Een zeeuwse tuin
Onkruid
door E. de Haes.
Mevrouw E. de Haes is
eigenaresse/beheerster
van een der 6 Zeeuwse
particuliere tuinen die
enkele malen per jaar
vanwege hun schoonheid
voor het publiek worden
opengesteld. Haar tuin
ligt in Wemeldinge.
De data van openstelling
worden altijd duidelijk in
de provinciale pers
vermeld. Meestal is dit op
enkele dagen in de maand
juni.
Een groot aantal
particuliere tuinen van
bijzondere schoonheid
worden beschreven in het
boek "Tuinen in
Nederland".
Verkrijgbaar in de
boekhandel.
er achter staan en wordt 't een
rommeltje, maar in het najaar
bloeien als toegift nog de
herfsttijlozen.
Vooral met woekerende planten
moet je hier erg voorzichtig zijn.
Zo bracht ik eens uit de berm in
Engeland een familielid van het
groot hoefblad mee, de
winterheliotroop of Petasites
fragrans. Langs de bosrand en de
vijver is dat wel een leuke plant
omdat hij in februari bloeit en
lekker ruikt en behalve bij vorst
altijd mooie ronde groene bladen
heeft, maar geef hem de
ruimte!
Over dat stukje bos van ons wil
ik 't ook even hebben. Niets is
leuker dan een bos met
onderbegroeiing maar ook dat
valt hier met mee. In het voorjaar
is 't enig zodra de eerste aconieten
te voorschijn komen gevolgd
door anemonen en wilde
hyacinten, maardaarna is de groei
van allerlei ongewenst onkruid
niet te stuiten. In het begin
vochten wij tegen de winde, toen
tegen het wilgeroosje en nu
hebben wij de strijd tegen de
brandnetels en het kleefkruid
volledige opgegeven; 't is één
grote wildernis waartussen de
varens, de bosandoorn, het
vingerhoedskruid en de
ooievaarsbek nauwelijks meer
terug te vinden zijn.
13
Toen mij gevraagd werd een
kort verhaal over onze tuin te
schrijven, schrok ik wel
enigszins. Schrijven is n.l. niet
mijn sterkste punt en kort is
helemaal onmogelijk, want als
ik eenmaal over onze tuin begin
houd ik niet zo gauw meer op.
Daarom maar liever over een
onderdeel, n.l. de wilde planten.
Toen wij in Wemeldinge kwamen
wonen was ik vervuld van idealen
wat betreft die wilde bloemen. Ik
had kontakt met een kwekerij in
Duitsland waar ik allerlei zaden
kon bestellen en daar had ik in
onze vorige tuin in Brabant vrij
veel succes mee gehad, 't Was mij
daar gelukt wilde en gekweekte
planten te combineren zonder dat
't uit de hand liep. Op de
vruchtbare grond van Zeeland is
dat echter veel moeilijker. Allerlei
planten die ik in het begin heel
leuk vond zoals nagelkruid,
wilgenroosje en robertskruid
worden nu fanatiek geweerd of
naar het bos verbannen.
Onder een paar oude peren heb
ik echter een dierbaar stukje, dat
er op het eerste gezicht nogal wild
uitziet, maar waar ik eigenlijk de
meeste tijd aan besteed. Vooral in
het voorjaar moet er veel gewied
worden, 't Is dan echter tegelijk
een vreugde om de eerste
nieskruiden daar te zien bloeien.
Diverse soorten zoals: stinkend
nieskruid, oosters nieskruid en
kerstroos doen 't er uitstekend.
Vrij gauw komen er dan ook
grote hoeveelheden
sneeuwklokken, die op hun beurt
gevolgd worden door o.a.
narcissen, hondstand, voorjaars
helmkruid, primula's en
salomonszegel. Ik moet er zeker
niet te royaal met mest en
compost zijn want dan zou er
weer meer onkruid komen. De
peren vinden dat natuurlijk
minder leuk maar ze blijven
genoeg vruchten geven voor
eigen consumptie.
In de meeste zomers is 't er dan
te droog door de grote iepen die
Nieskruid.
Kleine kaardebol.