ff r
t't 2
Bezoek
tr-^Y
^5
1>
11.
1 "Jk
I
Weer bezoek
Het is fraai zomerweer. De
vacanties zijn begonnen en veel
recreanten trekken er met boot
jes op uit om op de platen wat
verkoeling te zoeken. Bij hoog
water zien we een paar mensen
binnen de bebording zwemmen.
We gaan naar ze toe om te
zeggen dat het water buiten de
bebording net zo lekker is als er
binnen. Helaas, onze bezorgd
heid voor de vogels valt niet in
goede aarde. Met de wijsvinger
op ons gericht krijgen we te
verstaan dat we maar beter
kunnen ophoepelen of anders
Niet leuk. We trekken ons
terug, maar ondertussen hebben
we het vijandige heerschap wel
duidelijk gemaakt dat we zijn
bootnummer aan de politie
zullen doorgeven. Dat maakt
indruk.
Bij de dwergsterns is nu sprake
van een geboortegolf. De af
gelopen week zijn meer dan
honderd nesten uitgekomen. Het
lome weer doet de kuikens
goed. De visaanvoer is zo over
vloedig dat de belangstelling er
voor bijna nihil is. Ineens strek
ken een paar strandpleviertjes
hun nek. Lijzig vliegt een kok
meeuw laag over; met trillend
geluid vliegen ze van het nest
om de indringer te verdrijven.
Van links naar rechts zwenkend
probeert deze aan de sliert plaag
geesten te ontkomen. Met een
grote boog keert de onruststoker
terug maar de strandpleviertjes
zijn opnieuw attent. De derde
keer laat hij zich niet meer in
de war brengen. Als een
bliksemflits duikt de meeuw
naar beneden en plukt een
dwergsternkuiken van de grond.
Meteen is er nu groot alarm
onder de sterntjes maar het is te
laat; de kokmeeuw is er al van
door. Per dag verdwijnen er zo
wel twaalf dwergsternkuikens.
Juli schiet al weer aardig op.
Door de storm zijn de meeste
legsels van de kluut weg
gespoeld. De inmiddels halfwas
jongeren dobberen met hoog
water op de golven. Van alle op
de Bol broedende vogels zijn de
jongen van de kluut nog het
beste bestand tegen hoge
waterstanden.
Vanaf 25 juli wordt het weer
opnieuw slecht. De regen houdt
10
-a
L
i
f V
fZ
r r?
it
ry "5
lang aan en de ouders trekken er
op uit om te gaan vissen. Alles
wat nog maar een beetje als
beschutting dienst kan doen
wordt door de kuikens benut.
Na enkele dagen bezoeken we
de kolonie. Van de 170 paar
dwergsterns zijn er nog hooguit
50 paar over. Onder pollen zee
raket en loogkruid liggen veel
dode jongen. Bij de visdiefjes is
het nog erger. Op het slik staan
grote groepen visdieven; zij
zullen spoedig aan de herfsttrek
beginnen. De overlevende
jongen groeien voorspoedig op
en de meeste zijn in de tweede
week van augustus vliegvaardig.
Op 12 augustus vinden we in
het vloedmerk een paar dode
steltlopers en een volwassen
dwergstern. Vanaf een voor de
plaat voor anker liggende
engelse coaster horen we knal
len. Met de verrekijker kunnen
we nog net zien dat iemand met
een geweer de stuurhut in loopt.
Voor de tweede keer staan we
bij de politie op de stoep. Een
kwartier later ligt de RP 10
langszij. De verveling bracht de
bemanning er toe op voorbij
drijvende blikjes te schieten; nog
diezelfde avond wordt het anker
gehesen.
Het is 15 augustus; voor Marcel
zit de vogelwacht er op. De
springvloed van drie dagen later
zet een halve meter water op de
Bol en wist alle sporen van het
voorbije broedseizoen uit. De
juveniele sterns zwermen uit
over de Westerschelde en wor
den geleidelijk minder frequent
door hun ouders gevoed. Half
september is de laatste
dwergstern verdwenen en een
maand later zijn ook alle vis
diefjes vertrokken. Nu is het
sternseizoen echt voorbij.
Tot slot: Indien U belangstelling
hebt voor deelname aan het
beheerswerk en/of het toezicht
op de Hooge Platen dan kunt U
op onderstaand adres terecht
voor informatie.
Rene Beijersbergen.
Millianostraat 28
Breskens. Tel. 01172-1809
Duizenden
steltlopers zoeken
voedsel op de Hooge
Platen.
De bonte strandloper
is één van de
gewoonste.