en 85 Wij zijn heden 1 Maart 1918. De toestand is nog steeds als hierboven ontschreven. Met Rusland is het nu officieel klaar gekomen. De uitwisseling van gevangenen zal spoedig plaatshebben, waardoor de legers der Duitschers en Oostenrijkers heel wat grooter zullen worden om in de strijd te brengen tegen de Engelschen en Franschen in het westen. geval; de jacht hier bedoeld is alleen op menschen. Het eene mensch tegen het andere, als in de middeleeuwen, waar men met schrik van leert. Doch wie de geschiedenis van deze tijd in de verlichte 20e eeuw, zooals men wel durft zeggen, die al deze gebeurtenissen leest zal ook wel niet minder met schrik en beven denken aan al de gruwelijke en mensch onteerende handelingen die zoveel menschen hebben moeten doormaken. Ik raak nu geheel van het pad af. Ik wilde het hebben over de kommiessoldaten, hoe deze nog te werken hebben en te zoeken op buit van de een of andere smokkelaar. Veel wordt er echter niet meer over de draad gebracht daar er door de strenge distributie maatregelen hier aan de grens maar juist genoeg naar toe gezonden wordt om voor de bevolking mee toe te komen, of liever gezegd, mee tekort te hebben. Doch nu hebben de meeste smokkelaars het gemunt op alle goederen. Sajet en garen dat hier in ons land enorm duur is doch in België in het geheel niet te krijgen is. Voor 1 el stof, wat vroeger f. 2,50 kostte, betaalt men nu f. 10,00. Sajet is ook zoo duur, 4 a 5 maal duurder als in vredestijd. Voor een klosje van 30 cents geeft men nu f. 1,10. Daarom wordt daarin door de smokkelaars fel handel in gedreven. Deze week zag ik een kommiessoldaat met zijn fiets, waarop 2 groote pakken geladen die hij gekeurd had. Later vernam ik dat dit 2 pakken zijdestof waren voor een waarde van f. 800,—, dus voor de overbrenger een schadelijken dag. Verder is er in de gemeente of het land geen bijzonder nieuws te melden. In Rusland is de toestand nog verwarder geworden daar de opperbevelhebber de vredesvoorwaarden niet heeft geteekend en daardoor de onderhandelingen geëindigd zijn en daar de duur der wapenstilstand ook is opgeheven, is de oorlogstoestand weer ingetreden de Centralen weer hun opmars gaan beginnen. Sinds 13 Februari zijn zij op weg gegaan in de richting van St. Petersburg en hebben reeds Dunoburg en Lutz bezet, waarbij zij 1300 kanonnen, 1000 spoorwegwagens, eenige honderden machinegeweren en kisten munitie, kortom een onafzienbaren oorlogsbuit meester gemaakt hebben. Door deze gebeurtenissen zijn de Russen zeer uit het veld geslagen. Trotsky, de bevelhebber, heeft daarom spoedig in overleg met de andere diplomaten een draadloos bericht gestuurd aan de Centralen dat zij de vredesvoorwaarden onverwijld willen teekenen. Doch de Centralen hebben hun geantwoord dat zij dat schriftelijk moesten bekend maken, waar natuurlijk weer dagen mee heen gaan. Ondertusschen gaan de legers hun gang maar om gebied te winnen, zonder noemenswaardige tegenstand te ontmoeten, en waar zij doortrekken of overwinnen sluiten de meeste legers van de Russen zich bij de Duitschers aan om met hun samen de woede en razernij der stroopende Roode garde te stuiten. Zoo zijn de regimenten van de Ukraïnen, de Letten, van Lijfland en Koerland, allen met de Duitschers mede om te vechten tegen eigen volk. Inmiddels hebben Trotsky en anderen een bijzondere koerier naar Duitschland gezonden met de gestelde schriftelijke verklaring die deze aan de Rijkskanselier heeft ter hand gesteld. Deze heeft de voornaamste voorwaarden aan de achterkant van het bijgaande stuk bekend gemaakt, doch deze voorwaarden zijn door de gebeurtenissen van de laatste dagen veel veranderd en alzoo zullen dan de onderhandelingen weer begonnen moeten worden waar men, naar men zegt, niet lang mee bezig zal zijn. Rumenië verlangt ook zeer naar den vrede en daarmee zijn ook de onderhandelingen begonnen, doch tot hier toe is er nog geen nieuws van te bekomen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van de Stichting Heemkundige Kring Sas van Gent | 2005 | | pagina 87