Wandelingen door het Zeeuwse
landschap: door M. Jacobusse
De Rumoirtschorren
Tot halverwege de vorige eeuw
bestond de westelijke helft van Sint
Philipsland uit een zeer uitgestrekt
schorgebied: de schorren van
Rumoirt en Nicke Evenals op
vele andere Zeeuwse schorren lie
pen er herders rond met hun
schaapskudden, waarvoor in het
gebied volop voedsel was te vin
den. Een probleem was alleen het
drinkwater. Vooral als de herder
ver van huis was moesten de scha
pen eigens gelegenheid hebben om
te drinken.
Voor dat doel lagen op de schor
ren verschillende hollestellen:
kunstmatig opgeworpen heuveltjes,
waarin in het midden een zoete
drinkput was uitgegraven.
In 1842 werden deze uitgestrekte
schorren bedijkt. Alleen langs de
noordzijde, tegen het Slaak, bleef
een stukje schor vrij van bedijking:
de tegenwoordige Rumoirtschorren.
Juist hier, aan de rand van het
schor, lag een van de hollestellen:
de Bruinisser stelberg, zoals hij
destijds op de kaan werd aange
duid.
De strook schor is inmiddels nog
aanzienlijk smaller geworden als
gevolg van afslag langs de schor-
rand. Deze afslag was zo ernstig
dat het waterschap er toe overging
om een stenen schorverdedigings-
rand aan te leggen om ondermij
ning van de zeedijken te voorko
men.
In 1977 werd een deel van de
Rumoirtschorren aangekocht door
de Stichting, en daarmee was
tevens de laatst overgebleven bui
tendijkse hollestelle veiliggesteld.
Hoewel. bij de dijkverzwaring
werd het zuidelijk talud van de
stelberg opgeslokt door het dijk-
lichaam, zodat de hollestelle, nog
meer dan voorheen, tot een land
schappelijk anachronisme werd.
Niettemin een waardevol element,
ook in natuurhistorisch opzicht.
De taluds van de hollestelle her
bergen verschillende zeldzame
zoutplanten, zoals fijn goudscherm
De stenen schorver-
dedigingsrand is op
sommige plaatsen
sterk verwaarloosd.
Rotganzen foura-
geren volop op het
binnendijkse cultuur
grasland.