57 orde van de dag. Op vele bestellingen van onze fabriek komen berichten van niet of maar gedeeltelijk geleverd te kunnen worden. Met België zijn zoo goed als geen zaken meer te doen, want daar mag niets meer uitgevoerd worden, wat hier in Sas, waar zoveel zaken met België gedaan worden, een groote moeilijkheid is. Het is een naren toestand en dan ook nog altijd groot gevaar voor ons land want één kleinigheid kan ons meeslepen in de poel van ellende. Onze regeering is dag en nacht op haar post en arbeidt onvermoeid om zoo veel mogelijk alle geschillen en grensincidenten te voorkomen. Hier bij ons is ook het telegraafkantoor dag en nacht open en staat steeds in verbinding met verder Nederland om altijd bij iedere gebeurtenis gereed te zijn. De strijd met België begint zich meer naar de kant van Antwerpen te verzetten. De Duitschers zijn nu Oirschot binnen gevallen en daar hebben, naar het schijnt, de burgers zich verzet of heeft iemand een fout begaan. Een Duitsche generaal wordt op het balcon van den Burgemeester zijn huis doodgeschoten. Door wie weet men niet, doch het wordt kort en bondig op de burgers gewroken. De Burgemeester met zijn zieke zoon, met nog tal van andere medeburgers, worden onmededoogelijk doodgeschoten en er wordt gemoord, gebrand en gebeuld, aller verschrikkelijkst. Vervolgens trekt men op naar Dendermonde, een garnizoenplaats der Belgen die als afweerplaats dient voor de stad Antwerpen. Daar wordt slag geleverd met de Belgen en nog altijd tegen de Belgen want al is er zoo spoedig mogelijk hulp beloofd, toch blijft deze hulp nog altijd op beloften steunen. Dus zoo vechten de Belgen voor hun eigen land en onafhankelijkheid. Zoo zijn ze de 2e maal uit Dendermonde geslagen en 2 maal terug erin gevochten, doch de 3e maal is het een ware vlucht die ze moeten ondernemen. De Duitschers trekken Dendermonde binnen waar zij niet veel anders vinden dan rookende en brandende puinhopen. De plaats heeft erg geleden, alle burgers zijn gevlucht of hebben zich in de omtrek verborgen. Eenige huizen zijn blijven staan doch geen enkele ongeschonden. Nu gaat het verder en de Duitschers gaan bij Dendermonde over de Schelde om op te trekken naar Antwerpen. Het is nu 4 October 1914. De eerste fortenketen van de stad wordt weldra beschoten en den 6e October is deze geheel in de macht van den vijand. De 2e fortenlinie valt op 8 October en de 9e October wordt de stad Antwerpen door de Duitsche gelederen ingenomen. Met weinig verliezen is deze stad met haar citadel en haar sterke forten en redouten dus toch op eenige dagen gevallen. De hele wereld staat er paf van, want Antwerpen was volgens de Belgen het graf van vele offers of van vele regimenten en durfde men wel zeggen en ik heb het hooren zeggen van de Belgen dat als de Duitschers er maar aan dachten om naar Antwerpen op te trekken of als wij ze er maar heen kunnen krijgen, onder het vuur van onze sterke forten, dan zullen ze wel gedund worden, dan zal de moed er wel uit gaan om oorlog tegen ons te voeren. Het is anders uitgekomen. Van ooggetuigen heb ik hooren zeggen dat de Kanonniers van hun stukken werden geschoten en niet één Duitscher of leger, ook maar in de verte gezien hadden. Het regende granaten zonder te zien waar ze vandaan kwamen. En de burgers in de stad werden gepaaid met de gezegdes van de overheden dat het allemaal niets was. Ze zouden de burgers wel tijdig waarschuwen als ze de stad moesten verlaten. Des namiddags van den 8e October werd hun gezegd dat ieder zich maar redden moesten. Het Belgische veldleger was al gevlucht. Alle burgers vluchtten in koortsachtige haast langs alle kanten van de stad, met booten over de Schelde, met treinen en trammen, wagens, auto’s; het was een vlucht met paniek in het hart bij iedere burger. Den geheele nacht en volgende dag duurde dit totdat de Duitschers voor de poorten der stad verschenen en binnenstormden, doch tot hun verbazing vonden zij bijna geen burgers meer aanwezig. De burgemeester en eenige raadsleden waren op het Stadhuis nog aanwezig en hebben de stad aan het Duitsche opperbevel overgegeven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van de Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent | 2005 | | pagina 59