3s?5 -C-
Aktief en passief
de natuur in de tuin verrijken
door K. Nouse
"Wat is natuur nog in een tuin,
een grasveld met wat sierstruikjes
er tegen?"
Winters plaatje van de hemelsleutel. In de winter houdt ze de tuin "natuurlijk
aangekleed", in de nazomer zijn de bloemschermen een bron waaraan veel vlin
ders en andere insecten zich laven.
Met deze parafrase van bekende
dichtregels van Bloem is het
plaatje van veel tuinen getekend.
Tuinen die zijn ingericht met
meer zin voor esthetica dan aan
dacht voor de natuur en tuinen
die worden onderhouden met
meer nadruk op properheid dan
zorg voor biologische processen.
Het resultaat van zo'n tuinaan-
pak kan buitengewoon keurig en
kleurig zijn. Desondanks is er
een zekere armoede voelbaar.
Het zijn gesoigneerde tuinen die
als nuffige piekfijn ogende dames
het warm kloppende hart van
"moeder de vrouw" missen. Die
bedoelde armoede komt onder
meer voort uit het ontbreken
van een natuurlijk bladerdek dat
in de natuurrijkere tuinen niet
wordt weggeharkt of omgespit,
maar als een warme wollen
deken in de winter de planten
beschermt. Nu het voorjaar na
dert wurmen Sneeuwklokjes,
Winteraconietjes en Crocusjes
zich tussen die bladeren om
hoog. Regenwormen worden
weer aktief en trekken de blade
ren de grond in. Ze maken daar
bij gangen waardoor de grond
luchtiger wordt, ze verteren de
bladeren en het produkt daarvan
verrijkt de grond. Vogels, vooral
Lijsters en Merels komen in de
tuin jacht maken op de aktieve
wormen en andere gevederde
vrienden zijn tussen de plante
resten op zoek naar bouwstenen
voor hun nesten.
Meer natuurlijk leven in de tuin
kunnen we dus passief bevorde
ren door al te propere maatrege
len achterwege te laten. Beperk
spitten, harken en schoffelen zo
veel mogelijk. Het verstoort al
lerlei nuttige processen, die soms
nauwelijks zichtbaar onder en
tussen bomen, struiken en ande
re planten aan de gang zijn en
belangrijk bijdragen aan het
boeiende natuurlijke leven in de
tuin.
Dat natuurlijke leven kunnen we
niet alleen passief, maar ook ak
tief bevorderen. We hangen nest
kastjes op voor de mezen, we
planten vruchtdragende struiken
en bomen als voer voor vogels
en we kiezen planten die
schoonheid paren aan de eigen
schap om met kostelijke nektar
vlinders, bijen en andere insecten
onze tuin in te lokken. Planten
die bij voorkeur niet het pro
dukt zijn van ingewikkelde ver
edeling, maar planten die dicht
bij de natuur staan, met bloe
men die een open hart hebben
met duidelijke meeldraden en/of
stamper.
Planten die vlinders, bijen en an
dere insecten onze tuinen binnen
halen zijn onder meer: Brunei of
bijenkorfje, de helderblauwe Ci
chorei, de nazomerbloeiende He
melsleutel, de ranke Kattestaart,
het hoge Koninginnekruid, de
Kranssalie, de donkere Ooievaars-
bek, de Meerwortel, de forse
Vlinderstruik en de bloeiende
Dovenetel.
Bomen en struiken met kleurrij
ke vruchten waarop de vogels in
herfst en winter afkomen zijn:
Lijsterbes, Dwergmispel, Zuur-
bes, Kornoelje, Meidoorn, Li
guster, Bottelrozen, Sierappels en
Gelderse roos.
Door zowel aktief als passief met
de natuur in onze tuin om te
gaan verrijken we het leven in
de tuin met boeiende verschijn
selen waaraan zowel planten als
dieren deel hebben.