72
zijn versnaperingen aan de kinderen uitgereikt,
verder doorgereisd naar de interneeringskampen,
April 1917
Amerika verklaart aan Duitschland den oorlog. Niemand schrikt er van. Het was al lang te
verwachten. Dit is de vrucht, geplukt van de wreede duikbootoorlog. Amerika wil zijn
bondgenoten beschermen, doch ook wreken, die welke al reeds gevallen zijn als offer van de
zeeën.
De strijd in Vlaanderen
en Frankrijk is nog zeer bedrijvig. Kanongebulder hoort men
dagelijks doch veel nieuws valt er niet te lezen. Wat de Duitsche communiqués vermelden
spreken de Franschen tegen en omgekeerd. Verder is in April niet veel te melden geweest.
Mei begint met schoon weer hetwelk de krijgsbedrijven zeker wel vergrooten zal. De harde
winter is eindelijk verdwenen. Het heeft gesneeuwd en gevroren tot eind April. Alle
landbouwproducten moeten nog gezaaid worden. Er is veel land dat nog braak ligt daar de
boeren geen weer gehad hebben om het te bewerken. Het is dus voor de nieuwe oogst zeer
laat geworden, doch als wij goed weer mogen houden kan het nog veel opknappen. Het land
is toch zeker, met deze harde winter, niet in vruchtbaarheid achteruit gegaan. Het is te hoopen
dat het alles goed wordt, want de aardappelen zijn zoo goed als op. Bruine boonen, erwten en
rijst zijn de hoofdvoedingsmiddelen. Brood is zeer duur en al reeds lang verminderd tot op 3
ons per hoofd, dus veel te weinig voor een gezond mensch.
In Rusland staan de fronten zoo goed als stil. De soldaten bedanken er voor te vechten. Er zijn
groote revolutionaire betoogingen gehouden in St. Petersburg. De revolutie is uitgeroepen.
Schrikkelijke straatgevechten hebben er plaats van regeeringsgezinde troepen en
revolutionairen. De kanonnen zijn in de straten opgesteld en doen nu dienst tegen het eigen
volk.
Den Tsaar wordt door het volk weggeschopt, ontheven van zijn troon en zetten hem met zijn
vrouw en familie in de gevangenis.
Ministers worden uit hun wooningen gehaald, mishandeld en bespuwd door het gepeupel. Een
wordt er gelyncht op straat, in stukken getrokken en zijn overblijfselen in de rivier geworpen.
Maart heeft verder niet veel nieuws meer geleverd. Nog zijn eenige vluchtelingen, dat wil
zeggen, Belgische vrouwen en kinderen van geïnterneerde soldaten uit België met de trein
aangekomen. Om 1 uur kwamen ze hier aan en zijn allen in het gymnastieklokaal van de
openbare school ondergebracht, gevoed en
Vervolgens zijn zij met de trein van 3 uur
naar hunne familiebetrekkingen.
De beschrijvingen die zij gaven van België zijn natuurlijk alles behalve rooskleurig. Er zijn
menschen die voor den oorlog welgesteld waren en nu niets meer bezitten. Vooral de
middenstand en de kleine zakendoeners zijn totaal geruïneerd. De centen die zij hadden,
hebben zij opgeleefd. Zoolang zij konden zijn zulke menschen uit schaamtegevoel van de
ondersteuningsvereeniging vandaan gebleven, alzoo maar voortgeleefd tot hunne bezittingen
er bij opgegeten waren om dan uiteindelijk toch naar het steuncomité moesten. Wie zou ook
denken en gedacht hebben dat die oorlog zoo lang zou duren.
Weer zijn een Amerikaansch en een Braziliaansch schip een prooi van deze monsters
geworden, waarbij natuurlijk ook weer eenige matrozen verdronken zijn.
De vijandschap in Amerika neemt hand over hand toe en met deze vijandige oorlog is het om
zoo te zeggen, maar een questie van dagen of misschien uren meer, dat de vijandelijkheden
met Duitschland en Amerika geopend worden.
Men hoort in Amerika al over plunderen en in brand steken van hotels en winkels van
Duitschers die nog openlijk partij durven kiezen voor die moordenaars en zeeroovers.