Wandelingen door het Zeeuwse Landschap door M. Jacobusse De Verdronken Zwarte Polder Deze opvallende gekleurde grote eend broedt meestal in konijnenholen. Vanuit de duinen trekt de bergeend, met zijn vaak vele jonge kuikens, over het strand naar de zee. Op de open vlakte zijn de jonge kuikentjes vaak een prooi van de zilvermeeuw. "Den Zwarten Polder is verlooren; hedenmorgen omstreeks drie uuren heeft den zeiven door den voorbeeldeloosen hoogen vloed moeten bezwijken,... aldus een brief van J. Risseeuw, gedateerd 22 januari 1802. De "voorbeeldeloosen vloed" was het begin van een heel bijzonder natuurgebied: de Verdronken Zwarte Polder. Voor een overzicht van het landschap nemen wij u mee naar de dijkovergang bij de camping de Pannenschuur bij Nieuwvliet. Voor ons strekt zich een hoogopgewassen schor uit, dat aan de zeezijde begrensd wordt door een fraaie met struwelen begroeide duinenrij. Een opening in de duinenrij geeft de plaats aan waar het vloedwater het schor binnendringt. de plaats ook waar de dijk het begaf. Het kronkelende getijdegeultje dat nu op die plaats door het gebied slingert lijkt een bespotting van het ruwe geweld dat de zee hier ooit de overhand gaf. Er zijn wat kinderen aan het spelevaren en een stel opgeschoten jochies vermaakt zich met het hengelen naar strandkrabben. Op het strand achter de duinen het bekende beeld: badgasten met ligstoelen, rubberbootjes, zonneschermen. Het schor in de Verdronken Zwarte Polder is enig in zijn soort. De bodem is sterk zandig; en dat komt tot uitdrukking in de plantengroei. Die houdt zo'n beetje het midden tussen schor en duin. Kweldergras, zoutmelde en lamsoor zijn soorten die je op ieder schor kunt tegenkomen. Maar de fraaie rose bloeiwijze van het Engels gras verraden al dat het hier niet om een "gewoon" schor gaat. En weldra ontmoeten we de bronsgroene tapijten van het duinsterretje, doorspekt met de witte bloempjes van het Deens lepelblad. De plantenkenner waant zich in een jonge duinvallei, zeker als vlak langs het pad een tapuit zijn doordringende alarmroep laat horen. Ja, ook de vogelwereld op het schor omvat zowel schor- als duinsoorten: tureluurtjes, strandplevieren, scholeksters en bergeenden. Wie de duinstruwelen alleen vanaf de dijk gezien heeft verbaast zich bij het volgen van de wandelroute over de hoogte ervan. Op veel plaatsen lijkt het op een dicht bos, waar weinig daglicht in doordringt. Het wemelt er van de broedende vogels: kneutjes, fitissen, eksters en winterkoninkjes zijn talrijk. En in een scherpe bocht langs het kronkelende duinpad vliegt geruisloos een ransuil weg van zijn nest in een oude vlier. In toenemende mate broeden er nachtegalen in het dichte struweel en langs de randen zingt het mannetje van de roodborsttapuit. Het is nog geen tien jaar geleden dat ook dit stukje van onze kust ten offer leek te vallen aan de intensieve rekreatie. Grote delen van het schor werden kaalgetrapt door rekreanten die vanaf de dijk naar het strand gingen. In de struwelen wemelde het van de

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1985 | | pagina 12