Het forum dat de
vragen van de Staten
leden beantwoordde.
Van links naar
rechts: Ir. W. v.d.
Meer; direkteur
landelijke gebieden
en kwaliteitszorg van
het Ministerie van
Landbouw en Visserij,
Dr. C. Boertien;
kommissaris van
de koningin - hier
voorzitter van het
forum, Prof.
Dr. P. van der Aart;
voorzitter van de
Natuurwetenschappe
lijke Advieskommissie
van de Stichting.
sche laboratoria bij hoge druk en
temperatuur. Al deze biologische
technieken hebben gemeen dat
ze goedkoop zijn en absoluut
geen verontreinigingen produ
ceren. De toepassing van biologi
sche technieken zal uiteindelijk
de mensheid behoeden voor een
onleefbaar milieu.
Al deze biologische processen
zijn gehaald uit de natuur.
We zullen er nog vele in de
natuur moeten vinden om alle
voor het milieu schadelijke
chemisch-technische processen
door onschadelijke biologische
processen te vervangen. We
zullen de natuur zeer hard nodig
hebben om te overleven.
De laatste jaren heeft zich een
nieuwe spectaculaire techniek
aangediend: de manipulatie van
erfelijk materiaal. Het is sinds
kort mogelijk om een stukje
erfelijk materiaal (gen genaamd)
van een soort organisme in een
ander soort over te plaatsen. Zo
kan men tegenwoordig bacteriën
het menselijke hormoon insuline
(te gebruiken bij suikerziekte)
laten maken door het desbetref
fende gen van de mens in een
bacterie over te plaatsen. Ook
heeft men met succes een gen
van een rat in een muis overge
plaatst.
Voor planten is deze techniek
volop in ontwikkeling. We
kunnen verwachten dat in de
komende jaren eigenschappen
van een plantesoort in een
andere ingebouwd kunnen
worden. De resultaten zullen
spectaculair zijn. Veredelingspro-
gramma's met behulp van krui-
singsproeven zullen tot het
verleden gaan behoren.
De toepassingen van "genetische
manipulatie" zijn legio. Bij Uw
bezoek aan de Yerseke Moer
kunt U wat genetische manipu
latie betreft bijvoorbeeld aan de
volgende mogelijkheden denken.
U zult daar smalbladig kruis-
kruid (Senecio erucifolius) zien.
Evenals het jacobskruiskruid
(S. jacobaea) heeft het, op één
rupsensoort na, nooit te lijden
van vraat omdat de plant in de
bovengrondse delen giftige
stoffen bevat. In de toekomst zal
het mogelijk zijn om het gene
tisch materiaal dat de productie
van deze stoffen verzorgt, over te
plaatsen in vraatgevoelige knol
gewassen zodat bespuitingen
tegen insecten achterwege
kunnen blijven. In de Yerseke
Moer zult U strandzoutgras
(Triglochin maritima) zien. Het
vormt op zoute bodems goed
ontwikkelde planten. De snij-
mais die U ook in de Moer zult
aantreffen groeit op zoute
plekken juist helemaal niet. In
de toekomst zal het mogelijk
zijn om zoutresistentie van zout-
planten over te brengen op land
bouwgewassen. Er liggen nog
eindeloos veel mogelijkheden in
het verschiet. Om deze mogelijk
heden in de toekomst te kunnen
gebruiken is het noodzakelijk
om het erfelijk materiaal dat in
de loop van honderdduizenden
jaren is ontstaan, in natuur
terreinen te bewaren.
En dan nu de tweede stelling.
Waarom is in deze tijd beheer
van natuurterreinen noodzakelijk
en waarom kost het ons (de
overheid) dus geld? We moeten
ons daarbij realiseren dat sinds
de laatste ijstijd, zo'n 10.000 jaar
geleden, de bodem van Neder
land door een overmaat aan
regen zijn voedingsstoffen heeft
verloren. De regen heeft de
voedingsstoffen uitgespoeld. De
hele wilde flora van Nederland,
op enkele soorten na (namelijk
die van drinkpoelen en aanspoel-
zones), was aangepast aan uiter
mate voedselarme omstandig
heden en aan hoge
grondwaterstanden. Door de
komst van de kunstmest en de
gemalen is in deze toestand een
drastische verandering gekomen.
De bodem werd rijk en de
grond werd droger. Aan deze
omstandigheden zijn onze wilde
soorten niet aangepast. De helft
van onze wilde flora is sinds de
opkomst van de kunstmest dan
ook verdwenen of zeldzaam
geworden. De natuurbeschermer
heeft tot taak om de schrale,
natte omstandigheden weer te
herstellen willen wij onze erfe
lijke rijkdom bewaren. Het
verschralen doet hij door het
achterwege laten van kunstmest
en het afvoeren van het gewas
door hooien of beweiden of
zelfs het verwijderen van de
rijkere bovengrond. In de
Yerseke Moer wordt daarom in
de bezittingen van Het Zeeuwse
Landschap in principe niet
bemest en wordt beweid of
gehooid om voedingsstoffen af te
voeren.
Hoge grondwaterpeilen realiseren
is veel moeilijker. Het polder
water is te rijk aan
voedingsstoffen om het in
natuurgebieden in te laten. In
natuurgebieden moet daarom het
regenwater zoveel mogelijk
worden vastgehouden. In de
Yerseke Moer zult U allerlei
maatregelen zien die ten doel
hebben het regenwater te conser
veren.
Zo hard als een boer moet
werken om tot productieverho
ging te komen, zo hard moet de
natuurbeschermer werken om
tot productieverlaging te geraken.
Hier ligt in wezen het conflict
tussen de huidige boer en de
huidige natuurbeschermer. In
vroeger dagen, toen bemesting
en ontwatering geen rol van
betekenis speelden, was dat
conflict er niet. De huidige boer
en de huidige natuurbeschermer
streven diametraal tegenover
elkaar staande doelen na. Uitein
delijk is daarom het segregatie
model (landbouw en natuur
naast elkaar) beter dan het inte
gratiemodel (extensief boeren).
Het laatste is noch voor boeren
noch voor natuurbeschermers
aantrekkelijk. Reservaatvorming
is daarom een beter middel om
de natuur te behouden dan
beheersovereenkomsten. Daarmee
wil niet gezegd zijn dat beheers-
overeenomsten als tijdelijke
maatregel niet belangrijk zouden
zijn om natuurwaarden te
behouden. Het middel van de
reservaatvorming is echter voor
het realiseren van de doelstelling
natuurbehoud te prefereren.
Dat het behouden van natuur
voor ons allen van levensbelang
is hoop ik in dit korte exposé
duidelijk gemaakt te hebben.
Tevens hoop ik U duidelijk
gemaakt te hebben dat ook hier
de kost voor de baat uitgaat. Op
een andere plaats heb ik al eens
de verwachting uitgesproken dat
binnen 50 jaar alle natuurter
reinen door hekken zullen zijn
omgeven om ons kostbaar
erfgoed en onze kostbare
toekomstmogelijkheden te
beschermen. Aan U en mij de
opdracht om onze toekomstmo
gelijkheden niet verloren te laten
gaan.
Prof. dr. P.J.M. van der Aart
Voorzitter Natuurweten
schappelijke Adviescommissie
Stichting Het Zeeuwse
Landschap, Hoogleraar
Toegepaste Ecologie,
Rijksuniversiteit Utrecht.
9