot. De bal. die zich vlak boven de spits bevindt, is niet rond, maar ovaal. Dat valt op in vergelijking met andere kerken. De koperen ballen voor de kruisen en de nog te vergulden koperen haan werden op 5 november aangevoerd, waarvandaan is niet bekend. Op 7 november werd de loden muts, de bescherming tegen inregenen en inrotten van het hout, op de torenspits geplaatst. Ruim een week later, maandag 16 november, werd de "torenspits op zijn hoogste standpunt verheven”. Dinsdag 15 december is weer een triomfdag voor Spiring: “De haan op. en de bal om het kruis op den toren; zoomede de bal om het kruis op de dakruiter geplaatst”. Daarmee was het hoogste punt van de kerk voltooid. aardedonker zou zijn geweest. Het aantal timmerlieden neemt met de dag toe: op een gegeven moment zijn er vijftien tegelijk aan het werk. Zaterdag 17 oktober nadert de torenspits zijn voltooiing: vier hoekkepers en een makelaar (de paal, waarin de kepers samenkomen en waarop het torenkruis met haan komt te staan) worden geplaatst. In de daarop volgende week beginnen de leidekkers aan hun karwei: het leggen van de dakleien. Ze starten met de zijbeuk aan de zuidzijde (de Zusterstraat).

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van de Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent | 2005 | | pagina 31