96
wordt geeischt dat ze naar zonde moeten
voor Duitschland voor de deur die wel
Op 20 October verlaat Duitschland de geheele Belgische kust en komt verder het land in naar
onze buurt. Op 22 October staan zij voor Eeclo waar heevig gevochten wordt met de
achterhoede der Duitschers, want het gros van het leger is reeds zoo goed als geheel over het
kanaal langs Gent en Selzaete getrokken. Het begint hier wel op het front te gelijken. Een
kanonnade die dag noch nacht ophoudt. Een kanon staat hier recht in de richting van het
westen. Dat moet een verschrikkelijk ding zijn. Het zijn slagen dat ons huis er van schudt. Wij
kunnen het licht van het afgaan van dit stuk zoo duidelijk zien, dat het licht bij ons in de
kamer op de muur zich goed laat zien. Zoo goed dat het gelijk staat aan bliksem van een
verwijderende onweersbui. Na dit licht tel ik 40 seconden en dan een geweldige slag dat hier
zoo dit de manier van hun
10 October vraagt Duitschland weer om een wapenstilstand, doch de eischen van de Entente
zijn; eerst België en Frankrijk verlaten en dan zullen we zien. Dit begint al zeer op de
werkelijkheid te lijken want op 14 October valt Roubaix, Rijssel, Douè, Tourcoing, Oostende
en de daar tusschen gelegen dorpen, alle in de Entente landen. Groote troepenmachten, lange,
zwaar geladen treinen, dag en nacht kan men ze over Selzaete zien terug keeren. Van de kust
en Yperenfront. Door het snelle voorwaarts trekken van de Entente troepen zijn weer
tienduizenden vluchtelingen aan het trekken van de eene naar de andere plaats in Noord
Frankrijk en Zuid België. Deze menschen, weer zoals voorheen, van alles ontroofd en van het
onontbeerlijkste verstooken komen weer onze grenzen over om over Engeland weer in hun
Frankrijk terug te komen. Eerst natuurlijkeenige dagen in ons land vertoevend om eenigszins
op krachten en adem te komen.
Op 18 en 19 October valt Zeebrugge, Brugge, Roeselaar en alles wat daar tusschen ligt. Het
troepen en materiaal vervoer wordt als het ware verdubbeld. Men ziet dat het een vluchten
wordt om nog zooveel het kan te redden uit ’s vijands handen. Ook beginnen de Duitschers
Servië, Montenegro, Albanië en de geheele kust aan Albanië te ontruimen. Oostenrijk geeft
aan Wilson alles toe en verkrijgt alzoo wapenstilstand. Daardoor staat Duitschland geheel
alleen voor een wereld van vijanden.
oorlogsnoodzaak valt en alle vernielingen op land te staken
oorlogvoeren niet belemmerd.
In Duitschland zelf begint het te broeien en te smeulen. De bevolking is niet meer tevreden
over de wapenfeiten, de leugens van de met opzet verminkte telegrammen willen er bij het
volk niet meer in. Lang kan die toestand dan ook niet meer blijven. Het volk wordt kwaad en
voelt zich bedrogen.
Moeders vragen om hun zonen, vrouwen om hun mannen, zusters om hun broeders die zoo
met duizenden in de dood gevoerd zijn of verminkt of krijgsgevangen, ergens in een vreemd
land. Van de onliefderijke verpleging of omgang van den vijand alles moeten laten
welgevallen en waarom is dit alles geschied? Waarom zijn al die mannen van hun alles wat
lief was weggehaald? Toch zeker niet om het land grooter of rijker te maken. Integendeel,
gesneuveld, verminkt, gestorven van ziekte, kou of ontberingen om het land en haar bewoners
te verarmen en te vernietigen en dit komt de menschen die dit alles geleden of gegeven
hebben nu als een spoor der waarheid voor oogen. Geen wonder dat er einde aan het lange
wachten en gedwee lijden komt. Daarom begint het ook in vele steden van Duitschland reeds
op tegenstand te gelijken.
Zoo als ik hier voor al geschreven heb, n.l. over dat het volk wil regeeren en zelfs
meedezeggenschap wil hebben, daar blijft het niet bij. De regeering willen zij nu geheel weg
hebben. De schuldige ministers moeten weg en er
getroffen worden Een heele omwenteling staat
bloedig zal worden. Het volk geeft niets toe.