Zeeuws
Landschap
Van de redactie
le Jaargang nr. 4,
december 1985
"Zeeuws Landschap" is een
uitgave van de Stichting "Het
Zeeuwse Landschap". Het blad
verschijnt vier maal per jaar en
wordt toegezonden aan
begunstigers van de Stichting.
Losse nummers 2,50, ook
verkrijgbaar in de boekhandel.
De uitgaven van de stichting
geven voorlichting over het
behoud van en de zorg voor
landschappelijk,
natuurwetenschappelijk en
cultuurhistorisch belangrijke
terreinen in het algemeen en in
Zeeland in het bijzonder.
Overname van artikelen en
illustraties alleen met toestemming
van de redactie.
Redactieadres
Stichting
"Het Zeeuwse Landschap"
Landgoed Landlust
Postbus 25
4450 AA Heinkenszand
Telefoon 01106-2640
Postrekening 245740
Bank: ABN Middelburg
Rek.nr. 51.03.36.167
Giro van de bank 46882
Redactie
P. H. Nienhuis (voorzitter)
R. J. B. M. Willems
J. v.d. Boom
G.J. C. Buth
M. Jacobusse
J. van Kasteel (eindredacteur)
Kopij
Bijdragen voor dit blad in de vorm van
artikelen, ingezonden stukken, foto's
enz. kunnen worden gezonden aan de
redactie.
Inlevering voor het eind van elk
kwartaal.
Foto's
Archief Zeeuws Landschap 14, 15
Delta Phot 17
R. Kleingeld, D1HO 3, 4, 6, 16, 17
F. v. Pelt 10, 12, 14, 15
W. Sinke 14
W. de Vos 6, 7
Illustraties
R. Jacobusse
16
Pitman B.V., Goes
4, 10
Vormgeving en druk
Pitman B.V., Goes
Inhoudsopgave
- Van de redactie
2
- Nederlandse oecologische flora
3
- Zee vogelt rek
6
- Natuurbehoud in perspectief
8
- Staten van Zeeland op bezoek
10
- Week van het landschap
14
- Wandelingen door het Zeeuwse
landschap
16
- Excursies
20
Foto omslag
(Foto R. Kleingeld, DIHO)
2
In onze vanouds agrarische
provincie is op vrijwel elke
hectare binnendijkse grond te
zien hoe intensief de mens zich
in het verleden heeft bezig
gehouden met de vorming en de
instandhouding van het land
schap. Vele zeer waardevolle
landschappen die nu worden
aangekocht door natuurbescher
mingsorganisaties, zijn ontstaan
dankzij het handelen van de
mens. We spreken echter in de
verleden tijd. Vele vormen van
het vroegere landschapsbeheer
zijn in onze tijd met meer
lonend. Talloze voorbeelden zijn
daarvan te noemen: de vrijwel
onbemeste graslanden die jaar in
jaar uit werden gehooid; de
knotbomen, genefbosjes en
elzenmeten die onmisbaar hout
leverden voor allerlei doeleinden;
de oeverlanden van kreken die
bruikbaar riet leverden; de dijk
hellingen waar talloze schapen
hun voedsel vonden; de koeie-
putten in gebruik als drenkplaats
voor het vee. Dit zijn stuk voor
stuk gebruiksvormen die na de
tweede wereldoorlog in onbruik
zijn geraakt. Als we de restanten
van deze culturele erfenis in
stand willen houden dan zal dat
door anderen, namelijk de
natuur- en landschapsbeherende
instanties, moeten gebeuren.
Boeren en natuurbeschermers
zijn beiden druk met het land
schap bezig. Het conflict
ontstaat daar waar verschillende
belangen moeten worden ver
dedigd voor hetzelfde stuk
grond. Een ruilverkaveling
bijvoorbeeld wist de oorspronke
lijke structuren van het land
schap grotendeels uit, en dat zijn
juist de waarden waarvoor het
natuurbehoud vecht. De boer
moet produceren en bewerkt en
bemest daartoe zijn grond. De
natuurbescherming pleit voor
het instandhouden van een rijke
flora en fauna, maar dat bete
kent arme grond met weinig
opbrengst. Daar zit de kern van
het conflict. Een oplossing lijkt
te liggen in een scheiding van de
belangen, zoals door van der
Aart elders in dit nummer
wordt bepleit: het productieve
boerenland aan de ene kant en
de natuurreservaten aan de
andere kant. Een bezwaar is
echter dat de reservaatjes in het
polderland heel gauw gaan lijken
op "bloempotten" gevuld met
een nostalgisch boeket, uit hun
verband gerukte, geïsoleerde
brokjes natuur. Dus toch inte
gratie? Dat is een benadering die
overweging verdient en volledig
spoort met de veranderende visie
van de overheid op de landin
richting. Heel veel boeren willen
best een beheersovereenkomst
afsluiten voor het onderhoud
van hun agrarisch gebied met
een grote natuurwetenschappe
lijke betekenis. Maar voor dat
beheer moet dan wel betaald
worden.
Het is deze integratie die de
boer en de natuurbeheerder tot
partners zou moeten maken. Het
gaat immers om twee aspecten
van hetzelfde erfgoed, onze
grond en alles wat erop leeft en
groeit.
P. H. Nienhuis