56
Zoo komen we aan de maand September. Het weer is buitengewoon mooi en het is zelfs nog
warm als men niet van zomerhitte nog zou spreken. Alle dagen zeer stil en broeiend in de
lucht, mooie zachte avonden met vele warme nachten die voor de strijdenden, welke buiten
moeten overnachten,zeker wel aangenaam zullen zijn.
Ondertusschen wordt de strijd al verbitterder voortgezet. De steden Charleroi, Diest en
Leuven hebben het hard te verantwoorden. Vooral Leuven heeft veel te lijden; het wordt half
afgebrand, vele burgers vermoord of weggevoerd en verdere omliggende plaatsen worden
door de oorlogsgesel aangetast. Veel bijzonder nieuws kunnen wij niet krijgen want alle
dagbladcorrespondenten worden van het oorlogstoneel verwijderd, uit vrees voor spionage.
De dagen gaan traag en in zekere onrust aan ons voorbij. Inmiddels komen de Duitschers
overal in België en in Frankrijk en in Frankrijk gaat het daar zoo hard dat, als het niet gauw in
zijn militaire looppas gestuit wordt, Parijs als gauw belegd zal worden. De regeering vlucht
naar Bordeaux en er worden in allerijl loopgraven rond de stad aangelegd en
prikkeldraadversperringen geplaatst. Duizenden Parijsenaars werken in koortsachtige haast
om mede de vijand te kunnen weerstaan.
De maand September gaat alzoo op zijn eind zonder veel nieuws, ook niet uit eigen land. De
oorlogstoestand wordt op veel plaatsen afgekondigd en in staat van beleg verklaard. De
treinen en booten rijden of varen niet meer geregeld. Alle verkeer wordt veel in beslag
genomen door het vervoer van troepen die dikwijls van het eene dorp naar het andere
geplaatst worden. Alle levensmiddelen stijgen enorm waardoor het leven veel duurder wordt.
Hier en daar begint men vooral te hooren van het stilleggen van fabrieken of bedrijven, alzoo
ook de stijfselfabriek hier in Sas. Dit is echter niet van invloed daar in deze zaak toch niet
veel Sassenaars arbeiden. De andere fabrieken gaan nog steeds met hun bedrijf vooruit, doch
verder in Nederland zijn er nogal wat bedrijven die minder of geheel niet kunnen werken door
gebrek aan grondstoffen, werkkrachten of crediet, want alles moet direct betaald worden,
waardoor natuurlijk vele kleine zaken deerlijk lijden. Moeilijkheden en ongerief zijn aan de
Het grensverkeer wordt met deze dienst van soldaten heel wat moeilijker; er wordt nauw gelet
op alle uitvoer hetwelk langs de posten moet passeren, doch alles blijft hier nogal kalm. Een
ieder weet zich naar de gekomen en komende omstandigheden te schikken.
Het is natuurlijk in Sas veel levendiger geworden met die soldaten hetwelk hier voor ons
natuurlijk een nieuwtje is. Iedere middag om 1 uur gaan de posten af; dan gaat de nieuwe post
van hier uit met trommels en klaroen naar de op post zijnde mannen aan genoemde grenzen.
Deze worden dan weer teruggebracht met dezelfde klanken van tamboer en hoornblazers. Het
is wel mooi, doch velen vragen zich af hoe lang dit soldaatje spelen nog zal duren, of zullen
onze mannen ook weldra weg moeten naar de grens, niet om over de neutraliteit te waken
maar om den vijand te bestrijden.
Het is te hoopen dat dit nooit gebeurt want het is een ellendige toestand zoals in België.
De Duitschers zijn Brussel genaderd waar de voorposten een onderhoud vragen met de
Burgemeester met als doel de onvoorwaardelijke overgave der hoofdstad. De Burgemeester
rijdt er heen met de eerste wethouder en de consul van Amerika met gevolg dat de stad
Brussel wordt overgegeven zonder strijd want de soldaten hadden de stad aan de westzijde
verlaten en niet gestreden om de stad te sparen. Dit is omstreeks 24 Augustus. Alzoo trokken
de strijdende legers de hoofdstad van België binnen. De buit is niet groot voor hen want de
regeering is al eenige dagen tevooren met alles wat eraan verbonden is naar Antwerpen
gevlucht, gevolgd door de nationale bank, met alle stukken en gelden.
De strijd wordt nu voortgezet in de omgeving van Brussel waar vele dorpen en gehuchten
zwaar te lijden hebben. Zoo nu en dan kunnen wij het zware veldgeschut hier flauw hooren.