67 Hier zijn weer een 30-tal soldaten terug gekeerd om patrouilledienst te doen langs de grens. De smokkelhandel tiert nog steeds levendig. Hoe nauw bewaakt, er zijn toch nog altijd mazen in het net waar handige smokkelaars nog steeds door weten te ontsnappen. Roemenië begint te kooken, wordt ook al gaar gemaakt voor den oorlog aan te binden. Den 24e Mei 1916 verklaart Roemenië aan Duitschland den oorlog. In Duitschland zijn ze zeer verontwaardigd, daar Roemenië hun stillen bondgenoot was, dus weer al een die hun afvallig was geworden. De duikbooten doen ook nog steeds, met onverminderde strengheid, hun vernietigingswerk. Deze week is er een Hollandsch schip met tarwe aan ten offer gevallen en tal van Engelsche, Noorsche, Deensche en andere schepen gaan dagelijks de zeekelder in. Dus een heel omslachtig werk en voor veelen ondoenlijk, want er zijn er genoeg die veel geld hebben voor te koopen, doch niet 3 maal te storten. Zoo zitten velen met hun handen in het haar. Klagen of permiteeren helpt niets; de wet wordt zonder onderscheid uitgevoerd. Zoo gaan de dagen voorbij. Men hoort nog wel praten over de Engelschen doch de meesten slaan er niet veel geloof aan. Ook de Engelsche couranten spreken het ronduit tegen dat ze iets van plan zijn of ooit van plan zijn geweest. Men hoort mompelen dat het een Duitsche truc is,van de veronderstelling uitgaande dat dit ook eens kon gebeuren. Dat daar dan niets door de Hollanders versterkt is en zij op die manier alleen zouden staan om het af te weren. En zoo hebben op die manier de Hollanders hun zaak voor hun versterkt omdat zij natuurlijk op Hollandsch grondgebied niets kunnen doen. Maar of het waar is? Men hoort zoveel zeggen en liegen doch mogelijk is het. Dit is de uitleg van de Engelschen, maar wie gelijk heeft, wie weet het? Juni brengt niet veel nieuws. Op de fronten is alles betrekkelijk eender gebleven. In Roemenië zijn ze al dapper aan het vechten. Ze zijn in de Dobroedsja, op de grens van Roemenië, dapper aan de slag met Duitsche en Bulgaarsche troepen, alwaar de Duitschers de overhand hebben. De Russchen laten niet veel van zich hooren. Er wordt wel veel gevochten, doch uit de berichten kan men geen noemenswaardige verandering waarnemen aan het verloop. Aan het westerfront bij Yperen hoort men wel veel kanongebulder, doch daar ondergaat het front ook geen verandering. Bij Verdun vlot het niet voor de Duitschers. De Franschen bieden daar een zeer sterke tegenstand en van Verdun in te nemen is nog geen sprake. Wat Italië betreft, daar blijft steeds het oude; veel vechten en niets veranderen. Veel nieuws is daar ook niet te melden. We zijn nu Juli en Augustus doorgeworsteld en de menschenslachting duurt maar onverminderd voort. Te velde en ter zee zijn de fronten niet veranderd. Wat de eene vandaag verliest, neemt hij morgen weer terug en omgekeerd. Verdere gebeurtenissen in April hebben wij niet, tenminste niet dat vermelding waard is. Het is Mei geworden. Alle jeugdig groen getuigt van weer opkomend leven. De natuur, alle boomen schieten uit en de vogels zingen. Leeuweriken stijgen op, zwaluwen vliegen heen en weer, alles ontwaakt weer uit den winterslaap en getuigt van nieuw leven. Ginder in het westen hoort men steeds maar het donderen van het geschut en verderf zaaiend, waar het bloed vloeit over de ontkiemende aarde, uit verminkte en invalide gemaakte jonge levens. Oh, wreede oorlog; hoeveel bloed en levens vergt gij nog en hoe lang vaart ge nog, verdriet en honger zaaiend over de aarde.

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van de Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent | 2005 | | pagina 69