De plantengroei in Zeeland
1935 - 1985 door A. M. M. van Haperen
Bossen en struwelen
De fraai
symmetrische
bloeiwijzen van de
wilde peen zijn in de
Zeeuwse bermen een
gewone verschijning.
Dit jaar is het vijftig jaar gele
den, dat de Stichting Het
Zeeuwse Landschap werd op
gericht. Dat is een mooie
gelegenheid om eens de balans
op te maken en te kijken hoe
het de natuur in Zeeland in
die tijd vergaan is. In dit
artikel zal de wilde planten
groei onder de loep worden
genomen. We streven daarbij
geen volledigheid na maar
richten ons in een globale
beschouwing op enkele levens
gemeenschappen: bossen en
struwelen, graslanden en zout-
vegetaties.
Voor de Zeeuwse flora zijn
vooral de inundaties van 1944
en 1953 belangrijke omslag
punten. Niet alleen vanwege het
afsterven van de aanwezige
vegetatie.
Nee, de oorlogsinundaties en de
ramp hebben ook veel nieuwe
ontwikkelingen met betrekking
tot de inrichting en het gebruik
van het polderland in gang gezet
(b.v. Deltawerken,
herverkavelingen e.d.). Veel
andere ontwikkelingen, zoals de
recreatieontwikkeling, de mecha
nisatie en de schaalvergroting in
de landbouw hangen hiermee
samen. In de rest van dit verhaal
zullen we de flora en vegetatie
van thans vergelijken met die
van de vooroorlogse periode.
Voor de meeste mensen zullen
de veranderingen, die zich in de
omvang van de bossen en
In de omgeving van
Nisse komen nog
steeds fraai
ontwikkelde heggen
voor, zoals die
vroeger ook elders in
Zeeland voor
kwamen.