Bijna klaar... Het wachten is op de vogels. Ook voor vogel fotografen bewijst een observatiehut vaak goede diensten. Deze zwarte ruiter werd vanuit de hut 'gesnapt'. gelaten en vervolgens razendsnel weer uit het plasje opgediept. Na veel (laten) vallen en opstaan (opdiepen) stak het visje einde lijk goed in de snavel, met de kop naar voren dus. Met wat slikbewegingen werd het naar binnen gewerkt. Door de broers Rene en Remko en vrienden zijn veel observatie hutten gebouwd, bijvoorbeeld langs het Oostvoornse Meer en in de Flevopolders. Ook anderen maakten er gebruik van, getuige de briefjes met waarnemingen er oproepen tot medewerking aan locale avifauna's, die op de wanden van de hut achter bleven. Zo vormde een hut een mogelijkheid tot communicatie tussen de vogelaars die een bezoek brachten aan het gebied, en je was bovendien attent op het waarnemen van bijzondere soorten. Later werd de observatiehut ook als fotohut gebruikt. Een van de mooiste voorbeelden vormt wel de -ook alweer zelfgebouwde- hut op het slik van de Ventjager bij het Hellegatsplein (in 1975), ongeveer op de plaats waar die lelijke hoogspanningsmasten staan in het diepe, zachte slik aan de Flakkeese kant. Bijgaande foto van de zwarte ruiter is er gemaakt. Deze hut was prima voor waarnemingen en tellingen. Ik denk aan de honderden zwarte ruiters op 8 mei 1975. Die hut was trouwens onze meest luxueuze hut. Binnen was ruimte voor meerdere personen die plaats konden nemen op een afgedankte autobank. De laarzen bleven buiten in een aan de hut gehangen visnet. De hut is ten onder gegaan aan het geweld van kruiend ijs; alleen de palen zijn blijven staan. Veel van onze hutten zijn af gebrand. In die tijd werden onze bouwsels vaak voor jachthutten aangezien, en die waren -en zijn- om begrijpelijke redenen niet erg populair bij de vogelaars! 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Landschap | 1986 | | pagina 13