Vóór alles, natuurgebied Het landschap van Saeftinghe. Land van ruimte, lucht en water. Op de foto kronkelt een der kreken zich door schaars begroeide slikvlakten. Enkele uren later zal deze slikplaat onder het vloedwater staan. De grote lijnen zijn gelijk, de details anders. De doorsnee bezoeker heeft in het algemeen een behoorlijke interesse. "De mensen die er voor de eerste keer komen weten absoluut niet waar ze aan beginnen. Als ze terugkeren en het gebied ervaren hebben, als ze er wat van weten, dan is zo'n excursie geslaagd. En daar mag best wat fysieke inspanning tegenover staan, maar VOOR ALLES één uitgangspunt; een excursie mag nooit tegen de bestemming van het gebied ingaan. En die bestemming is natuurgebied. Dat gaat voor alles. Maar als er nu persé groepen zijn - denk aan de pohtie-opleidmgsschool - die vooral de fysieke kant willen laten uitkomen." "Wel, ze kunnen 't krijgen zo ze willen. Er zijn in Saeftinghe honderden geulen over te steken. En ik weet hoe je 'n geul "neemt" met de minste inspanning. Moe krijgen ze mij ook - ik ben geen jongen van 17 meer - maar zij zijn het eerder dan ik, want ervaring doet ook wat, dat vergeten ze wel eens". "Willen de mensen nesten zien? Eieren, jongen." "Dat spreekt iedereen aan, vooral kinderen, maar dan kom ik weer terug op doelstelling één: de bestemming van het gebied. Als het kan laat je een zilvermeeuwnest zien. Ben je vijfentwintig meter verder weg, dan zit hij alweer op z'n nest. Er zijn ook geen belagers voor de eieren. Met 'n kleine groep loop je wel eens langs de rand van een kokmeeuwenkolonie. En je stuit ook wel eens toevallig op 'n nest. Nooit gaan we naar de nesten van visdief of bruine kiekendief. Sterker nog, zodra we die weten te zitten, markeren we 't op 'n kaart en de andere gidsen mijden die stukken dan ook". Eén van de voordelen van geleide excursies: er is geen schade of zeer beperkt. Als iedereen willekeurig in het schor loopt worden zelfs de zilvermeeuwen nog verstoord." "Daar moeten we extra op bedacht zijn, ongewenst bezoek. Zeker met die jachtjes, vanaf de Schelde zit je zo midden in de visdieven en die zijn zo kwetsbaar. Ook de Gasdam is een zwak punt, zeker straks met die nieuwe ontsluitingen onderlangs de dijken. Daar moeten we flink aandacht aan gaan besteden." "Nog twee vragen. Zie je veranderingen in Saeftinghe?" "In de vogel- en plantenwereld niet zo drastisch. Wel in de geomorfologie. De Van der Zandegeul, die was zeven jaar geleden diep en modderig, niet breed. Nu krijgt hij meer het karakter van een grote geul" Tot slot: "Wensen?" "In het gebied niet zo zeer, wel op de wal. We moeten 'n goede gelegenheid hebben of behouden, zeker als straks de familie Buys weggaat, om om te kleden, wat te wassen, verder 'n toilet en, zo mogelijk, wat verfrissingen en 'n plekje om de boterham op te eten. Luxe past er niet en dat hoeft ook met, want het zijn niet de propersten die er over de vloer komen, maar zonder kun je ook niet".

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1985 | | pagina 7