78 Voorts is in October niet veel te melden. Wel wordt er meer en meer werk gemaakt voor de vrede, doch Engeland en Amerika willen van geen toenadering hooren. Zoo is de bijeenkomst in Stockholm, door de Nederlandsch - Scandinavische vredesbesprekingen op niets uit geloopen omdat Engeland, Amerika en Frankrijk aan hunnen onderdanen, die geneigd waren hieraan deel te nemen, paspoorten weigerden om buiten ’s lands te gaan, dus was het alzoo op October, alweer nat en koud, de gewone strijd, onafgebroken kanongebulder. In Cadzand zijn bommen gevallen op de huizen, waardoor eenige huizen beschadigd zijn. Wonder boven wonder is niemand gedood of gewond. Op zee nog steeds dezelfde gevaren voor de zeelui. Dagelijks worden schepen in de grond geboord met ladingen die honderdduizenden waard zijn, doch waar niet naar gezien wordt. Ze bevaren de gevaarlijke zone en daarmee is de straf op de zonde bezegeld, meer niet. Alsof het zoo maar niets is, alsof de zonde zo groot is dat de straf er door gerechtvaardigd wordt. Een ellendige tijd. Men mag zijn voeten niet verzetten of men pleegt verraad of zonde. machinegeweer en een revolverkanon en onderin lagen nog vijf bommen welke alle aandacht van het publiek trok, maar met rust gelaten werd. Voorts was het een groot machine van het type “Albatros”. Ik heb nog geen zoo groot machien gezien. Ook was het niet gepantserd. Het bestond grootendeels uit wit zeildoek, in tegenstelling van de gevechtsvliegtuigen, welke allen gepantserd zijn. Veertien dagen vroeger hebben wij dat kunnen waarnemen. Toen kwam een groote tweedekker over Sas gevlogen, in de richting van Terneuzen, doch kwam na tien minuten weer over ons terug en werd toen hevig door de soldaten, hier uit de kazerne, beschoten. En dat was een leven, dat hooren en zien verging. Een leven op dat machien alsof men met stokken op blik trommelde. Het kreeg op zijn minst 100 schoten te verdragen terwijl het overvloog en binnen schot was. Doch het was net zoveel als niets, het bekommerde zich niets om de kogels, dus hier had men wel met een gepantserd machien te doen. Als men dat zoo ziet dat die gevaarlijke doodsbezorgers hier zoo maar over komen vliegen en dat men met zoo’n beschieting nog niets kan uitrichten dan wordt men onwillekeurig korrelig als men hier nu afweergeschut moest plaatsen, wat natuurlijk ook wel zijn gevaren mee zou brengen. Dan zouden zij hier toch niet zoo vrij overkomen. Nu lachen zij met ons. Eens zal dat toch misloopen. Wij krijgen hier teveel bezoek van die lastposten en één zal er wel eens mis zijn en hier bommen laten vallen, hetwelk niet te hoopen is, doch wel mogelijk. In Rusland is het tot een burgeroorlog gekomen. De eene partij wil vrede tot elke prijs, de andere partij wil de oorlog doorzetten. Alzoo bestrijden deze twee elkaar in de straten van St. Petersburg en andere steden. Er is een voorlopige regeering gekozen dat zijn aanhangers heeft, doch ook zijn vijanden en deze partijen zijn het die elkaar te lijf gaan. Het winterpaleis van de Tsaar is reeds omver geschoten. De generaals die vóór den oorlog zijn worden eenvoudig gevangen gezet of, wat meer gebeurd om snelrecht te vol voeren, eenvoudig op staande voet door de overweldigers vermoord. De partij van de voorlopige regeering die tegen den oorlog zijn hebben de overhand en trekken van stad tot dorp en die zich niet bij hen aan wil sluiten of onderwerpen wil wordt vermoord, gevangen gezet of weggevoerd. Zij willen vrede en zoo geen algemeene dan toch een afzonderlijke vrede, doch vechten willen zij niet meer. Het is daar een verwarde boel. De eene provincie na de andere scheidt zich van Rusland af en kiezen hun eigen regeering, willen aan het oude Rusland geen belasting meer betalen of naar hen luisteren. Zoo is het groote Finland een staat op zichzelf geworden. Polen is door Duitschland een eigen bestuur toegezegd en nog verscheidene andere staten in Rusland willen niet langer bij het gehele Rusland behooren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van de Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent | 2005 | | pagina 80