Boekbespreking
Vogeltochten in de
Lage Landen
Op stap in de Zak
witwollige veenpluis? Afwachten
maar! Voordat deze ontwikke
ling zich bestendigt, moet onze
beheersdienst heel wat ploeteren,
want maaien in een dergelijk
moeras is voorwaar geen
Rietoogst in de
Vlietepolder.
sinecure. U begrijpt dat dit
maaien als beheersmaatregel
noodzakelijk is.
We zijn daar vijf jaar geleden,
eerst met de hand en later met
een deels zelf uitgevonden maai
en afvoerapparatuur, aan be
gonnen. Er werden aanvankelijk
ongeveer 75 mandagen geïn
vesteerd in het maaien van nog
maar de helft van het reservaat.
Nu, februari 1985, waren dat
slechts 20 mandagen en maaiden
we het hele reservaat. En.... de
inlage bracht nog een flink
bedrag op. Nee, geen verkoop
van veenmos aan bloemisten, dat
zou te gek zijn. Reeds te veel
venen lijden daardoor grote
schade. Neen, het is de
opbrengst van riet, dat een
zodanige kwaliteit heeft, dat het
uitstekend als dekriet voor
huizen en boerderijen kan
fungeren. De kwaliteit wordt
beoordeeld naar de lengte,
vezelstructuur, dikte en de mate
van rechtheid.
De voornaamste hulpmiddelen
bij het bereiken van een grotere
bedrijfsdoelmatigheid zijn een
zogenaamde riet-maaibinder en
een achtwielig klem terrein
voertuig, de Argocat. De naam
van de riet-maaibinder verraadt
zijn fuctie al en is in Nederland
nog niet zo lang op de markt.
Hij is afkomstig uit Italië waar
de machine gebruikt wordt voor
de rijstoogst. De Argocat is
eigenlijk een terreinvoertuig
voor kwelders en slikken, maar
doet in moerassige situaties
uitstekend dienst als riet- en
ruigtafvoermiddel en... ze laat
daarbij geen spoortje achter in
het
R. Brouwer.
door P. P. van Laake en
Guido Burggraeve
Iedere vogelaar houdt zich vroeg
of laat bezig met „soorten-
jagen", d.w.z. proberen om
zoveel mogelijk verschillende
soorten in het kijkerbeeld te
vangen. Een bezwaar van dit
soortenjagen is dat de vogels
vaak los gezien worden van hun
omgeving en dat men meer aan
dacht heeft voor een oogstreepje
meer of minder dan voor
typerende gedragingen. Aan de
andere kant moet gezegd worden
dat, zeker voor de beginner, het
soortenjagen vaak de enige
mogelijkheid is om een beetje
wegwijs te worden in bepaalde
„moeilijke" groepen.
Een mogelijkheid tot georga
niseerd soortenjagen biedt het
onlangs verschenen boekje
"Vogeltochten in de lage lan
den" De 160 beschreven tochten
bieden met elkaar een redelijke
kans om totaal 250 verschillende
vogelsoorten te ontmoeten. De
nadruk ligt daarbij uiteraard op
het bijzondere: de huismus, die
wel op geen enkele tocht verstek
zal laten gaan wordt slechts één
keer genoemd, terwijl een
zeldzame soort als het woud
aapje totaal 11 keer vermeld
wordt.
Een grote verdienste van het
boek is dat het de soortenjager
boven zijn eigen bezigheden
uittilt. De landschapsbeschrij
vingen dwingen als het ware tot
aandacht voor meer dan de
vogels alleen. Niet minder geldt
dit voor de korte intermezzo's
die hier en daar de tochtbeschrij-
vingen afwisselen.
In de inleiding wordt vermeld
dat terreinen die slechts onder
leiding toegankelijk zijn buiten
beschouwing blijven. Men
had dan de Gasdam in
Saeftinghe (tocht no. 99) niet
moeten vermelden! Overigens
wordt er in het boek terecht op
aangedrongen om de toegangs
bepalingen in acht te nemen.
Aanbevolen.
Uitgave: Dwarsstap, Nijmegen
256 pagina's Prijs 28,50.
door Ad Beenhakker, Jaques
Damen, Anton van Haperen,
Tineke van Oosten en Jan-
Willem van Rijn van Alke
made.
Eindredactie Ben Smulders.
Op initiatief van de Districts
commissie Zeeland van de
Vereniging tot behoud van
Natuurmonumenten werd het
boekje „Op stap in de Zak"
samengesteld. Het boekje geeft
een gedegen beeld van natuur en
landschap in de Zak van Zuid-
Beveland. De inhoud van het
boekje doet volledig recht aan
de ondertitel „een gids voor de
beleving van uw omgeving".
Na een korte inleiding wordt in
hoofdstuk 2 (Ontstaan, bodem
en landschap) de geschiedenis
van het gebied geschetst en
worden lijnen getrokken naar
het heden. De beschrijving van
planten en dieren in hoofdstuk 3
geeft een goed totaalbeeld van
ae rijke flora en fauna in dit
gebied, hoewel de zoogdieren
en insekten er wat bekaaid af
komen.
Na het -wel erg korte- hoofd
stuk natuurbehoud en -beheer
volgt een encyclopedisch
gedeelte, waarin aan de hand
van trefwoorden achtereen
volgens „een aantal ken
merkende elementen uit het
landschap van de zak" en „de
dorpen" behandeld worden.
Naast de evidente voordelen
heeft een dergelijke systematische
behandeling het nadeel dat
verschillende aspecten van het
landschap onbesproken blijven.
De plattelandscafeetjes -uit de
tijd dat men nog te voet reisde-
zijn buiten beschouwing
gebleven, evenals de keuter-
boerderijtjes, die voor het land
schap in de Zak zo bepalend
zijn.
De prijs van het boekje -ƒ 22,50
voor ruim 60 pag.- is nogal
hoog. Hopelijk weerhoudt die
prijs niemand er van om het aan
te schaffen. Het boekje biedt
beslist waar voor z'n geld.
Uitgave Pitman b.v.-Goes en
Fanoy Boeken-Middelburg
64 pagina's. Prijs 22,50.